Het grootst mogelijke aantal duurzame kWh's tegen de laagste kosten

Persbericht van Stichting De Koepel

NWEA presenteert integraal voorstel voor de SDE+ regeling, inclusief differentiatie voor Wind op Land

De Nederlandse Windenergie Associatie (NWEA) heeft een integrale kosteneffectieve, robuuste en efficiënte stimuleringsregelingvoor Duurzame Energie (SDE+) inclusief differentiatie opgesteld en aan minister Verhagen aangeboden. Hierbij heeft NWEA gekeken naar het Duitse systeem (EEG) en dit gevoegd naar het bestaande Nederlandse SDE model, waarmee beoogd wordt de voorgestelde regeling optimaal te richten op het stimuleren van de productie van duurzame energie (kWh) tegen de laagst mogelijke kosten.

De huidige SDE regeling gaat uit van een gemiddeld project op een gemiddelde locatie. Hierdoor krijgen projecten op windrijke locaties in een aantal gevallen een hogere SDE bijdrage dan strikt genomen nodig is, terwijl projecten op minder windrijke, verder landinwaarts gelegen locaties een lagere SDE bijdrage krijgen dan nodig is voor een rendabel project. Het gevolg is dat projecten op landinwaartse locaties niet realiseerbaar zijn onder de huidige regeling. In het NWEA voorstel houdt het SDE+ basisbedrag rekening met locatie specifieke verschillen in windaanbod en de efficiency (kWh productie) van de windturbine. Bij de bepaling van de SDE+ bijdrage gaat NWEA dus uit van het principe niet meer dan nodig, maar ook niet minder dan noodzakelijk.

NWEA heeft elementen van het Duitse systeem overgenomen, maar rekening gehouden met de Nederlandse situatie. De voorgestelde regeling is een aanpassing op de oude SDE regeling om continuïteit in het stimuleringsregime zoveel mogelijk te waarborgen en past binnen de kaders, zoals aangegeven in het regeerakkoord en zoals nader uitgewerkt in de brief van minister Verhagen van 11 november 2010 aan de Tweede Kamer.

Omdat dit voorstel uitgaat van locatie specifieke verschillen in windaanbod, is er geen ruimte meer om kosten te compenseren, die niet in het OT model van ECN/KEMA zijn meegenomen. Dat maakt een aantal aanpassingen aan dit OT model noodzakelijk, zoals bijvoorbeeld een vaste maximum prijs voor grondvergoeding en voor gebiedsgebonden bijdragen. Deze maximum prijzen zouden ook moeten gelden voor bijvoorbeeld de RVOB die de gronden van het Rijk beheert.

Naast de locatiespecifieke bepaling van het SDE+ basisbedrag benadrukt NWEA dat ook de wijze van toekenning van de stimulering van belang is voor de meest optimale werking van de voorgestelde regeling. Om zodoende tot een zo correct en eerlijk mogelijke toekenning te komen èn om er zeker van te zijn dat de goedkoopste opties voorrang krijgen boven de duurdere projecten.

Met dit voorstel wil NWEA een bijdrage leveren aan een kosteneffectieve, robuuste en efficiënte stimuleringsregeling. In verband met het aangekondigde Algemeen Overleg over de SDE+ van 19 mei aanstaande, heeft NWEA dit voorstel ook naar de Energie Woordvoerders van de Vaste commissie van Economische zaken, Landbouw & Innovatie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gestuurd.

Links:
http://www.nwea.nl/nieuws/sde-00347



Razende Robot Reporter