Ingezonden persbericht


|Persbericht                                                               |
|Amsterdam, 14 april 2011                                                  |
Beleggingsmarkt huurwoningen onverminderd populair Institutionele beleggers terug van weggeweest

"De beleggingsmarkt voor bestaande huurwoningen heeft zich het afgelopen jaar wederom goed ontwikkeld. In 2010 kwam het totale investeringsvolume uit op bijna EUR 1 miljard. Hoewel dit volume iets lager is dan het jaar 2009 (EUR 1,1 miljard), zijn particuliere beleggers nog steeds zeer geĂŻnteresseerd in het beleggen in huurwoningen", stelt Ruben Smulders, adjunct-directeur bij DTZ Zadelhoff. Ook institutionele beleggers zijn weer actief als kopers. Na enige jaren van terughoudendheid hebben zij in 2010 circa EUR 160 miljoen aan huurwoningen verworven. Bijna 80% hiervan betrof nieuwbouw.

De prijzen bleven in 2010 nagenoeg stabiel. In de laatste twee maanden was een kleine opleving van de prijzen waarneembaar door de hoge kwaliteit van de aangeboden complexen. Aan de verkopende kant hadden institutionele beleggers met 50% wederom een groot marktaandeel. Corporaties hadden met 14% aandeel een beperkte rol aan de verkopende kant. In 2009 was dit nog 20%. Zij worden nog steeds sterk in hun handelen belemmerd door de strenge wet- en regelgeving. Aan de kopende kant bleef de activiteit van de corporaties nagenoeg gelijk met 26% aandeel. De particuliere beleggers waren met een marktaandeel van 70% in 2010 wederom het meeste actief in het verwerven van woningcomplexen. Zij kochten voornamelijk appartementencomplexen uit de jaren '70 en '80 in de Randstad met een huurniveau van EUR 600,- tot EUR 800,- per maand. Het merendeel van alle beleggingen vond plaats in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Opvallend genoeg vonden in de provincie Utrecht weini g transacties plaats. Huurwoningen zijn hier van oudsher schaars.

Ruben Smulders: "Voorheen kochten veel particuliere beleggers huurwoningen om deze vervolgens individueel te verkopen, het zogenaamde uitponden. Nu zien we steeds vaker dat beleggers de huurwoningen blijven verhuren. Dit wordt veroorzaakt door een nog steeds moeizame markt voor koopwoningen. De meeste beleggers kiezen er dan ook voor om slechts mondjesmaat uit te ponden en een deel van de woningen die door huuropzegging vrijkomt opnieuw te verhuren. Vaak kan hierbij een hogere huur worden gevraagd. Dit is een opvallende kentering in de markt. We zien dat de prijzen van complexen met relatief hoge huren zijn gestegen terwijl prijzen van complexen met relatief lage huren zijn gedaald. Dit wordt mede veroorzaakt door de gestegen kosten voor vreemd vermogen. Bij lage huren wegen de huurinkomsten dan niet meer op tegen de renteverplichtingen."

De betaalde prijzen in 2010 varieerden sterk door de grote verscheidenheid aan kwaliteit en locaties. Zo bevond de kapitalisatiefactor (koopprijs gedeeld door de jaarhuur) zich in een bandbreedte van 12 en 30 en de leegwaarderatio (koopprijs gedeeld door de waarde vrij van huur) tussen 55% en 85%. Voor een gemiddeld complex met 40 woningen uit de jaren '80 werd 17,3 keer de huur en 74% van de leegwaarde betaald.

|