Radboud Universiteit Nijmegen


Postuum verschenen studie over Poolse migranten

Datum bericht: 8 april 2011

Op vrijdag 15 april verschijnt het boek Migratie van Polen naar Nederland in een tijd van versoepeling van migratieregels van de in juli 2010 overleden Cathelijne Pool. Cathelijne Pool was promovenda bij het Centrum voor Migratierecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij onderzocht de Poolse migratie naar Nederland in de periode rond de toetreding van Polen tot de Europese Unie (2001-2007).

`Lastige' Europese regelgeving vaak niet gevolgd Migratie van Polen naar Nederland beschrijft hoe de Nederlandse overheid heeft gereageerd op de komst van de Poolse migranten. Nederland stond aanvankelijk een liberaal toelatingsbeleid voor, maar besloot vlak voor de toetreding van Polen (2004) toch een overgangstermijn voor Poolse werknemers in te stellen, zodat zij pas per 1 mei 2007 dezelfde toegang kregen tot de Nederlandse arbeidsmarkt als andere unieburgers. Het boek laat zien hoe de Nederlandse overheid Europese regelgeving vaak zo minimaal mogelijk implementeerde en soms negeerde totdat de rechter haar corrigeerde. Datzelfde doet de overheid nu ook met de Europese regels die Turkse migranten op grond van de Associatie van Turkije met de EU een sterke rechtspositie geven.

Onderbetaling en oneerlijke concurrentie
Het dichthouden van de grenzen voor Poolse werknemers had als onbedoeld effect dat de Polen (en hun Nederlandse werkgevers of opdrachtgevers) uitweken naar andere routes: arbeid als zelfstandige, detachering, illegale tewerkstelling. In deze arbeidsposities ontbrak de bescherming van het Nederlandse arbeidsrecht (minimumloon, cao-bepalingen). Daardoor werden onderbetaling en oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt bevorderd in plaats van voorkomen. Dit mechanisme doet zich nu ook voor bij werknemers uit Bulgarije en Roemenië die in Nederland nog enkele jaren van het vrij verkeer binnen de EU zijn uitgesloten.

Afhankelijkheid
Het boek bevat casestudies over vier groepen van Poolse migranten: Polen met een Duits paspoort, Poolse verpleegkundigen, zelfstandige ondernemers en illegale werknemers. De rechtspositie van deze groepen verschilde sterk. Maar een sterkere rechtspositie hoeft niet meer zeggenschap van migranten over de eigen werksituatie te betekenen. Veel belangrijker is hoe de regelgeving wordt gebruikt in het sociale veld waarin de migrant functioneert. De Polen met een Duits paspoort hadden als unieburgers de sterkste rechtspositie, maar waren in de praktijk vaak sterk afhankelijk van hun uitzendbureau, zodat ze feitelijk minder zeggenschap over hun werksituatie hadden dan beter opgeleide, maar illegaal werkende Polen. Deze afhankelijkheid kenmerkt ook nu nog de situatie van Polen die via (soms malafide) uitzendbureaus in Nederland werkzaam zijn.

Liberalisatie leidt tot minder blijvende vestiging De toelatingsregels zijn uiteindelijk in stappen versoepeld. Dat heeft wel tot meer migratie geleid, maar veel Polen keren ook weer terug. Vanwege het vrije verkeer zijn de Polen minder geneigd zich blijvend te vestigen dan de vroegere `gastarbeiders' uit Turkije en Marokko, met wie zij vaak vergeleken worden. Liberalisatie van de migratieregels leidt tot minder blijvende vestiging.

Cathelijne Pool, Migratie van Polen naar Nederland in een tijd van versoepeling van migratieregels. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, Centrum voor Migratierecht Radboud Universiteit Nijmegen.