Universiteit van Tilburg

Persbericht 12 april 2011

De zorg ziet de mens niet

Inaugurele rede Anne Goossensen Tilburg University

Patiënten zijn geen mensen. Althans, volgens zorginstellingen. Voor zorginstellingen zijn patiënten ziektegevallen, te behandelen volgens een via diagnose bepaald protocol. Zorgwerkers zijn blind en doof voor de onprotocolleerbare menselijke ervaring van ziekte en lijden. Dat stelt hoogleraar Anne Goossensen van Tilburg University op vrijdag 15 april in haar inaugurele rede.

Anne Goossensen hanteert twee sleutelbegrippen in haar betoog: reductie en presentie.

Marktwerking, zakelijkheid en outputstreven reduceren de patiënt tot een onmenselijke set van symptomen. Tijdgebrek, onverschilligheid en de waan van het tellen en meten reduceren de patiënt tot een ding met als enige eigenschap de indeling in een categorie. Hierdoor kan zelfs het ergst denkbare gebeuren: reductie die maakt dat zorg leed toevoegt in plaats van wegneemt.

Presentie staat radicaal tegenover de afstandelijkheid in de zorg. De presentiebenadering ontkent het onderscheid tussen subject (zorgverlener) en object (zorgvrager). De zorgverlener is daadwerkelijk en oprecht present bij de zorgvrager, neemt deel aan de ervaring. De zorgverlener is bij de zorgvrager, is er voor de mens die de zorgvrager is. De zorgverlener is present in de volle ervaring van de hele patiënt.

Goossensen past in haar rede de wijsgerig-ethische presentiebenadering van de Tilburgse hoogleraar Andries Baart praktisch toe op de geestelijke gezondheidszorg. Ze toont hoe de zorgverlener de zorgvrager ongereduceerd kan zien, eerst en vooral door zichzelf onophoudelijk op reducerende mechanismen te betrappen.

Presentie werd tot nog toe gemist in de nadruk op 'evidence based medicine'. De 'evidence' mag zich echter niet loszingen van de ervaring die patiënt doormaakt, aldus Goossensen. Het ongereduceerde zien is onontkoombaar geworden als criterium bij het beoordelen van zorgkwaliteit.