Rijksoverheid


15 april 2011

Beantwoording vragen van het lid Çelik (PvdA) over de bekostiging van het onderwijsaanbod op Texel

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Çelik (PvdA) van uw Kamer inzake de bekostiging van het onderwijsaanbod op Texel. De vragen werden mij op 22 maart 2011 toegezonden bij uw brief met kenmerk 2011Z05844. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Çelik (PvdA) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de bekostiging van het onderwijsaanbod op Texel (ingezonden d.d. 22 maart 2011, kenmerk 2011Z05844).


1 Bent u zich bewust van de uitzonderingspositie die de Waddeneilanden in Nederland innemen, en vormde deze uitzonderingspositie in het verleden voor de regering de reden dat het eiland Texel in aanmerking kwam voor compensatiegelden voor het voortgezet onderwijs? In september 2010 heb ik in de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO (Stc. 15445, 6 oktober 2010) vastgelegd dat de Friese Waddeneilanden een uitzonderingspositie innemen. In deze beleidsregel geef ik aan waarom en hoe ik het mogelijk maak dat op elk van de eilanden voortgezet onderwijs wordt verzorgd. Om deze reden sta ik bijvoorbeeld toe dat ­ mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan ­ de opheffingsnorm niet wordt toegepast en verleen ik een aanvullende bekostiging als tegemoetkoming aan de specifieke uitzonderlijke situatie. De Hogeberg op Texel heeft van 2001 tot 2011 uitzonderingsbekostiging ontvangen om twee redenen. Ten eerste vanwege de eilandpositie. Ten tweede vanwege de relatief zware personele bezetting van de diverse afdelingen van het vbo ten opzichte van het aantal leerlingen van de afdelingen. 2 Onderkent u het belang van het bestaan van de enige scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs De Hogeberg op Texel? Ja. 3 Welke overwegingen liggen eraan ten grondslag dat de andere Wadddeneilanden een herbevestiging hebben gekregen van de compensatieregeling, maar Texel niet? Uitgangspunt is dat reguliere bekostiging toereikend is voor VO-scholen met een leerlingaantal boven de stichtingsnorm. De Beleidsregel uitzonderingsscholen VO legt het beleid ten aanzien van uitzonderingsscholen in het voortgezet onderwijs vast. Een belangrijke voorwaarde voor uitzonderingsbekostiging op basis van deze beleidsregel is dat de desbetreffende school structureel een leerlingaantal heeft dat zich onder de geldende opheffingsnorm bevindt. Bij de vier scholen op de Friese Waddeneilanden (Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog) is dit het geval. De Hogeberg op Texel voldoet niet aan deze vo orwaarde (op 1 oktober 2010 stonden er 951 leerlingen ingeschreven). 4 Neemt u het voor lief dat een gevolg van de beëindiging van de compensatiegelden is dat de scholengemeenschap het aanbod van vmboonderwijs moet inperken tot minder sectoren dan totnogtoe het geval was? Zo ja, waarom?

Het huidige en toekomstige aanbod van het aantal leerwegen, sectoren en afdelingen is de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Het bestuur van De Hogeberg kan ­ net zoals alle andere schoolbesturen - binnen de beschikbare lump sum bekostiging keuzes maken binnen het toegestane onderwijsaanbod. Overigens zijn er andere scholengemeenschappen in Nederland met een zelfde of lager leerlingaantal die evenveel studierichtingen en afdelingen aanbieden als De Hogeberg. Om deze reden extra bekostiging toekennen aan De Hogeberg zou dan ook in strijd zijn met het beginsel van rechtsgelijkheid. 5 Op welke regelingen kunnen scholieren aanspraak maken die, tengevolge van de inperking van het aantal vmbo-sectoren op De Hogeberg, naar de overkant zullen gaan omdat daar nog wel onderwijsaanbod bestaat in de vmbo-sector naar hun keuze? Leerlingen in het voortgezet onderwijs worden gezien hun leeftijd geacht zich zelfstandig te kunnen verplaatsen. Er zijn dan ook geen regelingen met betrekking tot vervoer van leerlingen indien deze van mening zijn dat het onderwijsaanbod in hun nabije omgeving onvoldoende is. Overigens is het op 4,2 kilometer afstand gelegen Den Helder goed bereikbaar (de reistijd is twintig minuten). Aldaar is een breed aanbod van voorbereidend beroepsonderwijs.