Gemeente Utrecht

2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
32 Vragen van de heer mr. R.W. Rollingswier
(ingekomen 8 maart 2011
en antwoorden door het college verzonden op 19 april 2011)

Het AD berichtte op 1 maart jl. dat uit onderzoek van het WODC (wetenschappelijk onderzoeksbureau van het ministerie van Veiligheid en Justitie) blijkt dat het voor pedofielen gemakkelijk is om na veroordeling weer met kinderen te werken. Leraren met een zedenstrafblad kunnen opnieuw bij scholen aan de slag, omdat er bij sollicitaties onvoldoende navraag wordt gedaan naar hun verleden. D66 is van mening dat veroordeelde pedofielen nooit meer aan het werk mogen gaan met kinderen en hier streng op gecontroleerd en gehandhaafd moet worden. Daarnaast is D66 van mening dat scholen altijd om een Verklaring Omtrent het Gedrag moeten vragen om te voorkomen dat veroordeelde pedofielen (wederom) voor de klas komen te staan.

Vragen:

1. Is het college op de hoogte van dit nieuwsbericht?

Ja.


2. Is het college het met D66 eens dat scholen een Verklaring Omtrent het Gedrag moeten vragen aan hun werknemers? Zo nee, waarom niet?

Ja. Volgens de wet- en regelgeving voor het Primair Onderwijs (Art.3. lid 1) en Voortgezet Onderwijs (Art.33, lid 1) moet er van ieder personeelslid een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) in het personeelsdossier aanwezig zijn. Deze verplichting geldt voor een ieder die in contact komt met leerlingen, dus ook vrijwilligers en stagiaires. Dit is tevens als verplichting opgenomen in het CAO-PO en CAO-VO. Bij iedere aanstelling dient een nieuwe VOG te worden aangevraagd. Een VOG mag niet ouder zijn dan 6 maanden. De accountant van het schoolbestuur controleert voor iedere medewerker of in het dossier een VOG is opgenomen. Dit is een verplichting van het ministerie van OCW. De accountants hebben van het ministerie de opdracht om er dit jaar scherp op toe te zien.


3. Zo ja, hoe controleert de gemeente of de Verklaring Omtrent het Gedrag altijd wordt opgevraagd?

De gemeente controleert dit niet. Zie vraag 2.


4. Welke andere maatregelen treft de gemeente om te voorkomen dat veroordeelde pedofielen (wederom) voor de klas komen te staan?

De gemeente treft daartoe geen extra maatregelen.

In een brief aan de Commissie Mens en Samenleving d.d. 7 februari 2009 (kenmerk 09.031856) antwoordt het college negatief op de vraag of de gemeente een verklaring omtrent gedrag verlangt, in geval van subsidieverlening aan organisaties die met kinderen werken. Als argumenten hiervoor noemt het college: (i) we zien het als een verantwoordelijkheid van de stichtingsbesturen, (ii) het jaagt de organisatie op kosten, (iii) het leidt tot een hoop extra administratieve rompslomp, (iv) het schrikt vrijwilligers af en (v) een verklaring omtrent het gedrag is bepaald niet waterdicht.
5. Is het college nog steeds van mening dat bovengenoemde vraag negatief beantwoord zou moeten worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Ja. Op 5 november 2009 (dus ruim nadat bovengenoemde brief is verzonden) heeft de Raad hier unaniem een weloverwogen besluit over genomen. Voorafgaand daaraan is in de Commissie Mens en Samenleving een zorgvuldige afweging gemaakt. Omdat regelgeving niet het effect had, dat ermee bedoeld werd en omdat deze specifieke regelgeving bij organisaties met grote aantallen vrijwilligers en bij hele kleine organisaties niet uitvoerbaar èn niet handhaafbaar bleek, heeft de Raad ervoor gekozen dit thema inhoudelijk te borgen in het overleg tussen gemeente en gesubsidieerde organisaties. Voor de wijze, waarop wij dat gestalte geven verwijzen wij onder meer naar de beantwoording van vraag 6.


6. Is het college bereid in overleg te treden met de Utrechtse Vrijwilligerscentrale, de politie en andere betrokken instellingen om een gezamenlijk plan van aanpak (preventie, handhaving en controle) op te stellen waardoor het risico dat veroordeelde pedofielen met kinderen kunnen werken wordt gereduceerd tot het uiterste minimum? Zo nee, waarom niet?

De vrijwilligerscentrale (VWC) is onlangs een project gestart 'In Veilige Handen', in samenwerking met Movisie. Op dit moment wordt onderzocht of Vereniging Sport Utrecht (VSU) zich kan aansluiten bij dit project. Wij zien, gelet op deze ontwikkeling, geen directe aanleiding om een apart plan van aanpak te vragen op te stellen met de betrokken instellingen.

De gemeente heeft onlangs (28 februari jl.) aangekondigd het controleren van kinderdagverblijven te intensiveren.
7. Wordt bij de controle ook gecontroleerd of de kinderdagverblijven een Verklaring Omtrent het Gedrag vragen aan werknemers (zoals de gemeente reeds doet bij de controle van gastouderverblijven)? Zo nee, waarom niet?

Ja. Kinderopvangorganisaties zijn wettelijk verplicht van iedere nieuwe medewerker een VOG op te nemen in het dossier (Wet Kinderopvang, artikel 1.50, lid 4 en 5). De gemeente heeft de wettelijke plicht hierop te controleren en te handhaven en heeft de uitvoering belegd bij de GG&GD.

Ouders willen hun kinderen koste wat het kost beschermen tegen pedofielen.
8. Waar kunnen ouders terecht met vragen over pedofilie?

Ouders kunnen met vragen over pedofilie terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), via het telefoonnummer 030-2863300 en/of digitaal: www.jeugdengezinutrecht.nl. Het CJG onderzoekt de vraag van de ouder en brengt indien nodig, ouders in contact met de instantie die een antwoord en/of begeleiding kan geven. Het NVSH is de instantie die gespecialiseerd is op alle vragen op het terrein van seksualiteit inclusief pedofilie. NVSH is te bereiken via de infolijn 0900-9212. Het CJG is op de hoogte van de website en de activiteiten van het NVSH en biedt deze informatie aan de ouders.

---- --