Gemeente Berkelland

B&W bezoeken in 2011 alle kleine kernen

Samen nadenken over veranderingen

Jong en oud op de pinksterkermis in Noordijk Henk Soldaat

Jong en oud op de Pinksterkermis in Noordijk (Foto Henk Soldaat)

Burgemeester en wethouders bezoeken in 2011 alle kleine kernen. Als eerste brengen B&W op 20 april om half acht 's avonds een bezoek aan Rekken. B&W willen graag van de inwoners van de kleine kernen horen hoe zij het wonen en leven in hun kern ervaren. En hoe ze als inwoner aankijken tegen de veranderingen die op de kleine kernen afkomen. Langzaam maar zeker neemt het aantal ouderen in onze gemeente toe. Het aantal jongeren wordt minder. De gemeente heeft ook minder geld te besteden. Dat heeft op den duur gevolgen. Welke gevolgen? En kunnen we ons op die gevolgen instellen? Wat doen de inwoners van de kernen zelf? Wat kan het gemeentebestuur doen? Die zoektocht is in Berkelland aan de gang. Is het bijvoorbeeld mogelijk om een deel van de functie van de bibliotheek naar de kleine kernen te brengen? Kunnen we de relatie mantelzorg - professionals zo organiseren dat de kwaliteit van zorg behouden blijft en zo mogelijk beter wordt?

Meer ouderen, minder jongeren, minder geld

Nu is er van iedere zes inwoners in onze gemeente één ouder dan 65 jaar. In 2025 is dat een van iedere vier inwoners. Het aantal jongeren neemt juist af. Nu is een van de vier inwoners 20 jaar of jonger, in 2025 een op de zes inwoners. Dat heeft ook gevolgen voor het leven in de kleine kernen. Ook het feit dat bezuinigingen op de gemeentebegroting nodig zijn omdat de gemeente de komende jaren minder inkomsten krijgt brengt veranderingen met zich mee.

Samen inspelen op veranderingen

B&W zijn samen met organisaties bezig met de vraag die veranderingen ook nieuwe kansen bieden. Het gemeentebestuur voelt zich vooral verantwoordelijk voor de jongeren en ouderen in de samenleving. En voor de mensen die een steun in de rug nodig hebben, omdat ze het zelf niet redden. Daarover wordt bijvoorbeeld met veel partijen nagedacht. In de eerste plaats natuurlijk met organisaties die direct met de gevolgen van bezuinigingen te maken hebben. Met de bibliotheek bijvoorbeeld, zoeken B&W binnen het bedrag wat de raad voor bibliotheekwerk heeft vastgesteld naar eigentijdse mogelijkheden om boeken dichter bij kinderen te brengen. Bijvoorbeeld in de kleine kernen. Met onder andere Betula zoekt het college in de WMO-pilot in Beltrum naar een nieuwe koers voor mantelzorg in de kleine kernen. Kennis van Betula wordt verbonden met de eigen mogelijkheden van de bewoners in de kleine kernen. Met de inwoners van de kleine kernen willen B&W nadenken over hoe we ons op de gevolgen van de demografische ontwikkelingen kunnen instellen. Welke gevolgen zien we op ons afkomen? En hoe kunnen we ons op die gevolgen instellen?

Voorbereiden doe je niet alleen

B&W en de besturen van de dorpsorganisaties zijn daarom in gesprek over de voorbereiding van de dorpsgesprekken in de kleine kernen. Over hoe ze willen samenwerken de komende jaren. En ook hoe om te gaan met de maatschappelijke ontwikkelingen die op ons afkomen. B&W en de besturen van de dorpsorganisaties zijn enkele keren bij elkaar geweest om te kijken wat de belangrijkste gesprekspunten in de verschillende kleine kernen zijn. Tijdens deze gesprekken hebben B&W en de dorpsraden van gedachten gewisseld over de nieuwe koers en de samenwerking. B&W hebben een toelichting gegeven op de nieuwe koers. De dorpsraden hebben op hun beurt aangegeven wat deze koers voor hun kleine kern betekent en ook dat zij zich zorgen maken over de leefbaarheid van hun dorp. In een tweede bijeenkomst hebben het college en dorpsraden hier verder over gesproken. Samen hebben zij belangrijke uitgangspunten voor de samenwerking besproken. Deze punten moeten verder uitgewerkt en opgepakt worden en we moeten daar ook samen alert op blijven.

Binnenkort volgt nog een bijeenkomst met de besturen van de kleine kernen om samen te kijken naar de demografische ontwikkelingen en de gevolgen voor bijvoorbeeld scholen, vrijwilligers, woningbouw en het verenigingsleven. Om met elkaar een beeld te vormen van hoe we goede leefbare dorpen kunnen houden. Om als B&W en bestuur van de dorpsorganisaties zo goed mogelijk voorbereid te zijn op het bezoek aan de kleine kernen. Om uiteindelijk samen met de kernen een visie te krijgen hoe we, ieder vanuit onze eigen rol en mogelijkheden, in kunnen spelen op ontwikkelingen.