Rekenhof onderzocht Vlaamse steun aan de letteren

21/04/2011 11:49

COUR DES COMPTES - REKENHOF

Het Rekenhof heeft de organisatie van het Vlaamse subsidiebeleid voor de letteren onderzocht. Het stelde vast dat het beleids- en regelgevend kader tekortkomingen vertoont die een doelmatige ondersteuning van het letterenbeleid belemmeren en dat de concrete invulling van het ondersteuningsbeleid door minister en administratie evenmin voldoende garanties biedt voor een doelmatige subsidiëring. Het Vlaams Parlement ontvangt ook onvolledige informatie. De Vlaamse minister van Cultuur deelde mee dat zij aan een integratie van het letterenbeleid werkt.

Inleiding

Het Vlaamse letterenbeleid valt niet onder het koepeldecreet voor de kunsten en is versnipperd over verschillende actoren: het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL), de Minister van Cultuur en het agentschap Kunsten en Erfgoed, de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) en de Nederlandse Taalunie (NTU). In 2009 besteedden die verschillende actoren samen 6,5 miljoen euro aan het letterenbeleid in Vlaanderen. Het Rekenhof onderzocht het beleids- en regelgevend kader en ging na of de invulling ervan in de praktijk garanties biedt op een doelmatige ondersteuning. Het ging ook na of het Vlaams Parlement degelijk wordt geïnformeerd.

Beleids- en regelgevend kader

Het Rekenhof concludeerde dat het Vlaamse beleids- en regelgevend kader voor de letteren tekortkomingen vertoont die een doelmatige ondersteuning belemmeren. Duidelijke, globale doelstellingen voor het letterenbeleid die alle actoren omvatten, ontbreken. Bovendien wordt de coherentie in visies en doelstellingen van de verschillende actoren en hun overeenstemming met de beleidsdoelstellingen onvoldoende bewaakt.

Taakverdeling

De regelgeving biedt een aanzet voor een werkbare taakafbakening in het letterenbeleid, maar die is niet volledig duidelijk. Voor bepaalde activiteiten is ondersteuning mogelijk op grond van verschillende regelgevingen, soms zelfs tegelijk. In tegenstelling tot andere kunstenorganisaties, kunnen letterenorganisaties bovendien ongelimiteerd projectsubsidies combineren met werkingssubsidies. Voorts voorzien twee verschillende regelingen in steun voor het residentiebeleid in het letterenveld (het tijdelijk onthaal van auteurs). Voor sommige publicaties is het onderscheid tussen de bevoegdheden van de KANTL en het VFL onduidelijk. Ten slotte zijn de overleg- en coördinatieverplichtingen in de regelgeving of de beheersovereenkomsten onvolledig.

Nominatim- en facultatieve subsidies

Ondanks de duidelijke keuze van de cultuurpactwet voor decretaal geregelde subsidiëring, komen in de letteren meerdere nominatim- en facultatieve subsidies voor. Nominatimsubsidies zijn in de begroting ingeschreven op naam van een organisatie, facultatieve subsidies staan enkel globaal vermeld in de begroting, zonder vermelding van de begunstigde. Het Rekenhof merkte daarbij op dat nominatimsubsidies zelden op een deugdelijke motivering steunen die de meerwaarde van de subsidiëring buiten elk regelgevend kader onderbouwt. Facultatieve subsidies scheppen dan weer het risico bestaande decretale subsidieregelingen te doorkruisen.

Taakverdeling in de praktijk

De minister heeft de taakverdeling voor de uitvoering van het letterenbeleid niet nader uitgewerkt in de beleids- en begrotingsdocumenten, zodat inzicht daarin in de praktijk soms ontbreekt. Afstemming tussen de verschillende overheidsactoren kan dat opvangen, maar die is vooralsnog weinig structureel. Er is alleen voldoende afstemming tussen de Vlaamse en Nederlandse Letterenfondsen, die hun samenwerking hebben verankerd in hun subsidiereglementen, maar niet tussen het VFL, Kunsten en Erfgoed, de KANTL en de NTU.

Grijze zone en overlappingen

Bij de subsidietoekenning en -opvolging komen de knelpunten uit de regelgeving tot uiting. Vooral de subsidiëring van theaterteksten en theaterkunstenaars, maar ook van non-fictie publicaties en reis- en verblijfskosten, vormt een grijze zone tussen het VFL en het kunstendecreet, die niet voldoende door overleg en informatie-uitwisseling wordt opgevangen. Het VFL verleent bovendien regelmatig projectsubsidies aan structureel ondersteunde kunstenorganisaties, een combinatie die voor andere kunstdisciplines niet mogelijk is. Twee organisaties met hoofdzakelijk letterenactiviteiten ontvangen, zonder duidelijke rechtsgrond, werkingssubsidies uit het kunstendecreet. Met de ondersteuning van sommige publicaties treedt het VFL soms ook op het terrein van de KANTL. Bovendien geeft de Vlaamse Regering het VFL soms nog bijkomende opdrachten en middelen buiten de beheersovereenkomst, wat ook de VFL-financiering weinig transparant maakt en afbreuk doet aan de autonomie van dit fonds.

Subsidiëring zonder decretaal kader

De ruime discretionaire bevoegdheid van de minister bij nominatim- en facultatieve subsidies komt de rechtszekerheid en -gelijkheid van de gesubsidieerden niet ten goede. In tegenstelling tot de andere letterensubsidies zijn deze subsidies onttrokken aan een periodieke, kwalitatieve beoordeling. De aanwending van de internationale facultatieve subsidies is bovendien ontransparant en soms onregelmatig.

Organisatie

De betrokken administratieve diensten zijn vrij goed georganiseerd voor de behandeling van subsidiedossiers, met duidelijke takentoewijzingen, procedures en functiescheidingen. Ze bezorgen de minister informatie over subsidiebedragen en begunstigden, maar niet over doelbereik.

Informatie aan Vlaams Parlement

Het Vlaams Parlement ontvangt versnipperde en ongelijkmatige informatie over de uitvoering van het letterenbeleid. Een duidelijk en volledig overzicht van de letterensubsidies en -projecten ontbreekt. De verschillende rapporten bevatten vooral informatie over verstrekte subsidies, maar weinig over de resultaten en effecten van het letterenbeleid.

Reactie van de minister

Volgens de Vlaamse minister van Cultuur zal het geïntegreerd letterenbeleid, dat zij momenteel uitwerkt, tegemoetkomen aan tal van conclusies en aanbevelingen van het Rekenhof. Een aantal aanbevelingen vragen volgens haar wel verdere inhoudelijke afweging.

___________________________________________________________________________

Het auditverslag Ondersteuningsbeleid van de letteren in Vlaanderen is bezorgd aan het Vlaams Parlement. Het integrale verslag en dit persbericht zijn beschikbaar op de website van het Rekenhof (www.rekenhof.be).

Contactpersoon:

Vlaamse cel Publicaties: Terry Weytens, weytenst@ccrek.be, 02/551.84.66 of Marc Galle, gallem@ccrek.be, 02/551.86.65.

Voor eventuele hyperlinks en bijlagen: Zie het origineel