Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Hooghalen, 18 april 2011

Molukse markering in kamp Westerbork

Op 23 april a.s. wordt op het terrein van kamp Westerbork een blijvende markering onthuld ter herinnering aan de 20-jarige bewoning van dit kamp door Zuid-Molukkers. Het bestaat uit authentieke barakdelen, teruggeplaatst op de originele plek. Hiermee krijgt voor het eerst een andere bewoningsgeschiedenis van kamp Westerbork dan die van het Judendurchgangslager een blijvende verwijzing op de historische plek. Deze markering is bovendien de eerste stap in het project Historische plek.

De Schattenbergmarkering is, in overleg met de Molukse gemeenschap, gerealiseerd door het Herinneringscentrum Kamp Westerbork en financieel mogelijk gemaakt door Stichting Het Gebaar. In het Herinneringscentrum Kamp Westerbork is vanaf 23 april de tentoonstelling Molukkers in kamp Westerbork te zien. Op die dag verschijnt ook een lees- en kijkboek over het verhaal van woonoord Schattenberg en zijn bewoners. Dit boek getiteld Molukkers in kamp Westerbork wordt uitgegeven door Just Publishers en Herinneringscentrum Kamp Westerbork.

Het project Historische plek zal in de komende jaren leiden tot een grotere zicht- en kenbaarheid van het terrein van kamp Westerbork. Daaronder vallen onder meer terugplaatsing van authentieke barakken, het duurzaam veiligstellen van de woning van de kampcommandant, markering van historische sporen en toepassing van digitale informatiedragers.

Toen de Joodse kampoverlevende Gerhard Durlacher in 1967 voor het eerst weer terugkwam in Westerbork was zijn verrassing groot: 25 jaar na zijn gedwongen verblijf in Durchgangslager Westerbork bleek er sprake van een nog steeds functionerend barakkendorp. Weliswaar andere berooide mensen dan al die Joden destijds, maar wel levend in dezelfde doch nu vervallen barakken. Kamp Westerbork was er niet meer maar toch ook nog wel een beetje. De naam bestond niet meer en was veranderd in woonoord Schattenberg, maar als plek en infrastructuur voor gedwongen huisvesting was het er nog steeds. De plek die nu algemeen wordt geassocieerd met de Jodenvervolging kent dus een langere geschiedenis dan alleen de periode 1940-1945. Op 21 maart 1951 kwamen in Rotterdam de eerste Ambonezen aan: militairen van het Koninklijk Nederlandsch Indisch leger (KNIL) en hun gezinnen die in opdracht van de Nederlandse overheid naar hier kwamen. Hun verblijf zou tijdelijk en van beperkte duur zijn. De huisvesting van deze Molukkers geschiedde in vele oude werkkampen, maar eveneens in voormalige nazi-concentratiekampen. Enkele dagen later was de aankomst van een grote groep in kamp Westerbork. Velen zouden volgen. De grootste omvang was er toen er meer dan 3.000 Molukkers woonden. De naam werd gewijzigd in woonoord Schattenberg. Het zou de langste bewoningsgeschiedenis van dit kamp worden: pas in februari 1971 vertrok het laatste Molukse gezin, op weg naar integratie in Nederlandse dorpen en steden. Met hun gedwongen vertrek kwam er ook een einde aan een meer dan 30-jarige bewoningsgeschiedenis van het kamp en volgde afbraak. In tegenstelling tot de herinneringen aan Westerbork van de Joodse kampoverlevende Durlacher zijn die bij de oud-Schattenbergers veelal positief en met warme gevoelens. Het kamp was een besloten en veilige samenleving die weinig met de 'buitenwereld' te maken had. Of zoals een meisje het schreef naar aanleiding van de verhuizing naar een woonwijk: 'Ik ben liever in Schattenberg, daar is het veel leuker en schoon. In Schattenberg zijn veel bossen. Je kunt er wel verdwalen. Ik geloof dat we in de grote vakantie gaan verhuizen en als we gaan verhuizen maken ze de huizen weg. Arme, arme Schattenberg. Nu gaat Schattenberg weg.'