Gemeente Utrecht

2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
46
Vragen van mevrouw drs. N.M. van Gemert
(ingekomen 3 april 2011 en antwoorden verzonden door het college op 26 april)

Per 1 januari 2010 heeft de gemeente na aanbesteding aan vijf organisaties een gunning verleend voor het leveren van huishoudelijke thuiszorg, te weten Aveant, Thuiszorg Service Nederland (TSN), T-Zorg, Zorggarant Thuiszorg en Amant. Deze laatste Amersfoortse organisatie is per 1 januari 2010 overgenomen door TSN, waardoor er vanaf het begin feitelijk vier organisaties een gunning hadden. Aveant is, na een eerdere fusie met Cascade en vervolgens met Zuwe Zorg, nu ook met Careyn gefuseerd. Careyn Zuwe Aveant behoort tot de grootste zorgorganisaties van ons land. Door fusies is Aveant verbonden met diverse zorgorganisaties en in Aveant Thuishulp BV via een joint venture met het schoonmaakbedrijf Facilicom. Organisaties die tot 2010 een gunning van de gemeente hadden (Zuwe, Nedzorg, en Flexicare) zijn allen verbonden met Careyn Zuwe Aveant. Nedzorg heet nu Nedzorg Flex en is nu het flexbedrijf van Careyn. Flexicare bestaat uit meerdere aparte bedrijven. Flexicare Stad Utrecht levert flexibel personeel aan Aveant. Ook werkt Aveant met diverse onderaannemers en met uitzendbureaus. Dit laatste doen ook andere door de gemeente aangewezen thuiszorgorganisaties zoals TSN. De zorg staat onder grote druk door alle veranderingen, de aanbestedingen in de huishoudelijke zorg, bezuinigingen, nieuwe financieringssystemen (zorgzwaartebekostiging) en organisatorische veranderingen onder andere als gevolg van de fusie. Er heerst onder personeel en cliënten veel onrust over deze ontwikkelingen. De zorg voor de bewoners van verpleeghuizen heeft eronder te lijden. Dagbestedingen sluiten. En de thuiszorg, zowel de verpleging en verzorging als de huishoudelijke zorg, gaan steeds verder achteruit. Er is onzekerheid over de toekomst. De arbeidsomstandigheden zijn zeer verslechterd.


1. Deelt u mijn mening dat er zo langzamerhand geen touw meer is vast te knopen aan wie welke zorg onder welke voorwaarden verleent? Deelt het College tevens mijn mening dat het aanbesteden van de thuiszorg aan vier organisaties, met alle voorwaarden van dien, een jaar later een wassen neus is? Nee


2. Is bij de gemeente bekend hoeveel en welke onderaannemers de huishoudelijke zorg leveren? Ja


3. Kan het college aangeven hoe erop wordt toegezien dat de afspraken uit de aanbestedingsprocedure worden nagekomen in het geval van fusies en onderaannemers? Is er voldoende toezicht op de kwaliteit van onderaannemers door hoofdaannemers? Zo ja, zijn er afspraken gemaakt over de te leveren kwaliteit en vindt er controle plaats op naleving ervan? De eisen uit de aanbestedingsprocedure zijn onverminderd van toepassing op onderaannemers. De gemeente Utrecht houdt toezicht op de kwaliteit van de hoofdaannemer. De hoofdaannemer is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de onderaannemer en is voor de gemeente Utrecht het aanspreekpunt. Als een hoofdaannemer een onderaannemer wil inschakelen, moet de gemeente daarvoor toestemming geven. Via 4 wekelijkse managementinformatie, kwartaal overleg, themabijeenkomsten, accountantsverklaringen en klanttevredenheidsonderzoek houdt de gemeente Utrecht toezicht op de kwaliteit. Zie ook antwoord op vraag 6.
4. De Inspectie voor de Gezondheidszorg geeft aan dat het Kwaliteitsdocument voor verantwoorde hulp bij het huishouden onvoldoende door de gemeenten gebruikt wordt. Kan het College aangeven of het gebruik van het Kwaliteitsdocument voor verantwoorde hulp bij het huishouden verplicht wordt gesteld, ook in het geval van onderaannemers? Zo nee, bent u bereid het verplicht te stellen, zoals aangegeven in het bestek? Een rechtstreekse verwijzing naar het Kwaliteitsdocument van de Inspectie voor de gezondheidszorg is opgenomen in de eis dat de medewerkers bij de zorgaanbieders die gecontracteerd zijn, moeten voldoen aan de kwaliteitseisen zoals ze zijn opgenomen in het Kwaliteitsdocument voor verantwoorde Hulp bij het Huishouden. In de andere kwaliteitseisen die zijn opgenomen in het bestek is geen rechtstreekse verwijzing zichtbaar, maar kwaliteitseisen uit het document van de Inspectie als klantgerichtheid, communicatie met de cliënt en deskundigheid van de medewerkers zijn opgenomen in de overige eisen in het bestek. De eisen die aan de hoofdaannemer worden gesteld gelden onverminderd ook voor de onderaannemers. Zie antwoord op vraag 3.

De indicaties voor de huishoudelijke zorg, waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, worden meestal telefonisch afgedaan. Er zijn veel berichten over vermindering van uren huishoudelijke zorg en van toewijzing van niveau HHV1 in plaats van het gevraagde niveau HHV2. Communicatie over de indicatiestelling is moeilijk. Van een gesprek 'aan de keukentafel' met de zorgvrager en bij de zorgvrager betrokken mensen is zelden sprake. Veranderingen in indicatie hebben gevolgen voor de zorgontvanger, maar ook voor de zorgverleners. Roosters zijn gewijzigd, ze krijgen minder uren werk, maar meer werkdruk (hetzelfde werk in minder tijd). Werkbegeleiding en scholing ontbreken tegenwoordig nagenoeg geheel, waardoor de kwaliteit nog verder onder druk komt.


5. Op welke wijze worden de rechten en arbeidsomstandigheden van medewerkers in de huishoudelijke zorg gewaarborgd? Het is de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder om de rechten en arbeidsomstandigheden te waarborgen.


6. Kan het College aangeven hoe de kwaliteit en de indicatie van de thuiszorg wordt gecontroleerd? De kwaliteit en de indicatie wordt overeenkomstig een door de gemeente vastgesteld protocol gecontroleerd door de accountant van de zorgaanbieder. De accountant moet controleren of op het totaal van de geïndiceerde uren tenminste 75% is geleverd. Op cliëntniveau moet de accountant (steekproefsgewijs) controleren of het juiste niveau van zorg is ingezet. Cliënten die een HBH 2 indicatie hebben, moeten de zorg geleverd krijgen door een daarvoor gekwalificeerd personeelslid van de zorgaanbieder. De accountantsverklaring moet jaarlijks aan de gemeente worden overgelegd. De accountant van de gemeente controleert die verklaring. Naast de jaarlijkse accountantscontrole moet de zorgaanbieder aan het eind van elke periode van 4 weken managementinformatie aan de gemeente overleggen. Hierin worden onder andere gegevens gevraagd over de kwaliteit en de indicaties. Elk kwartaal vindt er met elke zorgaanbieder afzonderlijk overleg plaats waarin in elk geval de managementinformatie wordt besproken. Als er aanleiding is worden acties afgesproken en vindt bijsturing plaats. De gemeente controleert de tevredenheid bij de cliënten via het jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek. Sinds dit jaar zijn er klantenpanels ingericht waar groepsgewijs aan cliënten de tevredenheid wordt besproken. De uitkomsten van deze klantenpanels worden aan de gemeente teruggekoppeld. Al deze zaken samen zorgen voor een periodieke controle op de kwaliteit en de indicatie.

Verder heeft de SP fractie nog enige vragen bij de afhandeling van de hulpvraag. Zo is een geval bekend van een vrouw die gevallen was en daarbij haar ribben had gebroken, waardoor ze alleen mocht liggen. Daarom had ze op korte termijn hulp nodig bij het huishouden, dit is ook bevestigd door haar huisarts. De gemeente ging echter het hele indicatietraject door, waardoor het bijna een maand duurde voordat ze hulp kreeg. Op dat moment was ze voor een groot gedeelte al hersteld en was de hulp al bijna niet meer nodig. Haar huis is in deze periode behoorlijk vervuild.


7. Kan het college naar aanleiding van dit en andere bij de SP bekende gevallen aangeven hoe het zit met hulp zonder indicatie bij spoedgevallen? Spoedzorg bij Hulp bij het Huishouden komt alleen in uitzonderingsgevallen voor Van spoedzorg is sprake als er jonge kinderen in een gezin zijn en de verzorgende ouder geheel niet in staat is het huishouden te voeren of als er maaltijdondersteuning nodig is. Spoedzorg moet onderbouwd worden aangevraagd door een (para)medicus (bv huisarts) of door een transferverpleegkundige. De aanvraag wordt na binnenkomst meteen beoordeeld zodat de zorg meteen kan worden ingezet.


8. Is het juist dat de huishoudelijke zorg stopt gedurende de weken dat een bezwaarprocedure loopt? Nee, dat is niet in alle gevallen juist. In het kader van een bezwaarschrift moeten twee situaties worden onderscheiden. Als een nieuwe aanvraag voor Hulp bij het Huishouden is afgewezen en daartegen wordt een bezwaarschrift ingediend, is de HBH niet gestart en loopt deze dus ook niet door. Als na een herindicatie een nieuw besluit is genomen en de belanghebbende komt hiertegen in bezwaar dan wordt de HBH geleverd conform het nieuwe besluit totdat er een uitspraak op het bezwaarschrift is. Het nieuwe besluit kan het einde van het recht op Hulp bij het Huishouden inhouden. Als dat het geval is, wordt er geen zorg geleverd tijdens de afhandeling van het bezwaarschrift.


9. Herinnert het College zich de door mij gestelde vragen (2010, nummer 46) over (her)indicaties? Zo ja, kan het College de wijzigingen aangeven in het aantal indicaties voor de thuiszorg die door de gemeente zelf worden gedaan? Ja.
De afgelopen jaren neemt het aantal indicaties dat de gemeente zelf doet toe. In díe gevallen waarin de gemeente al over veel informatie van de cliënt beschikt, is een voor de cliënt intensief en tijdrovend advies door een externe partij niet nodig. Ook maakt de gemeente steeds meer gebruik van paramedici die in dienst zijn en heeft zij veel geïnvesteerd in opleiding en scholing van eigen personeel. Zij kunnen met behulp van de informatie die al beschikbaar is en de eigen expertise in veel gevallen de indicatie uitvoeren. De verhouding tussen eigen indicatie en indicatie door een externe partij is op dit moment zo'n 80% - 20%.


10. Kan het College een overzicht geven van de resultaten van de herindicaties het afgelopen jaar? Wat zijn de gevolgen? Wat zijn de wijzigingen in uren geïndiceerde huishoudelijke hulp (bijvoorbeeld 3 uur per week wordt 2 uur per week) en in niveau van deze hulp (HHV2 wordt HHV1)? --- Kan de gemeente de indicatie wijzigen op basis van een telefoontje?

Het is op korte termijn niet mogelijk inzicht te geven in het aantal herindicaties over het afgelopen jaar en wat daar de gevolgen van zijn.
De verhouding tussen HBH 1 en HBH 2 is op dit moment 70% HBH 1 en 30% HBH2. In deze verhouding is de afgelopen tijd niet veel veranderd. De indicatie kan op basis van een telefonische intake worden gewijzigd en kan ook na een huisbezoek door de gemeente of door een externe partij. Het wijzigen van een indicatie gebeurt op een zorgvuldige manier. Als de cliënt een verzoek indient voor een herindicatie, of als de huidige indicatie afloopt, vindt er altijd een gesprek met de cliënt plaats, eventueel aangevuld met informatie van mantelzorgers en / of een betrokken professional. Dit gesprek wordt via een indicatieformulier gevoerd. Als er bijzondere omstandigheden zijn die niet telefonisch kunnen worden beoordeeld, wordt een huisbezoek afgelegd.

---- --