Partij van de Arbeid

Partij van de Arbeid

Den Haag, 26 april 2011

Vragen van Vermeij (PvdA) over een geconstateerde lacune in de inkomensvoorziening voor oudere werklozen met een ondernemersverleden

aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid


1. Bent u bekend met gevallen waarin oudere ex-zelfstandigen na een langdurige periode van zelfstandig ondernemerschap aansluitend korte tijd bij een bedrijf in dienst treden en vervolgens na ontslag op geen sociale voorziening aanspraak kunnen maken (zoals in de bijgesloten geanonimiseerde casus)?


2. Wat is uw opvatting over zulke gevallen? Bent u het met de PvdA-fractie eens dat de IOW, IOAW en IOAZ allemaal verschillende uitsluitinggronden hebben die, bij elkaar genomen, tot een vacuüm voor een oudere zonder werk kunnen leiden? Zo nee, waarom niet?


3. Bent u het eens met de PvdA-fractie dat er sprake is van een onwenselijke lacune in de voorzieningen, doordat een kleine groep werklozen in de knel kan komen door verschillende uitsluitingsgronden? Zo nee, waarom niet?


4. Waarom is er in deze wetten geen billijkheidsclausule? Bent u het met de PvdA-fractie eens dat zo'n clausule een gepaste oplossing voor het geconstateerde probleem zou kunnen zijn, mede met het oog op de beperkte omvang van de gedupeerde groep? Zo nee, waarom niet?


5. Bent u bereid om op korte termijn een voorstel voor reparatie van dit gat naar de Kamer te sturen, bijvoorbeeld een aanpassing van de arbeidsverledenvoorwaarde in de IOW? Zo nee, waarom niet?

PvdA-Voorlichting
Plein 2
Postbus 20018, 2500 EA Den Haag