Voormalig topturnster veroordeeld tot gevangenisstraf gelijk aan voorarrest
Den Haag , 3-5-2011
De rechtbank 's-Gravenhage heeft vandaag een 25-jarige voormalige
topturnster veroordeeld tot een gevangenisstraf van 72 dagen. Deze
straf is gelijk is aan de tijd die zij vorig jaar in voorarrest heeft
gezeten.
De vrouw is schuldig bevonden aan poging tot afdreiging (chantage) van
twee personen die volgens haar buitenechtelijke intimiteiten hadden
begaan. Zij heeft deze personen geconfronteerd met foto's die zij van
hen gemaakt had en waarop deze intimiteiten te zien zouden zijn. De
slachtoffers hebben haar echter geen geld betaald, maar aangifte gedaan
bij de politie.
De vrouw heeft dit feit ook bekend. De rechtbank denkt dat zij uit
winstbejag heeft gehandeld en gelooft niet dat haar handelen op morele
motieven steunde. Een dergelijk motief zou overigens aan de
strafwaardigheid ook niet afdoen.
De vrouw is vrijgesproken van de overige feiten die haar waren
tenlastegelegd.
Dat is in de eerste plaats het bezit van kinderpornografische
videofragmenten op een laptop en drie kinderpornografische foto's op
een SD-kaart van een fototoestel.
De laptop waarop de kinderporno is aangetroffen heeft de vrouw pas
gekregen nadat de bestanden er op zijn geplaatst. Het is dus mogelijk
dat ze hier niets van afwist.
Met betrekking tot de drie foto's op de SD-kaart geeft het
proces-verbaal van de politie onvoldoende inzicht om te komen tot een
oordeel over de vraag of de vrouw opzet heeft gehad op het bezit van de
foto's of iets wist van de aanwezigheid ervan.
De vrouw is verder vrijgesproken van belemmering van doorzoeking van de
auto waarin ze zat door de politie. De tenlastelegging is zodanig
opgesteld dat deze niet strookt met de strafbaarstelling in het wetboek
van strafrecht.
Zoals ook de de officier van justitie heeft gevraagd is verdachte ook
vrijgesproken van het bezit van een wapen.
De vrouw heeft vorig jaar 72 dagen in voorarrest gezeten. De rechtbank
is van oordeel dat zij met dit voorarrest voldoende is gestraft. Voor
toezicht van de reclassering ziet de rechtbank geen aanleiding.
Uitspraken:BQ3292
Zie het origineel
Rechtbank Den Haag