Rijksoverheid


3 mei 2011

Beantwoording schriftelijke vragen mw. Wiegman over timeoutvoorziening Het Passion

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wiegman ­ van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) over de effectiviteitsstudie van timeoutvoorziening Het Passion in Hummelo (2011Z06731).

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner



Vragen van het lid Wiegman ­ van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over de effectiviteitsstudie van time-outvoorziening Het Passion in Hummelo (ingezonden 31 maart 2011)

Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het rapport: `Van grote betekenis! Effectiviteitsstudie van time-outvoorziening Het Passion in Hummelo'? 1) Wat is uw reactie op de conclusies van het rapport? Antwoord 1 Ja. In het rapport wordt onder meer geconcludeerd dat de time-outvoorziening door de inzet van hulpverleners en vrijwilligers zeer effectief is, dat cliënten het verblijf in de voorziening waarderen en dat de van te voren gestelde doelstellingen in belangrijke mate worden behaald. Ik ben blij om te lezen dat mensen bij Het Passion even op adem kunnen komen om daarna hun leven een positieve wending te geven.

Vraag 2 Deelt u de mening dat deze time-outvoorziening mede effectief is door haar specifieke karakter en ligging? Antwoord 2 Ik kan mij voorstellen dat een rustige omgeving en het contact met vrijwilligers bijdragen aan de effectiviteit van de time-outvoorziening.

Vraag 3 Hoe verklaart u dat instellingen die buiten gemeentegrenzen om Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)-activiteiten faciliteren en een landelijke instroom hebben, zoals Het Passion, moeilijk decentraal gefinancierd kunnen worden? Antwoord 3 Ik veronderstel dat gemeenten in veel gevallen geneigd zullen zijn om in eerste instantie te zoeken naar ondersteuningsaanbod binnen de eigen regio. Daarmee bestaat bovendien (veelal reeds langere tijd) een subsidierelatie. Voorts sluit ik niet uit dat niet alle gemeenten op de hoogte zijn van het bestaan van timeoutvoorzieningen.

Vraag 4 Hoe gaat u gemeenten stimuleren en faciliteren om Wmo-gelden te bundelen om over gemeentegrenzen heen time-outvoorzieningen mogelijk te maken? Antwoord 4 Het is aan gemeenten om het aanbod van voorzieningen op het terrein van maatschappelijke ondersteuning voor hun burgers te bepalen. Of Wmo-middelen van meerdere gemeenten worden gebundeld, is dus afhankelijk van de wens daartoe van gemeenten. Als gemeenten overtuigd zijn van de waarde van timeoutvoorzieningen kunnen zij daarvoor middelen vrijmaken, al dan niet gebundeld. Daarvoor is echter in de eerste plaats noodzakelijk dat gemeenten op de hoogte zijn van het bestaan van time-outvoorzieningen. Ik ben bereid in mijn contacten met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten te wijzen op het bestaan van dergelijke voorzieningen.

Vraag 5 Bent u bereid om voor de behandeling van de voorjaarsnota inzichtelijk te maken wat op landelijk niveau het effect is van investeringen in maatschappelijke opvang in samenhang met kosten en baten van zorgverlening, politie, justitie en verzekeringen, gezien de resultaten van het onderzoek naar de business case van de gemeente Rotterdam? 2) Antwoord 5 De genoemde business case van de gemeente Rotterdam is mede aanleiding geweest voor mij om onderzoek te laten doen naar de kosten en baten van maatschappelijke opvang. Het rapport `Kosten en baten van Maatschappelijke opvang' is daarvan het resultaat. Het laat zien dat ook op landelijk niveau gesteld kan worden dat maatschappelijke opvang (mede in financieel opzicht) zinvol is en leidt tot besparingen elders. Ik heb uw Kamer het rapport recent toegezonden en zal in de voortgangsrapportage maatschappelijke opvang nader ingaan op dit onderzoek. Vraag 6 Deelt u de mening dat voor de groep dak- en thuislozen een indicatie met teru gwerkende kracht wel declarabel zou moeten zijn, daar op een timeoutvoorziening voor dak- en thuislozen namelijk veel niet-geïndiceerde zorgmijders komen? Zo ja, hoe wilt u dit organiseren? Antwoord 6 Ik ben in het algemeen van mening dat het vlot verlopen van de diagnosestelling en indicatieprocedure erg belangrijk is. Voor mensen met psychiatrische problematiek en zorgmijdend gedrag geldt dat eens te meer. In het kader van het Plan van Aanpak Kwetsbare Personen Rotterdam loopt vanaf oktober 2010 een pilot, waarin wordt onderzocht of een versnelling van de indicatieprocedure via het Standaard Indicatie Protocol (SIP) op verantwoorde wijze kan plaatsvinden. Op dit moment worden de evaluatieresultaten beoordeeld, waarbij ook wordt nagegaan of de pilot voldoende basis biedt voor besluiten over verdere toepassing. Deze inspanningen om de indicatie te versnellen, doen er niet aan af dat de gemeente verantwoordelijk blijft voor de begeleiding tot het moment dat gebruik kan worden gemaa kt van AWBZ-zorg.

Vraag 7 Is het mogelijk binnen de financiering van zorgzwaartepakketten een ontheffing van kracht te laten zijn voor time-outvoorzieningen, zodat zij `verblijf', ondanks de formeel te korte duur, toch vanuit een zorgzwaartepakket kunnen financieren, zodat de kleinschaligheid van deze voorzieningen met de daaraan gekoppelde effectiviteit geborgd kan blijven? Zo ja, hoe wilt u dit mogelijk maken? Zo nee, waarom is dit niet mogelijk? Antwoord 7 Ik ben van mening dat de huidige financiering volstaat. De korte duur is geen belemmering voor het aanvragen van een zorgzwaartepakket (ZZP). Indien deze cliënten in aanmerking komen voor verblijf, wordt door het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) een ZZP afgegeven. De zorgaanbieder heeft wel een toelating voor verblijf nodig van het CIBG.


1) Van grote betekenis, effeciviteitsstudie van time-outvoorziening Het Passion in Hummelo, centrum voor samenlevingsvraagstukken : http://www.hetpassion.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=55:on derzoek-qvan-grote-betekenisq&catid=33:publicaties&Itemid=79 2) Oog voor kwetsbare burgers, BMC: http://www.bmc.nl/files/uploads/09M354%20prf%204%20Special%20MO%2021x 23.pdf