Gemeente Dirksland


Dodenherdenking Dirksland

Woensdagavond 4 mei jl. vond de Nationale Dodenherdenking plaats. Ook in Dirksland werd stil gestaan bij de gevallenen â burgers en militairen â die, waar ook ter wereld, zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.

Burgemeester Stoop sprak de volgende woorden tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de Hervormde kerk in Dirksland:

Misschien kent u het boekje âwaarom de tram stil stondâ¦â. Ik kreeg dit boekje, waarvan W.G. van de Hulst jr. de schrijver is, toen ik op de basisschool zat. Het gaat over twee jonge meisjes die zich afvragen waarom op de avond van de vierde mei tegen acht uur de tram stopt, terwijl hij niet bij een halte staat. Via een omweg horen ze later van een oudere mevrouw een deel van een aangrijpende familiegeschiedenis uit de Tweede Wereldoorlog, waarbij twee kleine meisjes het dodelijk slachtoffer worden van een beschieting. In de typische Van de Hulst-stijl wordt uitgelegd wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in ons land is gebeurd.

Bij het voorbereiden van mijn toespraak moest ik aan dit verhaal terugdenken. Waarom zijn we twee minuten per jaar stil? Wat is het nut en de noodzaak van een Nationale Dodenherdenking, waarbij we letterlijk en figuurlijk worden stilgezet om te denken aan onze burgers en militairen die door oorlogsgeweld om het leven zijn gekomen?

Draagvlak voor herdenken blijft

Eigenlijk is het verbazingwekkend dat deze vragen ieder jaar weer naar boven komen. Want ondanks het feit dat de Tweede Wereldoorlog al 66 jaar achter ons ligt, blijven Nederlanders grote belangstelling houden voor wat er toen is gebeurd, zowel in Nederland, in Europa als in andere delen van de wereld.
Evenzo blijft 86 procent van de Nederlanders de herdenking op 4 mei belangrijk vinden. Dat de vraag over nut en noodzaak toch iedere keer opduikt, beschouw ik maar als het iedere keer weer zoeken naar het bevestigende antwoord: ja, herdenken is belangrijk! Ik vind het overigens begrijpelijk dat de aandacht bij de Dodenherdenking meer en meer ook uitgaat naar alle oorlogsslachtoffers, wereldwijd van welke oorlog dan ook.

Dag in, dag uit, worden we via de media geconfronteerd met berichten over onderdrukking, onvrijheid en oorlog. Niet dichtbij, maar toch. In ons land worden de grenzen aan vrijheid afgetast. We discussiëren en disputeren over de betekenis en de consequenties van onze grondwettelijke vrijheden. In een aantal gevallen wordt de gang naar de rechter gemaakt om te laten vaststellen in hoeverre de vrijheid van de een die van de ander mag schenden of inperken.
Dit kunnen wij ons allemaal permitteren, omdat we vanuit de geschiedenis mogen beseffen dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.

Jaarthema 2011: Vrijheid op straat

Het jaarthema van 2011 is vrijheid op straat. U vraagt zich misschien af waarom dit zo gekozen is. Wel, omdat vrijheid heel dicht bij uw eigen dagelijkse leefomgeving begint. Op het moment dat u of jij van huis gaat, is er de straat, de openbare ruimte. De plek waar iedereen mag gaan en staan waar hij of zij wil. Dat vinden we allemaal heel normaal. Daar is niks bijzonders aan, toch?

Denkt u zich echter in dat tijdens de Tweede Wereldoorlog een avondklok was ingesteld. Na een bepaalde tijd mocht niemand zich meer op straat vertonen. De Duitse bezetter wilde de totale controle van de openbare ruimte. En dat niet alleen in de avond en nacht. Ook overdag waren er de wegversperringen, de controles, de aanhoudingen van mensen zonder enige concrete aanleiding.

Voor Joden waren de beperkingen nog ernstiger. Zij kregen als volk een etiket, hen werd de toegang tot bepaald buurten en wijken ontzegd door middel van de beschamende bordjes âVoor Joden verbodenâ. Vrijheid op straat? Geen sprake van. Daartegenover angst: angst voor de razzia, angst voor de deportatie, waarvan later duidelijk werd dat deze onverbiddelijk de eenrichtingsweg naar de dood was.

Wie de recente gebeurtenissen in verschillende landen in het Midden-Oosten op zich laat inwerken, beseft wat vrijheid op straat betekent. Inwoners van Cairo, Misrata, Damascus en Sanaa eisen democratie en vrijheid. Zij deden dat door massaal samen te komen. Wie herinnert zich niet de indrukwekkende beelden van het Tahrir-plein? Door grootschalige demonstraties op straat laten burgers merken dat zij veranderingen willen afdwingen. Een aantal dictatoriale regimes reageert door middel van meedogenloos geweld tegen de eigen burgers. Vrijheid op straat? Integendeel: legereenheden zaaien dood en verderf. Verdere onderdrukking dreigt.

Echter ook in andere delen van de wereld blijkt dat de vrijheid op straat een papieren werkelijkheid is. Ik denk aan de bloedige spiraal van geweld in Ivoorkust na de presidentsverkiezingen van eind vorig jaar. Ik denk aan inwoners van Birma, aan wie beloften zijn gedaan over vrijheid, die tot nu toe niet waargemaakt zijn. Ik denk aan de repressie van het regime van Noord-Korea. Ogenschijnlijk is uit de beelden die mondjesmaat tot ons kunnen doordringen af te leiden dat de straat er netjes uitziet. Schijn bedriegt echter. Ik zou zo nog wel een tijdje kunnen doorgaan met het noemen van voorbeelden waar geen vrijheid op straat is.

De straat in Nederland

Laten we eens dichter bij huis kijken hoe het gesteld is met de vrijheid op straat. Gelukkig hoeven we niet bang te zijn dat er kinderen slachtoffer worden van niet-opgeruimde landmijnen. Gelukkig hoeven we niet bang te zijn dat we vanwege onze uiterlijke kenmerken, zoals huidskleur of kledingkeuze, worden opgepakt. We kunnen ons vrij bewegen en van A naar B gaan. Dat betekent echter niet dat deze vrijheid onbegrensd of onbeperkt is. Er zijn namelijk spelregels afgesproken over het gebruik van de straat. Het meest letterlijk en simpel zijn de verkeersregels: rechts rijden, voorrang geven, parkeren op aangegeven plaatsen, geen rommel achterlaten. Hoewel simpel, de naleving van deze vrijheden is soms knap ingewikkeld.

De vrijheid op straat is dus afgebakend door wettelijke regels. Deze zijn nodig om ons samenleven op straat in goede banen te leiden. Je hoort soms wel eens de uitdrukking dat âde straat regeertâ. Hiermee wordt bedoeld dat mensen op straat doen waar ze zelf zin in hebben, zonder zich iets gelegen te laten liggen aan de belangen van anderen of aan de uitgevaardigde regels, de geboden en verboden. Je zou kunnen zeggen: vrijheid op straat in optima forma. Het is tegelijk ook een grote kans op chaos, op onenigheid. Die kant moeten we dus niet op.

Vrijheid op straat is een groot goed. Vrijheid ligt als het ware op straat, maar niet tegen elke prijs. We krijgen en houden de vrijheid niet zomaar. Vrijheid heeft een nauwe relatie met verantwoordelijkheid. De gebruiker van de straat heeft ook verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid om ruimte te bieden aan anderen.

Uitleiding

Ik kom nog een keer terug op het boekje âwaarom de tram stil stondâ¦â. Daarin staat een plaatje van een jongen op een fiets. Hij wordt staande gehouden door een agent, die hem er op wijst dat het acht uur in de avond is. Hij moet stil blijven staan. Zijn vrijheid om de straat te gebruiken wordt voor twee minuten beperkt.

Straks zijn we bij het monument ook een moment stil. We gedenken in dankbaarheid hen die zich in het verleden hebben ingezet voor de vrijheid op straat.

Â