Gemeente Giessenlanden
Vrijheid (toespraak burgemeester Els Boot tijdens 4 mei-herdenking)
De ouderen onder u kennen hem nog wel: Reinhard Mey. De componist en
liedjesschrijver. Zijn liedjes worden gekenmerkt door eenvoudige
woorden en muziek. In combinatie met zijn mooie stem is elk liedje van
hem een sprankelende waterval, vol van gevoel dat hij over zijn
luisteraars uitstort. In een van zijn liedjes getiteld âBoven de
Wolkenâ, zingt hij over een vriendin die hij wegbrengt naar het
vliegveld. Maar het liedje gaat niet over afscheid. Terwijl hij het
opstijgende vliegtuig nakijkt, denkt hij aan de wereld boven de wolken.
Het refrein gaat als volgt:
Boven de wolken.
Moet de vrijheid wel grenzeloos zijn.
Alle angsten alle zorgen, zegt men.
Blijven daaronder verborgen en dan.
Wordt alles wat ons groot en gewichtig voorkomt.
Plotseling nietig en klein.
Â
Grenzeloze vrijheid. En dan bedoelt hij niet alleen de stippellijntjes
op de kaart maar ook de vrijheid die wij onszelf gunnen, in ons hoofd
en in ons hart. Geen angsten meer geen zorgenâ¦.
Â
Vrijheid. Hoe vaak gebruiken we dat begrip wel niet. Kunnen wonen en
werken waar je wilt. Kunnen geloven wat je wilt. Kunnen zeggen wat je
wilt. Voor ons in Nederland een vanzelfsprekendheid. Maar in veel
landen niet. Daar wordt de vrijheid beknot. Uit angst voor tegenspraak,
uit angst de macht te verliezen, uit angst dat persoonlijke belangen
geschaad worden. En alhoewel we op school al leren dat âangst een
slechte raadgever isâ, overkomt het ons regelmatig dat we oordelen en
denken vanuit angst. Jezelf bevrijden van die angst dat moet de
werkelijke vrijheid betekenen.
Â
Jaren geleden zag ik in een documentaire op televisie twee oude mannen.
Ze hadden veel gemeen. Beiden waren oud, beiden waren vader van een in
de oorlog gesneuvelde soldaat. En ze waren vijanden. Ja vijanden! Want
de ene vader was een Engelsman wiens zoon sneuvelde in Ierland in de
strijd tegen de IRA. De andere vader was een Ier wiens zoon sneuvelde
in de strijd tegen de Engelsen. Hebt u zich wel eens gerealiseerd dat
je niet in je eentje vijand kunt zijn? Dat je daarvoor altijd een ander
nodig hebt. Iemand die bereid is jou als vijand te zien? In hun
onmetelijke verdriet vanwege de dood van hun zonen hadden deze twee
mannen zich dat gerealiseerd. Wat had het vijand-zijn hen opgeleverd?
Haat, minachting en leegte. Vooral veel leegte na de dood van hun
zonen.
Â
Ergens kwamen deze twee mannen elkaar toevallig tegen en raakte aan de
praat over die gedachte. Samen besloten zij geen vijanden meer te
willen zijn, maar vrienden. Want ook een vriend kun je niet zijn in je
eentje. Ook daarvoor heb je iemand nodig die je als vriend wil zien.
Zij sloegen de handen ineen. Gaven lezingen, organiseerden
discussieavonden. En alles met maar één doel. Zij wilden datgene wat
hen overkomen was, de dood van hun zonen, zin geven. Ze wilden waakzaam
zijn, de haat te lijf gaan. Want angst was volgens hen de voedingsbodem
voor conflict en dus hadden zij hun angst voor elkaar afgelegd en
toonden dat avond aan avond aan hun publiek. Dat was hun verhaal.
Â
Maar het meest indrukwekkend van de documentaire was wel het laatste
beeld. Daar stonden ze, naast elkaar. In een grauwe omgeving, op nat
geregend asfalt, onder een grijze, zware lucht in sjofele regenjassen.
Ze keken beiden onwennig in de lens. En ineens, zonder dat daar
aanleiding voor was, zonder dat ze elkaar een signaal gaven of elkaar
aankeken, zochten ze elkaars hand.
Hun vingers strengelden zich in elkaar. Op hun mond verscheen een vage
maar vastberaden glimlach. Toen werd het beeld zwart en verscheen de
aftiteling.
Â
Vrijheid is veel meer dan je kunnen bewegen waar en hoe je wilt. Te
kunnen zeggen wat je wilt. Vrijheid is ook vrij zijn van angst. Angst
voor onderdrukking, angst voor een ander, angst voor pijn en verdriet.
Het is dat grote goed dat wij moeten beschermen.
Â
Op 4 mei roepen we op tot waakzaamheid. Nooit meer oorlog. Nooit meer
hele bevolkingsgroepen vervolgen en verachten. Geen haat. Waakzaam zijn
over uw eigen vrijheid maar ook die van de ander. Waakzaam zijn
tegenover de overheid, je stem laten horen als je dat nodig vindt.
De oproep tot waakzaamheid is geen oproep tot angst maar juist een van
verbondenheid met de mensen om ons heen. Ter nagedachtenis aan hen die
vielen is dat onze opdracht. Ik weet wat u denkt. U denkt, je bent een
idealist Boot. Als ik geleefd had in het Nederland van toen, of in het
Egypte, Libie of Syrië van nu, dan zou ik wellicht de strijd ook
aangegaan zijn. Ik ben geen pacifist. Het is een vast geloof in
vrijheid dat ons drijft. In tijden van oorlog door middel van strijd en
in tijden van vrede om de diepe betekenis van vrijheid uit te dragen.
Dat zijn we verplicht aan hen die vielen.
Â
Boven de wolken moet de vrijheid wel grenzeloos zijn, zong Reinhard
Mey. Alle angsten, alle zorgen zegt men, blijven daaronder verborgen en
dan, wordt alles wat groot en belangrijk schijnt ineens nietig en
klein. De laatste zin van het lied zingt Reinhardt Mey met hoorbareÂ
spijt in zijn stem. Ik was zo graag mee gevlogen.
Â
Els Boot
Burgemeester
Â
Els8
Â