Rijksoverheid
Toespraak minister Donner Herdenking Ereveld Loenen
Toespraak | 04-05-2011
Herdenken, gedenken en eren
Wij zijn hier gekomen om te herdenken, te gedenken en te eren wie ons
ontnomen werden door oorlog - door dè oorlog en door al die andere
oorlogen, conflicten en missies waarbij door Nederland uitge-zonden
militairen en burgers omkwamen.
Ontnomen; we spreken vaak eerbiedig over zij die hun leven gaven, maar
de meesten werd het ontnomen zonder dat hen ook maar iets gevraagd werd
of zonder dat zij maar enige keuze hadden gemaakt of zelfs konden
maken. De Joodse burgers die werden weggevoerd, de Nederlanders die
hier of in Indonesië naar kampen werden afge-voerd, burgers die
omkwamen door oorlogsgeweld, moordzucht of honger, mannen die werden
afgevoerd naar Duitsland. En ook wie in het gevecht, in het verzet of
in de koopvaardij omkwam, koos niet om het leven te geven, al was er in
die gevallen wel de bereidheid het leven in te zetten voor anderen of
althans de verontwaardiging om nee te zeggen tegen het onrecht dat men
zag en te helpen met risico voor eigen leven. Van een aantal zijn de
lichamen hier bijeen ge-bracht, maar wat ons aan hen en aan de velen
die elders of in een naamloos graf liggen herinnert, is meer dan een
graf en een naam.
Nemen niet geven; dat is eigen aan oorlogen. Blind geweld dat geen
reden kent, geen motieven heeft en geen keuzen laat, maar dat neemt,
verteert en slechts gaten achterlaat. Soms zulke gaten dat er niemand
over is om te wenen, te herinneren en te herdenken.
We herdenken vandaag al diegenen wier leven werd afgesneden door
oorlogsgeweld omdat de vreugde en de pijn van het ouder wor-den hen
werd ontzegd en zij hun leven niet als wij konden voleinden in vrede en
in een bekende omgeving. We denken vandaag aan de nabestaanden;
gezinsleden, naaste familie, vrienden, verre verwan-ten of
kindskinderen van wie omkwamen. Zij moesten en moeten verder met hun
verlies en herinneringen. Door te herdenken, door niet te vergeten,
hopen we hen daarbij te steunen.
We herdenken vandaag zelf echter ook allemaal als nabestaanden, als
overlevenden; als mensen en als samenleving die verder moet met de
herinnering aan de slachtoffers van geweld, ontbering en blinde
moordzucht en het besef dat we hen als samenleving daar niet tegen
hebben kunnen beschermen.
Vorig jaar was het zeventig jaren geleden dat oorlog en bezetting
begonnen voor Nederland. Ook ik ben slechts een nabestaande en weet
alleen uit overlevering wat anderen uit ervaring weten. Waar zij moed,
geestkracht en vaak volharding betoonden, en keuzen maak-ten die
respect afdwingen, moeten wij leven met de vraag: `en wat zou ik gedaan
hebben'.
Herdenken in de zin van terugdenken - het in gedachte herbeleven en
herinneren - verandert onvermijdelijk met de tijd, naarmate steeds
minder mensen de oorlog en bezetting uit eigen ervaring kennen. Als
herdenken in herinneren blijft steken, zullen oorlog en bezetting na
het verdwijnen van de laatste overlevenden tot papier en archief
ver-worden. Herdenken moet meer zijn. We hebben monumenten en
ge-denkplaatsen opgericht om te eren en te herdenken; hier en op vele
plaatsen elders in de wereld waar Nederlanders het leven lieten. Maar
niet wij wijden die plaatsen aan hun herinnering; dat hebben zij zelf
gedaan met hun voorbeeld. Aan ons de taak om die herinnering levend te
houden door niet slechts te herdenken, maar ook te eren en te gedenken.
Te eren de kleine en grote daden van verzet; van mensen die wei-gerden
zich bij het regime neer te leggen, die bereid waren zonodig te sterven
voor een overtuiging waarvan zij meenden dat het de juiste was. Te eren
al diegenen, afkomstig uit alle lagen en zuilen van de samenleving, die
werden opgesloten, vernederd, mishandeld en ach-teloos vermoord. Te
eren wie in de vervulling van hun plicht de on-vermijdelijke risico's
namen die nodig zijn om geweld te keren en wat van waarde is te
beschermen.
Te eren - en te gedenken. Gedenken is het bestendig voor ogen houden en
in gedachte overwegen. Gedenken is niet gericht op het verleden, maar
op heden en toekomst. Gedenken blijft als herinne-ring en herdenken
vervagen. Gedenken doen we om te leven; om te overleven.
Door hen wie we hier herdenken, te eren en te gedenken geven wij mede
betekenis aan hun strijd, moed, leed, volharding en verlies. Maar niet
wij bepalen de zin daarvan, dat deden zij. Gerrit Bos,
ge-vangenisdominee in het Oranjehotel die erbij was, zei ooit: "De
strijd van hen die vielen is zinvol geweest. Hun strijd vindt niet zijn
zin in de resultaten, maar in hun geloof en idealen." Het is wat Luther
bedoel-de: `Ook als ik wist dat de wereld morgen verging, plantte ik
vandaag nog een appelboom'. Dat is wat zin geeft.
Niet door de wijze waarop wij met onze vrijheid omgaan maken wij het
offer dat zij moesten brengen zinvol. Daar was hun inzet al ge-noeg
voor. Maar wij maken dat offer wel vruchtbaar door in ons leven en in
ons doen te gedenken wat de prijs is van oorlog, van vrijheid en van
recht. Alleen door vrijheid niet vanzelfsprekend te vinden maar deze
als verantwoordelijkheid te zien, als dagelijkse opdracht en
voortdurende plicht, doen we recht aan de offers die onze vrijheid
heeft gevraagd. Offers die verplichten tot een gelijkwaardige inzet van
ons. Dan geldt wat Churchill ooit zei: "It's not enough that we do our
best; sometimes we have to do what's required." (`Het is niet
vol-doende om ons best te doen, soms moeten we gewoon doen wat van ons
vereist wordt.')
Want vrijheid is niet de afwezigheid van lasten, beperking en plichten.
Vrijheid is de mogelijkheid om samen met anderen onze eigen en onze
gemeenschappelijke bestemming te realiseren en zeker te stel-len en
daarbij, als het aan ons ligt, de vrede te bewaren. Dat vereist
voortdurende inspanning. Zeker in tijden als de onze, waarin drei-ging,
onveiligheid en onzekerheid het vertrouwen tussen mensen en het respect
voor elkaars diversiteit op de proef stellen.
We gaan steeds meer letten op verschillen en ervaren die als
bedrei-gend. Tegenstellingen in de samenleving worden aangezet en
men-sen zien elkaar niet meer als medemens, maar als `de ander' en als
mogelijk gevaar. Dan lijken dwang en geweld al gauw nog de enig
mogelijke uitweg en oplossing voor maatschappelijke problemen. Van die
zienswijze waren ook wie wij vandaag gedenken het slacht-offer. De
prijs van die zienswijze bestendig voor ogen houden en in al ons
handelen tot uitdrukking brengen, dat is wat gedenken inhoudt. Bedenken
dat ieder mens verschilt van de ander. Dat diversiteit de essentie is
van de mensheid. Dat in vrijheid samenleven en samen-werken wederzijds
respect vergt en vertrouwen, en de bereidheid om verschillen te
accepteren. Het vergt een stabiele, veilige gemeen-schap; een overheid
die in staat is om geschillen te beslechten en verschillen te
overbruggen. Maar het vergt bovenal dat wij zelf onze vrijheid
verantwoord gebruiken en ons inzetten voor de gemeen-schap die deze
waarborgt.
Wat de jaren die nog komen ons brengen zullen? Wat onze toekomst daarin
zal zijn? We weten het niet. Maar naast vooruitgang en vreug-de, zal er
ongetwijfeld ook rampspoed en pijn zijn. Mogen we dan ook steun vinden
in het gezamenlijk herdenken van wie ons eerder door oorlog ontnomen
werden. En steun vinden in het gedenken van wat de prijs is die betaald
moet worden als we vrede vanzelfsprekend gaan vinden en vrijheid als
een geboorterecht gaan zien waar we niets voor hoeven te doen. En steun
vinden in het eren van wie niet ouder zijn geworden, zoals wij; die de
jaren zijn ontzegd door oorlog en geweld. Door hen te gedenken bij het
ondergaan en het weer op-gaan van het licht, vergeten wij ze niet.
Dank u.
Hun lichamen zijn hier bijeen gebracht, maar wat ons aan hen herin-nert
is meer dan een graf en een naam.
They shall not grow old, as we that are left grow old:
Age shall not weary them, nor the years condemn.
At the going down of the sun and in the morning,
We will remember them.
"Nederland zal de martelaren, die vielen voor zijn bevrijding, nimmer
vergeten. Naam voor naam, persoon voor persoon, zal hun nage-dachtenis
bij ons voortleven Wilhelmina 1942
Diep respect zullen wij blijven voelen voor degenen die bij het
vervul-len van hun opdracht hun leven hebben gegeven. Zij - en hun
nabe-staanden - blijven in onze gedachten." Beatrix 2010
De doelstelling van de Oorlogsgravenstichting is de aanleg,
inrich-ting, instandhouding en verzorging van het Nederlandse
oorlogsgraf, waar ter wereld dit zich ook moge bevinden. Dit geldt ook
voor het onderhoud van de in Nederland verspreid liggende graven van
leden van de geallieerde strijdkrachten, voor zover daarvoor niet door
het betrokken land wordt gezorgd.
De Stichting onderhoudt ongeveer 50.000 Nederlandse oorlogsgra-ven die
verspreid liggen over de hele wereld. Het betreft hier graven van
burgers en militairen die na 9 mei 1940 gevallen zijn. Hun graven zijn
te vinden op erevelden, maar ook op gewone begraafplaatsen in dorpen en
steden. Informatie over het ontstaan, de taken en de orga-nisatie van
de Stichting, treft u hier op deze website aan.