Gemeente Maastricht

Via proefproject in Riemst samenwerking grotere Belgische gemeentes onderzoeken

6 mei 2011

Met de ondertekening van een intentieverklaring in het gemeentehuis van Riemst, is vanmorgen een opmerkelijk project tussen Riemst en de stad Maastricht van start gegaan. Burgemeesters Onno Hoes en Mark Vos willen onderzoeken op welke terreinen beide gemeenten een samenwerking kunnen realiseren. Het uiteindelijke doel (op lange termijn ) bestaat erin te komen tot efficiëntere en professionelere overheidsdiensten, een betere dienstverlening aan de `klant' en het vergroten van de bestuurskracht.

Waarom heeft een stad als Maastricht, met liefst 120.000 inwoners, interesse in een samenwerking met het veel kleinere Riemst (16.000 inwoners)? Onno Hoes, burgemeester van Maastricht: "Een samenwerking als deze heeft eigenlijk niets met grootte te maken. Het gaat om goed nabuurschap en onderling respect. Dat zijn de waarden die we samen nastreven. Of je nu groot of klein bent, als goede buren moet je geven en nemen. Maar natuurlijk kunnen we wel op lokaal niveau ervaring opdoen, die ons in staat stelt door te groeien naar een samenwerking op regionaal niveau."

Riemst en Maastricht zien drie mogelijke samenwerkingsniveaus.


* Het eerste niveau: projectmatige aanpak van concrete zaken waar verschil in wet- en regelgeving niet (of nauwelijks) aan de orde is. Het komt erop neer dat de ene gemeente een bepaalde behoefte heeft, waarvoor de andere gemeente het instrument en de capaciteit voorhanden heeft om op maat een dienst aan te leveren. Bijvoorbeeld: uitwisseling van personeel, stagiairs en/of detachering.

* Het tweede niveau is complexer: het behelst zaken die nader onderzocht dienen te worden, omdat in beide landen een andere wetgeving van toepassing is. Bijvoorbeeld gezamenlijke aanbesteding en/of beleidsontwikkeling.

* Het derde niveau betreft contacten leggen en begrip kweken: het gaat meestal om zaken die ofwel grote politieke impact kennen of zeer beleidsmatig zijn. Hier moet onderzocht worden of er überhaupt samenwerking mogelijk is. Bijvoorbeeld: drugsbeleid, woonbeleid, mobiliteit.

Mark Vos, burgemeester van Riemst: "Er zijn nog andere zaken die een samenwerking kunnen bemoeilijken. Ik denk dan vooral aan de bestaande verschillen in de financieringsstructuur. Voor tal van onderwerpen kan subsidie aangevraagd worden, maar de manier waarop die aanvraag moet gebeuren, verschilt in beide landen. Hetzelfde geldt voor BTW-regels, personeelsbeleid en bijhorende arbeidsvoorwaarden. Voor Riemst is het een grote opportuniteit dat Maastricht z'n juridische cel ter beschikking stelt om deze verschillen te onderzoeken. Een kleine plattelandsgemeente als Riemst heeft daarvoor de middelen niet". "

De gemeenten Riemst en Maastricht zochten al toenadering met het oog op een samenwerking. In juli 2010 vonden er gesprekken op bestuurlijk niveau plaats rond het drugs/koffieshop dossier, er zijn grensoverschrijdende afspraken over de inzet van brandweer en ambulance en recent beslisten beide besturen om de Mergelweg in Kanne in het weekend af te sluiten.

De nieuwe samenwerking in de praktijk
Vanuit beide gemeenten wordt een samenwerkingscoördinator aangesteld. Zij zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor de samenwerking en evalueren/rapporteren aan het college van hun eigen gemeente. Hun eerste taak bestaat erin een inventaris te maken van een lijst van potientiële samenwerkingsthema's. Voor de onderwerpen die werkelijk in aanmerking komen voor een samenwerking op het eerste en tweede niveau, wordt een projectplan opgesteld. In dit plan staat duidelijk omschreven wat het doel van het project is, een tijdslijn voor de uitwerking van het project, een kostenoverzicht.

Onderwerpen die onder het derde niveau vallen, kennen een meer procesmatige karakter.

De intentieverklaring kent een looptijd van maximaal twee jaar. Gedurende de eerste zes maanden zal het aanpakken van het eerste niveau centraal staan.

Afhankelijk van het verloop van de samenwerking zal de intentieverklaring de definitieve vorm kunnen krijgen van een officiëler territoriaal samenwerkingsverband met mogelijk het vooruitzicht op een Europese subsidie.

Kosten van de samenwerking
Elke gemeente draagt voor niveau 1 zelf de eigen kosten die voortvloeien uit deze samenwerking.

Voor niveau 2 geldt een andere regeling. Vanwege de beschikbare personeelscapaciteit en kennis zal de gemeente Maastricht een grotere inzet leveren. Hoe groot deze zal zijn, wordt opgenomen in de projectplannen.

In de aanloop naar de ondertekening zijn al de eerste activiteiten van samenwerking ontstaan. De gemeente Maastricht heeft namelijk een vacaturemelding van de gemeente Riemst op intranet gepubliceerd en vice versa. Tevens zijn de aanbestedingskalenders uitgewisseld om te bezien welke aanbestedingen eventueel gezamenlijk uitgevoerd kunnen worden. Ook doet de gemeente Maastricht het Onderzoek Vestigings- en Vertrekmotieven bij de gemeente Riemst.