Wageningen Universiteit en Researchcentrum PERSBERICHT ALTERRA WAGENINGEN UR

Hogere waterstanden door toenemende riviernatuur

Begroeiing op de uiterwaarden van rivieren stuwt het water op en belemmert zo de afstroming van rivierwater. Uit een studie voor de IJssel blijkt dat grootschalige natuurontwikkeling in uiterwaarden in de toekomst kan leiden tot enkele decimeters waterstandsverhoging bij hoogwater. Om de hoogwaterveiligheid te blijven waarborgen zijn dan ook extra compenserende maatregelen nodig. Deze studie is zojuist gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Ambio.

Onderzoekers van Alterra, onderdeel van Wageningen UR, hebben samen met het bureau Duurzame Rivierkunde de effecten van geplande natuurontwikkeling in uiterwaarden op de hoogwaterstanden langs de IJssel berekend. Zij hebben hiervoor gebruik gemaakt van de stromingsmodellen die Rijkswaterstaat gebruikt voor het berekenen van hoogwaterstanden. In het extreme geval dat alle bestaande natuurontwikkelingsplannen zouden worden uitgevoerd, moet rekening gehouden worden met een toekomstige verhoging van de hoogwaterstanden met enkele decimeters, door geleidelijke spontane ontwikkeling van de uiterwaardnatuur. Binnen het programma 'Ruimte voor de Rivier' worden door het ministerie van Infrastructuur en Milieu 30 projecten uitgevoerd die de hoogwaterveiligheid in Nederland langs Rijn, Maas en IJssel moeten vergroten. Alterra-onderzoeker Bart Makaske: "We hebben in het kader van dit programma bewust een toekomstscenario met veel natuurontwikkeling onderzocht om de effecten daarvan op de waterafvoer in beeld te kunnen brengen. We laten zien dat de huidige hoogwatermaatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier onvoldoende ruimte bieden voor grootschalige natuurontwikkeling in de toekomst."

In de studie wordt uitgegaan van grootschalige omzetting van door boeren beheerde graslanden in nieuwe riviernatuur, zoals weergegeven in bestaande plannen. Door successie zal er dan op veel plaatsen een steeds dichtere begroeiing ontstaan, via hoog gras en struikgewas naar ooibossen. Deze ontwikkeling neemt tientallen jaren in beslag en gaat, zo is berekend, bij overstroming van de uiterwaarden bij hoog water gepaard met steeds hogere waterstanden. Zonder ingrijpen zouden de hoogwaterstanden over 10 tot 30 jaar langs een groot deel van IJssel zo'n 40 cm hoger zijn dan nu, met uitschieters naar 60 cm. De onderzoekers benadrukken dat de huidige hoogwaterveiligheid niet in het geding is.

Alterra-onderzoeker Gilbert Maas: "Het nieuwe van onze studie is dat voor het eerst rekening is gehouden met de geplande toename van de uiterwaardnatuur. We hebben deze niet statisch gemodelleerd maar ook de successie meegenomen. De dynamiek van de uiterwaardnatuur vraagt namelijk extra ruimte. Het lijkt erop dat hier in de huidige uiterwaardplannen onvoldoende rekening mee wordt gehouden."

Een maatregel om problemen te voorkomen is het intensiever beheren van riviernatuur, waardoor spontane successie minder kans krijgt. Hierbij valt te denken aan meer agrarisch natuurbeheer. Een andere mogelijkheid is het nemen van extra rivierkundige maatregelen die de hoogwaterstanden verlagen, zoals het verlagen van kribben of het graven van nevengeulen. De in deze studie ontwikkelde modellen kunnen gebruikt worden om maatregelen te plannen, zodat riviernatuur en veiligheid duurzaam blijven samengaan.

Meer informatie over dit onderwerp kunt u krijgen bij Alterra: