Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht
PB11-034 10 mei 2011 9.30 uur

Inflatie stijgt naar 2,1 procent
· · Inflatie stijgt vooral door duurdere benzine Tabak, voedingsmiddelen en koffie ook duurder

De inflatie is in april gestegen naar 2,1 procent en daarmee voor het eerst na november 2008 hoger dan 2,0 procent. In maart was de inflatie nog 2,0 procent. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. De stijging van de inflatie is vooral toe te schrijven aan duurdere benzine. In april kostte een liter Euro95 gemiddeld 1,686 euro aan de pomp. Dit is 10 procent meer dan een jaar eerder. Benzine is nog nooit zo duur geweest als in april 2011. Hogere prijzen van tabak, voedingsmiddelen en koffie droegen ook bij aan de toename van de inflatie. Roken werd duurder door een accijnsverhoging per 1 maart. Dit leidde niet direct tot een prijsstijging omdat in maart nog oude voorraad werd verkocht tegen de oude prijs. Vanaf april neemt de oude voorraad geleidelijk af. Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken waren in april 2,2 procent duurder dan een jaar eerder. De koffieprijs is in een jaar tijd met 19 procent gestegen. Volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) steeg de inflatie in Nederland naar 2,2 procent. Dat is 0,2 procentpunt hoger dan in maart. Volgens Eurostat was de inflatie in de eurozone in april 2,8 procent. In maart was de inflatie in de eurozone nog 2,7 procent. Grafiek: Inflatie (CPI) procent 4 3 2

www.cbs.nl

1 0 j f ma m j j a s o n d j f ma m j j a s o n d j f ma m j j a s o n d j f ma 2008 2009 2010 2011

Bron: CBS

CBS Persbericht PB11-034

pagina 1 van 5



Technische toelichting
Inflatie De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens. Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex Naast de nationale consumentenprijsindex is er ook een Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). Met de HICP is het mogelijk de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie te vergelijken. Definities, indelingen en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. Er wordt een HICP berekend voor de afzonderlijke lidstaten, voor de groep landen die de euro hebben ingevoerd (eurozone) en voor de Europese Unie als geheel. Voorlopige uitkomsten De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen gegevens. Meer informatie Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl). Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie voor/Publiek/Abonnementen).

CBS Persbericht PB11-034

pagina 2 van 5



1. Inflatie jan
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 % 2,0 4,2 4,0 2,4 1,3 1,5 1,3 1,4 2,0 1,9 0,8 2,0

feb
2,0 4,5 3,8 2,4 1,2 1,6 1,1 1,5 2,2 2,0 0,8 1,9

mrt
1,9 4,6 3,6 2,4 1,1 1,8 1,0 1,8 2,2 2,0 1,0 2,0

apr
2,1 4,9 3,6 2,1 1,4 1,5 1,2 1,8 2,0 1,8 1,1 2,1 *)

mei
2,4 4,9 3,3 2,0 1,5 1,3 1,2 1,8 2,3 1,6 1,0

jun
2,7 4,5 3,4 2,0 1,4 1,6 1,3 1,7 2,6 1,4 0,8

jul
2,8 4,6 3,4 2,1 1,1 1,6 1,3 1,5 3,2 0,2 1,6

aug
2,5 4,7 3,3 2,1 1,1 1,8 1,4 1,1 3,2 0,3 1,5

sep
2,9 4,7 3,3 2,0 1,0 1,8 1,1 1,3 3,1 0,4 1,6

okt
3,1 4,3 3,2 2,0 1,4 1,6 0,9 1,6 2,8 0,7 1,6

nov
3,0 4,2 3,1 2,0 1,3 1,8 1,0 1,9 2,3 1,0 1,6

dec
2,9 4,4 3,1 1,7 1,2 2,0 1,1 1,9 1,9 1,1 1,9

jaar
2,6 4,5 3,4 2,1 1,2 1,7 1,1 1,6 2,5 1,2 1,3

Van okt. 1997 ­ dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100 Van jan. 2003 ­ dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100 Vanaf jan. 2007: reeks alle huishoudens 2006=100 *) Voorlopige cijfers.

Bron: CBS

2. Prijsverandering per productgroep
Productgroep weging
%

2010 nov
1,6 1,2 3,6 -0,4 1,6 0,3 0,5 3,1 3,1 -0,9 -3,5 2,4 1,8 3,8 3,5

dec
1,9 1,0 3,0 1,7 1,6 0,1 0,5 4,9 4,7 -0,8 -3,5 2,9 1,9 3,8 3,4

2011 jan
2,0 0,8 3,2 0,3 1,9 0,7 0,4 4,7 6,1 -0,5 -0,5 2,3 1,8 1,7 4,4

feb
1,9 1,4 2,8 1,1 2,0 0,8 0,4 4,2 3,0 -0,3 -0,5 2,4 1,8 1,7 4,4

mrt
2,0 1,8 1,6 0,3 2,0 1,1 0,5 4,2 1,9 -0,7 -0,5 2,7 2,4 1,7 4,5

apr *)
2,1 2,2 2,8 0,5 2,2 1,6 0,1 4,0 1,5 -0,4 -0,6 2,6 2,4 1,2 4,6

%-verandering t.o.v. een jaar eerder

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

Totaal bestedingen Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken Alcoholhoudende dranken en tabak Kleding en schoenen Huisvesting, water en energie Stoffering en huishoudelijke apparaten Niet-verzekerde gezondheidszorg Vervoer Communicatie Recreatie en cultuur Particulier onderwijs Hotels, cafés en restaurants Diverse goederen en diensten Consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten Consumptie in het buitenland

100,0 11,3 3,1 4,8 24,4 6,1 1,0 11,4 3,5 10,4 0,1 4,4 11,2 3,6 4,6


*) Voorlopige cijfers.

Bron: CBS

3. Bijdrage aan de inflatie per productgroep
Productgroep weging
%

2010 nov
1,6 0,1 0,1 0,0 0,4 0,0 0,0 0,3 0,1 -0,1 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2

dec
1,9 0,1 0,1 0,1 0,4 0,0 0,0 0,5 0,2 -0,1 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2

2011 jan
2,0 0,1 0,1 0,0 0,5 0,0 0,0 0,5 0,2 -0,1 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2

feb
1,9 0,2 0,1 0,0 0,5 0,1 0,0 0,5 0,1 0,0 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2

mrt
2,0 0,2 0,0 0,0 0,5 0,1 0,0 0,5 0,1 -0,1 0,0 0,1 0,3 0,1 0,2

apr *)
2,1 0,2 0,1 0,0 0,5 0,1 0,0 0,5 0,1 0,0 0,0 0,1 0,3 0,0 0,2

procentpunt

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

Totaal bestedingen Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken Alcoholhoudende dranken en tabak Kleding en schoenen Huisvesting, water en energie Stoffering en huishoudelijke apparaten Niet-verzekerde gezondheidszorg Vervoer Communicatie Recreatie en cultuur Particulier onderwijs Hotels, cafés en restaurants Diverse goederen en diensten Consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten Consumptie in het buitenland

100,0 11,3 3,1 4,8 24,4 6,1 1,0 11,4 3,5 10,4 0,1 4,4 11,2 3,6 4,6


*) Voorlopige cijfers.

Bron: CBS

CBS Persbericht PB11-034

pagina 3 van 5



4. Prijsverandering per productgroep
Productgroep 0 Totaal bestedingen 1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken Voedingsmiddelen Brood en graanproducten Vlees Vis, schaal- en schelpdieren Melk, kaas en eieren Olie, boter en margarine Fruit Groenten en aardappelen Suiker, zoetwaren en ijs Overige voedingsmiddelen Alcoholvrije dranken Koffie, thee en cacao Mineraalwater, frisdranken en sappen 2 Alcoholhoudende dranken en tabak Alcoholhoudende dranken Tabak 3 Kleding en schoenen Kleding en kledingstoffen Schoenen en schoenreparaties 4 Huisvesting, water en energie Werkelijke huur Toegerekende huur eigen woning Onderhoud en reparatie van de woning Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning Energie Elektriciteit Gas 5 Stoffering en huishoudelijke apparaten Meubelen en vloerbedekking Huishoudtextiel Huishoudelijke apparatuur Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin Dagelijks woningonderhoud 6 Niet-verzekerde gezondheidszorg 7 Vervoer Aankoop voertuigen Gebruik van privé-voertuigen Autobrandstoffen Vervoersdiensten 8 Communicatie 9 Recreatie en cultuur Audio en video, computers en software Duurzame goederen voor recreatie en cultuur Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren Recreatieve en culturele dienstverlening Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren Pakketreizen 10 Particulier onderwijs 11 Hotels, cafés en restaurants Restaurants, cafés en kantines Accommodatie 12 Diverse goederen en diensten Lichaamsverzorging Artikelen voor persoonlijk gebruik Kinderopvang en thuiszorg Verzekeringen Financiële diensten Andere diensten 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten Consumptiegebonden belastingen Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgelden 14 Consumptie in het buitenland
*) Voorlopige cijfers.

weging % 100,0 11,3 10,3 2,2 2,1 0,4 1,4 0,2 0,8 1,2 0,9 1,1 1,0 0,3 0,6 3,1 1,2 1,9 4,8 4,0 0,8 24,4 6,0 10,7 1,3 1,2 5,0 1,6 3,4 6,1 2,4 0,5 0,7 0,6 0,3 1,6 1,0 11,4 2,7 7,0 4,2 1,7 3,5 10,4 1,8 0,4 2,0 3,1 1,6 1,5 0,1 4,4 4,0 0,4 11,2 2,3 0,7 1,8 3,4 1,1 2,1 3,6 2,8 0,8 4,6

apr '11 *) t.o.v. mrt '11 0,5 0,7 0,7 0,7 0,9 -0,5 0,8 2,5 1,6 0,0 0,3 0,6 1,4 1,1 1,6 2,6 0,4 3,9 0,9 0,2 4,6 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,7 0,1 1,0 0,4 0,5 0,2 0,0 1,2 0,4 0,3 -0,1 1,5 -0,2 1,7 2,9 3,1 -0,3 -0,3 -0,8 0,2 -0,8 0,4 -1,1 0,0 0,1 0,5 0,1 5,0 0,1 -0,2 1,0 0,0 0,0 0,0 0,4 -0,3 -0,4 0,0 1,3

feb '11

mrt '11

apr '11 *)

%-verandering t.o.v. een jaar eerder 1,9 2,0 2,1 1,4 1,8 2,2 1,2 1,5 1,8 0,7 1,5 2,1 0,3 1,7 2,2 1,6 1,1 0,8 -1,0 -0,6 0,3 -3,1 -1,3 1,2 9,2 8,2 8,0 5,9 2,7 1,5 -0,5 -0,2 0,0 -1,8 -0,9 -0,4 3,4 5,5 7,1 12,6 14,6 16,1 -1,4 0,8 2,5 2,8 1,6 2,8 1,2 0,4 0,3 3,8 2,4 4,4 1,1 0,3 0,5 0,8 0,3 0,2 2,6 0,2 1,9 2,0 2,0 2,2 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 0,5 1,4 2,0 1,7 1,7 1,7 4,0 3,9 4,5 1,9 1,6 1,2 5,3 5,4 6,4 0,8 1,1 1,6 0,1 0,2 0,8 4,9 5,5 4,5 -0,7 -0,2 -0,2 2,0 2,1 3,8 2,2 2,6 3,0 0,8 1,2 1,7 0,4 0,5 0,1 4,2 4,2 4,0 0,0 -0,1 0,4 7,7 7,0 7,7 11,4 10,2 11,3 -1,8 0,4 -2,9 3,0 1,9 1,5 -0,3 -0,7 -0,4 -7,2 -8,2 -7,5 2,3 2,1 2,2 0,6 -1,1 -0,3 2,1 2,2 2,0 2,7 3,2 3,5 -1,8 -1,8 -1,8 -0,5 -0,5 -0,6 2,4 2,7 2,6 2,7 2,9 2,9 -0,1 0,9 -0,7 1,8 2,4 2,4 -0,6 0,4 0,0 5,7 5,0 5,9 1,4 1,4 1,4 2,1 3,8 3,7 2,6 2,6 2,1 2,1 2,1 2,5 1,7 1,7 1,2 1,3 1,3 0,7 3,1 3,1 3,1 4,4 4,5 4,6

Bron: CBS

CBS Persbericht PB11-034

pagina 4 van 5



5. Nederlandse en Europese inflatie
Nationale CPI Nederland Alle huishoudens Alle huishoudens afgeleid Geharmoniseerde index (HICP) Nederland 1)

Eurozone

Europese Unie

Gemiddelde procentuele verandering ten opzichte van een jaar eerder 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2,6 4,5 3,4 2,1 1,2 1,7 1,1 1,6 2,5 1,2 1,3 2,2 3,6 3,4 1,9 0,9 1,4 1,5 1,5 2,2 0,9 1,1 2,3 5,1 3,9 2,2 1,4 1,5 1,7 1,6 2,2 1,0 0,9 2,1 2,3 2,2 2,1 2,1 2,2 2,2 2,1 3,3 0,3 1,6 1,9 2,2 2,1 2,0 2,0 2,2 2,2 2,3 3,7 1,0 2,1

2010

2011

januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december januari februari maart april

0,8 0,8 1,0 1,1 1,0 0,8 1,6 1,5 1,6 1,6 1,6 1,9 2,0 1,9 2,0 2,1 *)

0,7 0,7 0,8 0,9 0,7 0,6 1,4 1,3 1,4 1,4 1,4 1,7 1,9 1,9 1,9 2,0 *)

0,4 0,3 0,7 0,6 0,4 0,2 1,3 1,2 1,4 1,4 1,4 1,8 2,0 2,0 2,0 2,2 *)

0,9 0,8 1,6 1,6 1,7 1,5 1,7 1,6 1,9 1,9 1,9 2,2 2,3 2,4 2,7 *) 2,8 *)

1,7 1,5 2,0 2,1 2,1 1,9 2,1 2,0 2,3 2,3 2,3 2,7 2,8 2,9 3,1 *)

1)

In de afgeleide consumentenprijsindex is het effect van verandering in de tarieven van productgebonden belastingen uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Voorbeelden van dergelijke belastingen zijn: BTW, accijns en motorrijtuigenbelasting.


*) Voorlopige cijfers.

Bron: CBS/Eurostat

CBS Persbericht PB11-034

pagina 5 van 5






---- --