Ministerie van Defensie

Geen grotere kans op kanker voor uitgezonden Balkanmilitair

11 mei 2011, 17.41 uur

Minister Hans Hillen heeft vandaag het RIVM-onderzoek naar een mogelijk verband tussen uitzending naar de Balkan en leukemie in ontvangst genomen. De bewindsman zei verheugd te zijn met de belangrijkste uitkomst dat militairen die tussen 1993 en 2001 naar de Balkan zijn uitgezonden geen grotere kans op kanker hebben dan militairen die daar niet zijn geweest.

Opvallend is dat in de periode 1993-2008 het aantal nieuwe gevallen van kanker en sterfgevallen onder de uitgezonden militairen zelfs lager is dan onder niet uitgezonden collega's. In vergelijking met even oude Nederlandse mannen doen de ruim 18.000 uitgezonden mannen het zelfs nog beter met 15 procent minder nieuwe gevallen van kanker in de opnderzochte periode.

Voor het relatief kleine aantal vrouwen dat naar de Balkan is uitgezonden is ook geen verhoogd aantal kankergevallen gevonden. Overigens lag dit percentage onder de 135.000 niet-Balkanmilitairen ook lager dan onder niet-militairen.

Healthy worker effect

Een mogelijk verklaring voor de resultaten is het zogenoemde `healthy worker effect': alleen gezonde militairen worden uitgezonden. De selectie op gezondheid verklaart ook dat de niet uitgezonden militairen op hun beurt weer een lagere kans hebben om kanker te krijgen dan mannen van dezelfde leeftijd die geen militair zijn.

Verarmd uranium

Het onderzoek is voortgekomen uit suggesties in de media in 2000 dat er meer leukemie voorkwam onder militairen die naar de Balkan waren uitgezonden. Dit zou in verband zijn van het werken met NAVO-antitankgranaten die licht radioactief verarmd uranium bevatten. In reactie hierop liet Defensie TNO onderzoeken in hoeverre Nederlandse militairen in aanraking zijn geweest met verarmd uranium. In 2005 concludeerde TNO echter dat Nederlandse militairen zeer weinig zijn blootgesteld.