Vrije Universiteit Amsterdam
Beeldvorming van angst en depressie bij tweelingen
* Startdatum: 11-05-2011
* Tijd: 15.45
* Locatie: Aula
* Titel: Functional, structural, and molecular imaging of the risk for
anxiety and depression
* Spreker: S.P.A. Wolfensberger
* Promotor: prof.dr. W.J.G. Hoogendijk prof.dr. A.A. Lammertsma
prof.dr. J.C.N. de Geus
* Onderdeel: VU medisch centrum
* Wetenschapsgebied: Medisch
* Evenementtype: Promotie
Omgevings- en genetische factoren kunnen verschillend van invloed zijn
op (structuur en functie van) de hersenen. Toekomstig beeldvormend
onderzoek bij angst en depressie zou daarom moeten worden uitgevoerd
bij vrijwilligers die geselecteerd zijn op grond van een genetische of
omgevingsbepaalde risicofactor voor angst en depressie. Toekomstige
studies met eenzelfde opzet zouden beeldvorming van de hersenen tijdens
het leven op functie, structuur en moleculair niveau kunnen toepassen
op andere neuropsychiatrische stoornissen die ook gebaseerd zijn op een
gecombineerde genetische en omgevingsgedreven etiologie. Dit blijkt uit
het promotieonderzoek van Saskia Wolfensberger.
Wolfensberger maakt verschillen in (structuur en functie in) het brein
bij eeneiige tweelingen zichtbaar, waarvan de een een hoog risico voor
angst en depressie heeft, en de ander een laag risico voor angst en
depressie. Met dit tweelingenontwerp kan de invloed op het brein van
omgevingsfactoren los van genetische factoren worden onderzocht. Dit
deed Wolfensberger door gebruik te maken van Magnetic Resonance Imaging
(MRI), zowel op functie als op structuurniveau.
Het bleek inderdaad dat omgevingsfactoren een andere invloed op
structuur (hippocampus) en functie (amygdala) van) het brein kunnen
hebben dan genetische factoren. Zij vond ook dat deze factoren dezelfde
invloed konden hebben op een bepaalde regio in het brein (frontaal
kwab). Op moleculair niveau onderzocht zij de (Substance P
gerelateerde) NK1-receptor in het brein, die betrokken is bij angst en
depressie, door gebruik te maken van een nieuwe (radioactieve) ligand
(tracer), de R116301. Dit gebeurde door gebruik te maken van
Positron Emission Tomografie (PET) imaging. Op grond van Wolfensbergers
studies bij gezonde controles, bleek deze ligand inderdaad potentie te
hebben om de binding met de NK1-receptor te kunnen kwantificeren.
Het proefschrift is te downloaden via VU-DARE
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam