Eerste Kamer akkoord met Wijzigingswet financiële markten 2010
10 mei 2011
Na een kort debat met minister De Jager van Financiën heeft de Eerste
Kamer op dinsdag 10 mei ingestemd met de Wijzigingswet financiële
markten 2010 (32.036). Het betreft onder andere wijzigingen die
voortvloeien uit door de toezichthouders (Autoriteit Financiële Markten
en De Nederlandsche Bank) aangedragen knelpunten.
Naast een aantal onderwerpen met een beleidsmatig karakter bevat de wet
voornamelijk wijzigingen van technische aard. Het is de bedoeling dat
de regering periodiek met dergelijke wetgeving inzake de financiële
markten komt. Daarnaast komen de wetsvoorstellen die noodzakelijk zijn
als gevolg van Europese regelgeving.
Europees kader
De wijzigingswet maakt onderdeel uit van een omvangrijk
wetgevingsprogramma, dat voornamelijk bestaat uit de implementatie van
Europese regelgeving op het terrein van de financiële markten. Deze
regels zijn grotendeels opgesteld als antwoord op de financiële crisis,
die zich in 2008 manifesteerde in de internationale bankensector. De
financiële crisis leidde tot initiatieven van zowel de Europese Raad,
de Europese Commissie als het Europees Parlement met als oogmerk
preventieve regulering van de financiële markten en verscherpt toezicht
op de bedrijfsvoering van banken, beleggingsinstellingen en
handelplatforms.
In een memorie van antwoord die minister De Jager op 31 maart aan de
Eerste Kamer stuurde liet hij weten dat de regering hecht aan een
sterke betrokkenheid van beide Kamers van de Staten-Generaal als
medewetgever bij de implementatie van Europese regels en uitgangspunten
in nationale wetgeving. De minister kondigt aan dat nog dit voorjaar
een volgende Wijzigingswet financiële markten 2012 wordt ingediend bij
de Tweede Kamer.
Maatschappelijke ontwrichting
Woordvoerders van vier fracties in de Kamer plaatsten kanttekeningen
bij de voorgestelde maatregelen en vroegen de minister om een
toelichting op het aangescherpte beleid voor de financiële sector. In
de loop van het debat gaf de minister voldoende opheldering om
instemming van de senaat voor zijn wijzigingswet te verkrijgen.
Het Eerste Kamerlid Knip, die namens de VVD-fractie zijn maidenspeech
hield, wees erop dat de directe aanleiding voor de nieuwe regelgeving
inzake financiële markten ligt bij een aantal onverkwikkelijke affaires
in de beleggingssfeer zoals Palm Invest en Easy Life. "Daarenboven is
door de kredietcrisis het besef toegenomen dat grote financiële
risico's ook grote maatschappelijke risico's met zich brengen",
betoogde de VVD-senator. "Marktfalen leidt dan snel tot
maatschappelijke ontwrichting. Daarom is ook een herbezinning op het
toezicht op die markten op haar plaats."
Het PvdA-Kamerlid Sylvester betoogde dat de wijzigingswet niet op
zichzelf staat, maar moet worden doorgevoerd in samenhang met een
aanpassing van het burgerlijk Wetboek, de Faillissementswet, de Wet
handhaving consumentenbescherming, de Wet op de Economische delicten,
de Wet ter voorkoming van witwassen en nog enkele bestaande wettelijke
kaders. "Wij kunnen de kwaliteit van deze wetgeving alleen toetsen als
de regering het verband tussen al deze vormen van regulering van de
financiële sector zichtbaar maakt", aldus Sylvester. De PvdA-senator
vroeg de minister De Jager ook om de gevolgen van de wijzigingswet voor
banken, verzekeringsbedrijven en pensioenfondsen in kaart te brengen.
Extra maatregelen indien nodig
Minister De Jager zegde toe dat in een volgende reeks maatregelen nader
wordt ingegaan op samenhang tussen Europese en Nederlandse regelgeving.
De minister zegde ook toe dat er extra wettelijke maatregelen komen als
blijkt dat financiële instellingen hun nieuwe producten niet voldoende
transparant aanbieden aan de consument. SP-woordvoerder Reuten kreeg de
toezegging dat Nederland zal proberen de termen 'belegger' en
'investeerder' die in de Engelse taal vaak door elkaar worden gebruikt,
duidelijker afgebakend te hanteren. "Bij de aanloop naar de financiële
crisis ging het uiteindelijk allemaal om beleggingsafgeleiden van
investeringen, alsmede om daarmee samenhangende verdubbelingen in de
kredietsfeer", zo betoogde senator Reuten.
Eerste Kamer der Staten Generaal