OM eist 10 jaar gevangenisstraf tegen Benno L.
12 mei 2011 - Ressortsparket Den Bosch
Het OM heeft in hoger beroep 10 jaar gevangenisstraf geëist
tegen voormalig zwemleraar Benno L. Het OM acht bewezen dat L. zich
schuldig heeft gemaakt aan een groot aantal zedenmisdrijven met
tientallen jonge meisjes, veelal met een beperking.
Het OM komt tot deze strafeis gezien het grote aantal slachtoffertjes
en het ontstane leed bij de kinderen en de ouders/verzorgers als gevolg
van de strafbare gedragingen. Ook is het OM van mening dat de geëiste
straf recht doet aan de berekenende manier van werken door verdachte,
door in zijn positie als zwemleraar zijn pedoseksuele behoeftes te
bevredigen. De kinderen werden door de ouders naar hem toegebracht en
aan hem toevertrouwd. Vervolgens gaven de zwemlessen hem de gelegenheid
om aan die kinderen te zitten en van de aanrakingen opnamen te maken..
In tegenstelling tot de eis bij de rechtbank komt het OM naast de
geëiste gevangenisstraf nu niet toe aan de eis van TBS met
dwangverpleging. De psychiater en psycholoog die in hoger beroep de
eerder uitgebrachte rapportage hebben bestudeerd, zijn van
oordeel dat de eerdere deskundigen het psychologisch en psychiatrisch
onderzoek op de juiste wijze hebben uitgevoerd en onderschrijven de
conclusies die hieruit voortvloeien. De deskundigen oordeelden in de
eerdere rapportage dat er geen aanleiding is om TBS te adviseren. Zij
zijn van oordeel dat wel sprake is van een stoornis bij verdachte maar
schatten het risico op herhaling laag in en vinden dat ambulante of
dagbehandeling van de verdachte kan volstaan.
De rechtbank veroordeelde Benno L. eerder tot 7 jaar gevangenisstraf.
Het OM en de verdachte stelden hoger beroep in tegen deze uitspraak.
Het hoger beroep van het OM richtte zich vooral tegen het niet opleggen
van TBS met dwangverpleging. Het OM achtte het gevaar voor herhaling
erg groot en vond om die reden dat nadere rapportage nodig was. Ook
richt het hoger beroep van het OM zich tegen het door de rechtbank niet
bewezen verklaren van een aantal pogingen tot verkrachting en
aanrandingen en de hoogte van de opgelegde gevangenisstraf.
Uitspraak (naar verwachting) op 26 mei 2011
Openbaar Ministerie