Rijksoverheid
Molenviergang Zevenhuizen na restauratie opnieuw in gebruik gesteld
Toespraak | 13-05-2011
Staatssecretaris Zijlstra gaf op 12 mei het startschot om de
Molenviergang in Zevenhuizen na een ingrijpende restauratie opnieuw in
gebruik te stellen. Bij deze feestelijke gelegenheid hield hij een
toespraak.
o Het is vandaag feest in Zevenhuizen en ik ben blij dat u me
daarvoor hebt uitgenodigd. Want het is mij een grote eer om zo meteen
het startschot te mogen geven voor de ingebruikstelling van de
gerestaureerde Molenviergang. Goed getimed, want komend weekend is het
Nationale Molendag: dé dag om molens in hun volle glorie aan het
publiek te presenteren.
o Het zal vast en zeker druk worden, want molens zijn als levende
monumenten altijd interessant om te bekijken. Het zijn ook méér dan
vernuftige machines, die windenergie gebruiken om graan te malen of
water te verpompen. Molens zijn ook iconen waardoor mensen zich
verbonden voelen met hun land, streek, stad of dorp. Als je in het
buitenland bent geweest en je komt weer in Nederland, en je ziet vanuit
de auto of trein ons vlakke land en zijn molens, dan ben je meteen weer
helemaal thuis.
o Zelf ben ik geboren en getogen in het Friese Oosterwolde. Daar
hebben we wel een Molenweg, maar die straatnaam is in het verleden
jammer genoeg iets te letterlijk genomen: de molen is weg... Die kun je
alleen nog maar op oude ansichten bewonderen. Doodzonde, maar gelukkig
zijn er in de buurt nog veel molens overgebleven.
o Molens spelen een hoofdrol in het verhaal van ons land, óók als
bronnen van onze bouwhistorie. Daarom moeten we er zuinig op zijn,
molens zijn een kostbaar nationaal bezit. Het onderhoud en het beheer
vragen om een gezamenlijke inspanning, van het Rijk, van provinciale en
gemeentelijke overheden, van het waterschap en van private partijen. De
molens zijn van ons allemaal, en daarom moeten we er ook samen voor
zorgen. En dat is hier goed gelukt!
o De restauratie en het wegwerken van achterstallig onderhoud van
deze Molenviergang is een goed voorbeeld hoe je zo'n project samen kunt
oppakken. Het Rijk en de provincie leverden een forse financiële
bijdrage - ruim 850.000 van de benodigde 1,1 miljoen - maar ook de
gemeente en het Prins Bernhardfonds droegen een steentje bij. En niet
te vergeten de Vereniging Vrienden van de Molens in het
Rottemerengebied.
o Al sinds 1991 zetten deze molenvrienden zich in voor deze molens.
Met meer dan 800 donateurs zorgt u voor een stevig financieel
draagvlak, en u hebt ook veel specifieke technische kennis en ervaring
in huis. Ruim voldoende om een groot deel van de regie over de
werkzaamheden voor uw rekening te nemen.
o Sinds 1953 hebben deze vier molens in Zuidplas geen rol meer in
de waterhuishouding van de polder, maar ze draaien nog altijd twee
zaterdagen per maand. Dat is heel belangrijk; molens moeten in werking
blijven, dan gaan ze het langste mee. Vergelijk het met een oldtimer
auto: als je die `wegwaardig' wilt houden, moet je er vooral mee rijden
en de auto geen spinnenwebben laten verzamelen in een museum. Stilstand
is achteruitgang.
o De molens worden nu alle vier bewoond door particulieren. De
bewoners zullen trots zijn op hun markante woning en er goed voor
zorgen, als echte huisvaders. Het zijn geen molenaars die hier de kost
moeten verdienen, die tijden zijn voorbij. Maar het is natuurlijk een
voorrecht om in zo'n monument te kunnen wonen, veel mensen zullen daar
jaloers op zijn.
o Een paar eeuwen geleden werd er trouwens wel een beetje anders
naar de bewoners van de molens gekeken. Molenaars zag men toch als een
apart slag, als vrijbuiters. Dat is ook wel verklaarbaar; veel molens
stonden buiten de stadspoorten, en daarmee ook een beetje buiten de
wet. Niet dat molenaars bóven de wet stonden, maar buiten de poorten
was minder controle. En de molenaars die als kleine zelfstandigen
opereerden, waren natuurlijk sowieso op hun vrijheid gesteld, dat is
middenstanders eigen.
o Tot slot. Ik weet dat er hier veel molenvrienden om me heen
staan, maar er is één type molen waar u niet zo dol op bent: de
ambtelijke molens. Die draaien sommigen van u veel te langzaam. Ik kan
me daar wel iets bij voorstellen. Daarom wil dit kabinet als een
belangrijk onderdeel van de Modernisering Monumentenzorg een heleboel
regels schrappen. Het aanvragen van subsidies en vergunningen moet veel
makkelijker kunnen. Dat kost de eigenaren van monumenten nu te veel
tijd en moeite, zeker al je die afzet tegen de mogelijke opbrengst. Het
zal niet van vandaag op morgen lukken, maar er wordt aan gewerkt. De
Tweede Kamer heeft al ingestemd.
o Verder wil ik de administratieve lasten voor monumenteigenaren
beperken en de kwaliteit van de monumentenzorg verhogen, onder andere
door een structureel restauratiebudget. Momenteel zijn er incidentele
financieringsregelingen voor restauratie, waarmee
restauratieachterstanden voor een groot deel zijn weggewerkt. Maar
incidentele middelen brengen onzekerheid met zich mee, mensen weten dan
niet waar ze aan toe zijn. Daar komt bij dat oudere vaklieden de
restauratiebranche verlaten, terwijl er geen aanwas van leerlingen
tegenover staat. De toekomst is te onzeker, daarom komt er een
structureel restauratiebudget in het nieuwe stelsel.
o Genoeg over het beleid en de regels. Het wordt nu hoog tijd om de
molens weer te laten draaien. Het is mij een grote eer om hiervoor het
startschot te mogen geven.