RWE neemt grootste houtpelletfabriek in Georgia in gebruik
Persbericht van Essent N.V.
- Toepassing van pellets in Europese kolencentrales van RWE
- 1 miljoen ton CO2 per jaar minder dankzij vervanging van kolen door
biomassa
- Productie volgens de hoogste internationale duurzaamheidsnormen
- Waardeketen van inkoop tot en met energieopwekking veiliggesteld
- Totaal investeringsvolume van E 120 miljoen
Essen/Waycross, 13 mei 2011
RWE Innogy heeft in de Amerikaanse staat Georgia 's werelds grootste
fabriek voor de productie houtpellets in gebruik genomen. De in deze
fabriek geproduceerde pellets worden vanaf deze zomer van Georgia naar
Europa verscheept. Ze zullen worden gebruikt in bestaande
RWE-kolencentrales voor elektriciteits- en warmteproductie. Door
fossiele brandstoffen te vervangen door biomassa, vermindert RWE de
CO2-uitstoot per jaar met zo'n 1 miljoen ton. De jaarlijkse
productiecapaciteit van de fabriek in Georgia bedraagt 750.000 ton aan
houtpellets. Met de ingebruikname van de pelletfabriek implementeert
RWE haar geïntegreerde biomassastrategie langs de volledige
waardeketen, van inkoop en productie van de primaire brandstof tot de
productie van energie.
"De houtpelletfabriek die op dit moment in Georgia wordt gebouwd, is
wereldwijd de grootste in haar soort. Daarmee ontwikkelen wij onze
eigen grondstofbron en kunnen wij onafhankelijker worden van de
wereldmarkt. Door houtpellets te gebruiken in onze Europese centrales
zorgen wij voor een aanzienlijke stijging van het biomassa-aandeel in
de elektriciteitsproductie. Binnen Europa hebben wij daarmee een
vooraanstaande positie als het gaat om de meeverbranding van biomassa
in conventionele centrales", aldus dr. Leonhard Birnbaum, Chief
Commercial Officer van RWE AG.
De in Georgia vervaardigde houtpellets worden naar Europa verscheept en
zijn voornamelijk bedoeld voor toepassing in de Amercentrale van RWE's
dochter Essent in Geertruidenberg waar nu al zo'n 30% biomassa wordt
bijgestookt. Dit aandeel kan voor Amer 8 verder verhoogd worden naar
50% en voor Amer 9 op de langere termijn naar 80%. RWE is in het
Engelse Tilbury op dit moment bezig met plannen voor de conversie van
haar kolencentrale naar een speciale biomassagestookte centrale. Met
dit project wordt Tilbury mondiaal de grootste biomassagestookte
centrale - uiterlijk tot haar geplande sluiting in 2015 - met een
verwachte capaciteit van rond de 750 Mw. De fabriek zal naar
verwachting circa 2 Mt gedurende de verblijvende levensduur gebruiken.
Ongeveer 50% is afkomstig uit Georgia. Naar verwachting is de conversie
einde 2011 voltooid.
De vraag naar biomassa groeit in Europa in hoog tempo. Biomassa speelt
een cruciale rol binnen de nationale actieplannen van de Europese
lidstaten bij de invulling van de doelstelling om tot 2020 20% van het
uiteindelijke energieverbruik uit hernieuwbare bronnen te produceren.
"Het is echter nu al duidelijk dat de in Europa beschikbare bronnen
niet kunnen voldoen aan de brandstofeisen. In de Verenigde Staten en
met name in de zuidelijke staten zoals Georgia zijn de omstandigheden
anders. Hier bedroeg over de afgelopen tien jaar het overschot aan
duurzame secundaire biomassa rond de 35%. Op die manier kan Europa bij
het behalen van haar doelstelling van CO2-reductie profiteren van deze
overzeese bronnen", aldus prof. Fritz Vahrenholt, CEO van RWE Innogy
GmbH.
Met naar schatting 10 miljoen ha is Georgia na Oregon de Amerikaanse
staat met de meest uitgestrekte bosgebieden in de Verenigde Staten.
Zo'n 27% van dit gebied bestaat uit pijnboomplantages. Houtreserves
zijn hier sinds 1950 gestaag toegenomen. Dankzij het subtropische
klimaat in het zuiden van de VS groeit hout in deze regio sneller dan
bijvoorbeeld in Scandinavië of Rusland. Daarbij komt dat de houtmarkt
in Georgia krimpt en de pulp- en papiercapaciteit over de afgelopen 10
tot 15 jaar met 25% is afgenomen. Georgia heeft de strengste
duurzaamheidsregels voor de winning en verwerking van hout in het leven
geroepen. Ten gevolge hiervan wordt de pelletfabriek geëxploiteerd
volgens internationale duurzaamheidsnormen (FSC, SFI en Green Gold
Label).
Met de bouw van de pelletfabriek nabij Waycross in het zuiden van
Georgia werd in 2010 begonnen. De bouw werd in slechts 12 maanden
voltooid en de fabriek draait sindsdien proef. De fabriek bestaat uit
drie onderdelen: In de houtopslagplaats worden de pijnboomstammen
ontdaan van de schors en in stukken gezaagd. Vervolgens wordt het
materiaal via lopende banden van de opslagplaats naar drogers
getransporteerd, waar ze worden ontvochtigd. In de pelletfabriek wordt
de brandstof gemalen en tot pellets geperst. Daarna worden de
houtpellets per trein over een afstand van 200 km naar de haven van
Savannah vervoerd. Op deze manier wordt jaarlijks zo'n 1,5 miljoen ton
pijnboomhout verwerkt. De fabriek beslaat in totaal 3 km3 - gelijk aan
400 voetbalvelden. Met de bouw van de fabriek en de noodzakelijk
ontwikkeling van de haven in Savannah was ongeveer E 120 miljoen
gemoeid.
Dankzij speciale raffinageprocessen zoals torrefactie (voordrogen van
biomassa in een hermetisch afgesloten omgeving), kan de brandstof in de
toekomst nog efficiënter worden gebruikt. RWE Innogy werkt in
samenwerking met de Nederlandse onderneming Topell Energy industriële
oplossingen voor de raffinage van biomassa uit. Naar verwachting wordt
de eerste commerciële fabriek voor de productie van getorrificeerde
biocoal pellets voor het einde van 2011 in Duiven in gebruikt genomen.
De fabriek heeft een productiecapaciteit van zo'n 60.000 ton per jaar.
Getorrificeerde biocoal pellets worden gekenmerkt door een aanzienlijk
hogere energiedichtheid en veel hogere uniforme brandeigenschappen.
Daarom zijn ze buitengewoon geschikt voor de bijstook in
kolencentrales. Ze kunnen namelijk in tegenstelling tot conventionele
biomassa samen met kolen worden vervoerd en opgeslagen.
Razende Robot Reporter