Amnesty International Jaarboek 2011: Historische verandering in Midden-Oosten
en Noord-Afrika blijft onzeker
13 mei 2011 De toenemende roep om vrijheid en rechtvaardigheid in
het Midden-Oosten en Noord-Afrika, in combinatie met de opkomst van
sociale media, biedt een ongekende kans voor verandering op het gebied
van mensenrechten, zegt Amnesty International bij het verschijnen van
haar Jaarboek 2011 en in het jaar dat de mensenrechtenorganisatie 50
jaar bestaat.
Mensen werpen de angst van zich af. Moedige mensen, vaak aangevoerd
door jongeren, komen in opstand en spreken zich uit en bieden het hoofd
aan kogels, wapenstok, traangas en tanks. Deze moed- gecombineerd met
nieuwe technologie die activisten helpt onderdrukking van vrije
meningsuiting en vreedzaam protest door regeringen te trotseren- is een
signaal, dat de dagen van onderdrukkende regeringen geteld zijn, zo
zegt Salil Shetty, secretaris-generaal van Amnesty International.
Er is een cruciaal gevecht gaande over de toegang tot informatie, over
communicatiemiddelen en netwerktechnologie. Sociale media voeden nieuw
activisme, terwijl regeringen proberen controle terug te winnen.
Regeringen in Libië, Syrië, Bahrein en Jemen hebben laten zien bereid
te zijn vreedzame demonstranten in elkaar te slaan, te verminken of te
doden, om aan de macht te blijven. Waar dictators verdwenen zijn moeten
de instituties die hen ondersteunden nog ontmanteld worden en is het
werk van activisten nog lang niet voorbij. Regeringen in landen als
China, Iran en Azerbeidzjan proberen soortgelijke protesten en
omwentelingen in hun land te voorkomen.
Het Amnesty International Jaarboek 2011 beschrijft beperkingen op de
vrijheid van meningsuiting in ten minste 89 landen. Gewetensgevangenen
waren er in ten minste 48 landen. Marteling en mishandeling kwamen voor
in ten minste 98 landen en oneerlijke processen in ten minste 54
landen.
Ver weg van de publieke aandacht werden duizenden
mensenrechtenactivisten bedreigd, gevangengezet, gemarteld en vermoord
in Afghanistan, Angola, Brazilië, China, Mexico, Rusland, Thailand,
Turkije, Oezbekistan, Vietnam en Zimbabwe.
Goed nieuws in 2010 was de vrijlating van Daw Aung San Suu Kyi in
Myanmar en de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan de Chinese
dissident Liu Xiaobo, ondanks pogingen van de Chinese regering om de
uitreikingsceremonie te saboteren.
Verder in het Jaarboek:
Verslechterende mensenrechtensituatie in de Oekraïne, Wit-Rusland en
Kirgizië; toenemend geweld in Nigeria en een crisis veroorzaakt door
gewapende Maoistische opstandelingen in centraal en noord India.
Regionale trends omvatten de groeiende bedreiging van inheemse volken
in de Amerika's; een verslechterende situatie voor vrouwen in Europa
die er
voor kiezen volledige gezichtsbedekking te dragen en een groeide
bereidheid bij Europese landen om mensen terug te sturen naar landen
waar zij voor vervolging te vrezen hebben.
Zorgen over conflicten in de Centraal Afrikaanse Republiek, Tsjaad,
Colombia, de Democratische Republiek Congo, Irak, Israël en de Bezette
Palestijnse gebieden, de Noord-Kaukasus in de Russische Federatie, Sri
Lanka, Soedan en Somalië. Burgers liggen hier vaak onder vuur van zowel
gewapende groepen als regeringstroepen.
Er zijn ook tekenen van vooruitgang, zoals het steeds verder
terugdringen van de doodstraf, verbeteringen op het gebied van
moedersterfte in Indonesië en Sierra Leone en de berechting van
verantwoordelijken voor mensenrechtenschendingen in het verleden in
Latijns-Amerika, zoals in Argentinië.
Salil Shetty zegt dat regeringen, die het verlangen van mensen overal
ter wereld naar vrijheid en rechtvaardigheid onderschat hebben, nu de
hervormingen moeten steunen en niet moeten terugvallen in cynische
politieke steun voor onderdrukking. Daarnaast moet zij bereid zijn om-
net als bij Libië- de ergste daders door te verwijzen naar het
Internationaal Strafhof, als andere wegen naar gerechtigheid tot niets
leiden.
De VN-Veiligheidsraad moet een consistente politiek van zero-tolarance
voeren tegen misdaden tegen de menselijkheid. Dit wordt onderstreept
door het gebrek aan actie bij het brute neerslaan van de protesten in
Syrië, met als gevolg honderden doden, evenals door het gebrek aan
samenhangende actie bij de onderdrukking van de vreedzame protesten in
Jemen en Bahrein.
Daarnaast moeten internet en telecommunicatiebedrijven mensenrechten
respecteren. Zij moeten niet medeplichtig worden aan onderdrukking van
de vrijheid van meningsuiting en het bespioneren van de bevolking.
Sinds het einde van de Koude Oorlog is de machtspositie van zoveel
onderdrukkende regeringen nog nooit zo uitgedaagd. De vraag naar
politieke en economische rechten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika
is een duidelijk voorbeeld dat alle mensenrechten even belangrijk zijn
en dat mensen overal op de wereld dezelfde rechten willen, zo zegt
Salil Shetty.
Amnesty International