Groen!

Holebi-rechten als Belgisch exportproduct

door Eva Brems (federaal parlementslid) op 14 mei 2011 in "Diversiteit"

Wat is België toch een heerlijk land. Als het niet té hard regent dan nemen vanmiddag vele duizenden holebiâs en sympathisanten het centrum van Brussel in voor hun pride, een groots openluchtfeest. Ik kijk er naar uit. Ook naar een bijzonder moment: voor de start van de pride zullen de aanwezigen een minuut stilte in acht nemen uit solidariteit met alle mensen die vandaag nog gepest, gemarteld of gedood worden omwille van hun seksuele geaardheid. En dat zijn er nogal wat, zeker in het buitenland.

België is een gidsland als het aankomt op gelijke rechten voor holebi's. Huwelijk, adoptie en non-discriminatie zijn wettelijk verankerd. Er is zeker nog verbetering mogelijk. Zo stemden we in het parlement enkele maanden geleden voor een volwaardig ouderschapsverlof voor lesbische meemoeders. In het onderwijs kan het thema nog beter bespreekbaar worden, en geweld en pesterijen tegen holebi's moeten nog harder aangepakt worden. Toch kunnen we best trots zijn op onze internationale voortrekkersrol inzake gelijke rechten voor holebi's. Die rol is trouwens allesbehalve uitgespeeld.

Oeganda was de hele week in de ban van een wetsvoorstel dat homoseksuelen met HIV met de dood wil bestraffen, en alle homoseksuelen met een levenslange opsluiting. Ook NGO-medewerkers die aan aidspreventie doen, zouden volgens het voorstel kunnen opgesloten worden omdat ze homoseksualiteit promoten. Vanuit Zuid-Afrika bereikten ons andermaal verschrikkelijke berichten over `corrigerende verkrachtingen' van lesbische meisjes. Twee voorbeelden slechts van een wereldwijde problematiek. De voortrekkersrol van België op het vlak van holebirechten moet zich ook internationaal vertalen door het voeren van een buitenlands beleid dat daar consequent op focust.

Gelijke rechten voor holebi's als exportproduct dus. Scrupules om `onze waarden' elders op te dringen zijn misplaatst. De bewering dat het `onze waarden' zijn, gaat voorbij aan de lange geschiedenis van discriminatie van holebi's in het westen. Ook bij ons was het verzekeren van holebirechten, net zoals het verzekeren van vrouwenrechten, in eerste instantie iets dat tegen de heersende cultuur inging. Veel mensenrechten zijn niet eigen aan de meeste samenlevingen. Universele mensenrechten zijn een keuze. Het verwezenlijken ervan vraagt in sommige gevallen een politieke verandering, in andere een culturele verandering. We moeten ons bewust zijn van die afgelegde weg. Culturele verandering vergt enige tijd. Dat heb ik vorige week nog gezegd toen ik een vrij geanimeerd onderhoud had met de ambassadeur van Iran, die schermde met religieuze argumenten: "We verwachten niet dat overal ter wereld van de ene op de andere dag het huwelijk wordt opengesteld voor mensen van hetzelfde geslacht. Maar we eisen wel dat niemand wordt vervolgd op grond van zijn of haar seksuele oriëntatie. Dat is niet noodzakelijk in tegenstrijd met de Islam."

Er zijn nog landen - onder meer Iran, Saoedi-Arabië, Jemen en Mauritanië - waar op seks met iemand van hetzelfde geslacht de doodstraf staat. En er zijn nog 75 landen waar je er de gevangenis voor in kan gaan. Dit evolueert niet louter in gunstige zin. Sinds de invoering van het homohuwelijk in Zuid-Afrika in 2006, hebben verschillende landen in Sub-Saharisch Afrika de criminalisering van holebi's opgedreven. En dan heb ik het nog niet over de vele campagnes van haat en geweld. In Oeganda bijvoorbeeld publiceerde een krant dit jaar namen en foto's van honderd holebi's, met het opschrift `hang them'. De gruwelijke moord op David Kato, een leidende holebi-activist, enkele maanden later, was het verhaal van een aangekondigde dood.

België moet, samen met gelijkgezinde landen, dergelijke vervolgingen en gewelddaden heel nadrukkelijk verwerpen en met de betrokken regeringen in gesprek gaan om hier een prioriteit van te maken. Dit moet een speerpunt zijn van ons buitenlands beleid. Ook onze ontwikkelingshulp kunnen we in sommige landen gerichter inzetten. Tussen 2009 en 2012 zal ons land EUR 64 miljoen toekennen aan Oeganda. België kan die steun als hefboom gebruiken om aandacht te vragen voor HIV-preventie, behandeling en zorg voor kwetsbare groepen zoals mannen die seks hebben met mannen en mensen met HIV.

We verwachten van minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere niet dat hij vandaag met pluimen in zijn kont op een praalwagen gaat staan, maar wel dat hij fier als een pauw holebirechten internationaal promoot als één van onze sterkste exportproducten.