Mislukte fusies vaak de schuld van overmoedige managers
Datum: 11 mei 2011
Een groot deel van de duizenden fusies en bedrijfsovernames die
jaarlijks wereldwijd tot stand komen mislukt. Dat is meestal toe te
schrijven aan overmoed bij de managers. Fusies hebben alleen kans van
slagen als ze inspelen op veranderende omstandigheden, zoals nieuwe
wetgeving, belangrijke innovaties of het opengaan van nieuwe markten.
Dat concludeert de Ierse `fusiespecialist' Killian McCarthy in zijn
proefschrift. Hierop promoveert hij 16 mei aan de Faculteit Economie en
Bedrijfskunde.
Tijdens de laatste fusiegolf, tussen 2003 en 2008 ging elke dag 10
miljard dollar op aan fusies en bedrijfsovernames. Maar liefst 60 tot
80 procent van deze fusies is, in termen van aandeelhouderswaarde, een
mislukking gebleken. Het geheel werd minder waard dan de som der delen.
Aandeelhouderswaarde
Volgens McCarthy laten aandeelhouders zich te makkelijk overtuigen door
de directie dat een bepaalde fusie doorgedrukt moet worden, om geen
andere reden dan dat het geld ervoor klaar ligt: `Het is hubris, een
soort overmoed, van managers die bijvoorbeeld denken dat je met een
overname in het buitenland goedkoper over de grens komt dan op eigen
kracht. Of dat het makkelijker is om een bedrijf met een nieuw product
te kopen dan zelf een product te ontwikkelen.' Dat zulke fusies falen,
komt vaak omdat een directie het in dat andere marktsegment of dat
andere land bijna nooit beter kan dan het overgenomen bedrijf.
`Managers hebben bij deze beslissingen andere belangen dan hun
aandeelhouders, die zoveel mogelijk waarde willen behouden', zegt
McCarthy.
`Opportunity'
McCarthy onderzocht wereldwijd 35.000 fusies uit de periode van
1992-2008, de zogeheten vijfde en zesde fusiegolf. Hij bekeek welke
factoren van invloed waren op het welslagen van de fusie. `Als een
manager een echte "opportunity" ziet, bijvoorbeeld als de wetgeving
ineens iets mogelijk maakt, dan rechtvaardigen die veranderde
omstandigheden vaak een overname. Veel fusies die verband hielden met
de val van het IJzeren Gordijn waren om die reden succesvol. Alleen is
er meestal geen sprake van nieuwe omstandigheden, maar wil een manager
alleen maar groeien.' Vooral `grote' fusies kunnen vreselijk mislopen
als ze met de verkeerde motieven tot stand zijn gekomen. Kleinere
overnames hebben er navenant minder onder te lijden, stelt McCarthy
vast.
Regulering
Hoewel mislukte fusies de samenleving miljarden kosten, pleit McCarthy
zelf niet voor strengere regulering: `Ik zou niet weten wat voor regels
de overheid zou moeten bedenken om de motieven van fusiebeluste
managers te toetsen. Het ligt meer voor de hand dat de aandeelhouders
zelf beter op gaan letten, het gaat tenslotte om hún bedrijf.'
Curriculum Vitae
Killian McCarthy (Cork, Ierland, 1981) studeerde bedrijfskunde, rechten
en economie in Cork, Utrecht en Wenen. Zijn onderzoek richt zich op
fusies en bedrijfsstrategie, maar hij heeft ook gepubliceerd over
witwassen, de financiering van criminele organisaties en de invloed van
media op het marktsentiment. Sinds 2008 is hij verbonden aan de
Rijksuniversiteit Groningen. McCarthy promoveert bij prof. dr. W.A.
Dolfsma van de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de
Rijksuniversiteit Groningen.
Meer informatie
Killian McCarthy, tel. 050-3636810, of k.j.mccarthy@rug.nl
Laatst gewijzigd: 11 mei 2011 10:27
Rijksuniversiteit Groningen