Universiteit van Tilburg

Persbericht 16 mei 2011

Scherper onderscheid effecten- en ondernemingsrecht richtsnoer voor regulering van beursvennootschappen

De Europese Unie maakt nog geen duidelijk verschil tussen effecten - en ondernemingsrecht zoals wel het geval is in de Verenigde Staten. Jurist Pieter van der Schee stelt dat dat wel wenselijk is. Bij de regulering van beursvennootschappen en bescherming van beleggers moet in de eerste plaats gekeken worden naar het effectenrecht en de publieke en private handhaving daarvan.

Sinds ondernemingen in de 17e eeuw aandelen uitgaven aan beleggers, heeft de verschijning van misleidende verslagen of andere informatie geleid tot regelgeving tegen misbruik. Een reeks bedrijfsschandalen in 2002 en 2003 heeft geleid tot meer marktregulering en beschermingmaatregelen voor beleggers. Deze laatste ontwikkelingen vielen samen met het wereldwijde debat over corporate governance. De EU en haar lidstaten reageerden op deze bedrijfsschandalen vooral in het ondernemingsrecht (anders dan in de VS waar met name aanpassing van effectenrecht plaatsvindt); de traditionele wijze waarop in de EU en op het continent aandeelhouders en derden worden beschermd. Op lidstaatniveau (vooral in Nederland) kwamen ook diverse corporate governance codes tot stand. Ondertussen kwam het EU effectenrecht en de publieke en private handhaving daarvan na het Financial Services Action Plan (1999) tot volle wasdom.

Pieter van der Schee voerde een rechtsvergelijkend onderzoek uit naar basis regulering van beursvennootschappen en bescherming van beleggers in Verenigde Staten en de EU en een aantal van haar lidstaten: Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland. Zijn stelling is dat in de EU en haar lidstaten net als in de Verenigde Staten een zelfde onderscheid dient te worden gemaakt tussen effecten- en ondernemingsrecht.

Van der Schee concludeert dat het EU effectenrechtelijke disclosure systeem zoals geïmplementeerd in de lidstaten en handhaving daarvan systeemgelijkheid vertoont met het federale effectenrechtelijke systeem in de Verenigde Staten. Maar in de EU en vooral ook in Nederland geeft het effectenrechtelijke systeem overlap en frictie met het bestaande ondernemingsrechtelijke systeem. Daarom dient het bestaande ondernemingsrechtelijke systeem op het effectenrechtelijke systeem te worden herijkt. Ook dient bij het aannemen van nieuwe regels rekening te worden gehouden met die primaire focus van regulering van beursvennootschappen en bescherming van beleggers in het effectenrecht en de publieke en private handhaving daarvan. Voor het Nederlandse systeem moet voor beursvennootschappen het enquêterecht te worden heroverwogen.