Inspectie voor de Gezondheidszorg


Een op de vier huisartsenpraktijken neemt spoedoproep te laat op

Nieuwsbericht | 18-05-2011

Een op de vier huisartsenpraktijken beantwoordt een spoedoproep niet binnen de gestelde norm van 30 seconden. Dit blijkt uit onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

Dit blijkt uit onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Bij een op de acht praktijken lukt het niet om binnen 90 seconden iemand aan de lijn te krijgen. Dit levert serieuze risico's op voor de patiëntveiligheid, zeker in levensbedreigende situaties. De IGZ vindt de huidige situatie niet acceptabel. Zij zal de minister van VWS vragen een dwangsom op te leggen aan praktijken die niet binnen twee maanden aan de norm voldoen en overgaan tot openbaarmaking.

Het onderzoek van de IGZ is in het najaar van 2010 gehouden onder alle 4378 huisartsenpraktijken in Nederland. Gekeken is in hoeverre de huisartsenpraktijken voldoen aan de veldnormen en richtlijnen voor telefonische bereikbaarheid bij spoed- en normale oproepen. Uit het onderzoek blijkt dat de telefonische bereikbaarheid van huisartsenpraktijken slechts marginaal is verbeterd ten opzichte van 2008. Ook toen concludeerde de IGZ op basis van onderzoek dat de bereikbaarheid ver onder de maat was.

Spoedoproep
Mede naar aanleiding van de onderzoeksresultaten in 2008 ontwikkelde de Landelijke Huisartsen Vereniging een norm voor spoedoproepen. Hierin staat onder meer dat een spoedoproep binnen 30 seconden moet worden opgenomen door een medisch deskundig persoon. Bij afwezigheid, bijvoorbeeld door vakantie, moet de beller direct worden doorgeschakeld naar de spoedvoorziening van een andere huisarts of in een correct verwijzend antwoordapparaat terecht komen. Uit het huidige onderzoek blijkt dat een op de vier huisartsenpraktijken een spoedoproep niet binnen de 30 seconden beantwoordt. Bij een op de acht praktijken lukt het niet om binnen 90 seconden iemand aan de lijn te krijgen. Bij 1 op de 10 praktijken wordt de spoedoproep beantwoord via een antwoordapparaat. Eén op de vijf antwoordapparaten verwijst de patiënt echter niet op de juiste manier door. Solopraktijken scoorden bij het tijdig en correct beantwoorden van een spoedoproep slechter dan groepspraktijken. Slechts 64% van de solopraktijken haalt de 30-secondennorm. Bij groepspraktijken is dit 82%.

Volgens de veldnorm moeten praktijken beschikken over een aparte spoedvoorziening. Dit is een aparte spoedlijn of een keuzeoptie `spoed' in het reguliere belmenu. Hoewel inmiddels 95% van de praktijken aan deze norm voldoet, vindt de IGZ het alarmerend dat 1 op de 10 solopraktijken nog altijd geen aparte spoedvoorziening heeft.

Gewone oproepen
Voor `gewone' oproepen tijdens kantoortijden geldt een norm van 2 minuten voor het opnemen van de telefoon. Slechts drie op de vijf praktijken voldoet aan deze norm. Een derde van de huisartsen kon niet binnen 10 minuten worden bereikt. Ook hier komt naar voren dat solopraktijken veel slechter bereikbaar zijn dan groepspraktijken. De bereikbaarheid bij zowel gewone als spoedoproepen is het slechtst tussen 13.00 en 17.00 uur. De praktijken in de grote stedelijke gebieden zijn over het algemeen slechter bereikbaar dan die op het platteland.

Waarschuwing
De IGZ vindt de huidige situatie rond de bereikbaarheid niet acceptabel en is handhavende maatregelen gestart. De huisartsenpraktijken die niet aan de normen en richtlijnen voldoen hebben inmiddels een waarschuwing gekregen. Hierin staat dat zij van de IGZ twee maanden de tijd krijgen om hun zaken op orde te brengen. De IGZ vindt twee maanden een realistische en haalbare termijn, omdat deze nodig is voor praktijken om hun organisatie aan te passen en eventueel benodigde nieuwe apparatuur aan te schaffen. Als een huisartsenpraktijk na deze termijn nog altijd niet aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg voldoet, zal de IGZ de minister vragen een dwangsom op te leggen. Deze bedraagt 2000 euro per week en kan oplopen tot een bedrag van 30.000 euro. Daarnaast zal de IGZ overgaan tot openbaarmaking van de namen.

Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek van de IGZ in 2008 ontwikkelde de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) de veldnorm voor spoedoproepen. De IGZ vindt de resultaten van het recente onderzoek teleurstellend, zeker gezien alle inspanningen van de huisartsen en koepels van de afgelopen tijd om de telefonische bereikbaarheid te verbeteren. De IGZ streeft er in haar werk naar dat patiënten geen schade wordt berokkend. De bereikbaarheid van huisartsen, zeker in geval van spoed, vindt zij van cruciaal belang en is een voorwaarde voor het leveren van verantwoorde zorg.

Meer informatie


* Telefonische bereikbaarheid huisartsen nog steeds onder de maat18-05-2011 | PDF-document, 394 kB