Rijksoverheid


Betreft Toezeggingen T01205 en T01206

In de brief van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wordt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid erop gewezen dat de informatie met betrekking tot de toezeggingen T01205 en T01206 nog niet is geleverd. Bijgaand informeer ik u graag nader over de openstaande toezeggingen: Toezegging T01205: De Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen zegt de Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Ten Hoeve te monitoren dat de 35 miljoen aan middelen die beschikbaar is voor peuterspeelzalen verdeeld wordt volgens een verdeelsleutel, die kleine gemeenten met veel kernen en jonge kinderen bevoordeelt. In de Memorie van Toelichting van de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie is opgenomen in hoofdstuk 6.4 "Er is een zodanige verdeelsleutel gezocht voor de kwaliteitsverbetering, dat gemeenten die het peuterspeelzaalwerk het meest op orde hebben (grote gemeenten die de afgelopen jaren veel geld voor voorschoolse educatie ontvingen) nu het kleinste aandeel uit de beschikbare middelen krijgen en de kleine gemeenten, waar kwaliteitsverbetering het meest urgent is, de meeste middelen ontvangen". Verder is in de BZK-circulaire van september 2009 de verdeelsleutel aangekondigd voor de middelen die al sinds januari 2010 worden verstrekt. In deze circulaire is tevens een tabel te vinden, waarin kan worden opgezocht per gemeente, hoeveel middelen zij ontvangen. Deze verdeelsleutel wordt sinds 1 januari 2010 toegepast bij de verdeling van de middelen. Gemeenten met veel kernen en jonge kinderen worden bevoordeeld, de verdeelsleutel is: jongeren 75%, aantal kernen 15%, oppervlakte 10%. Dit komt neer op een bijdrage van ongeveer 1,53 per kind per in de G4 en bijdrage van ongeveer 3,28 per kind in een gemeente met 0-10.000 inwoners. Naarmate het inwonertal oploopt, wordt in deze verdeelsleutel de bijdrage per kind lager. Toezegging T01206: De staatssecretaris van Onderwijs zegt toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Linthorst, de Kamer te informeren over het overgangsrecht voor de kwaliteitseisen van peuterspeelzaalleidsters. (T01206).

Pagina 1 van 2

De wet voorziet in overgangsrecht, namelijk dat peuterspeelzalen met uitsluitend vrijwilligers of met beroepskrachten zonder voldoende opleiding tot 1 augustus 2011 de tijd hebben om één leidster te scholen tot beroepskracht volgens de kwaliteitseisen in de wet (SPW-3). Dit werd ondersteund met een (inmiddels gesloten) subsidieregeling, waarvan beperkt gebruik is gemaakt. Ruim 200 werknemers en ruim 30 vrijwilligers zijn geschoold om het gevraagde beroepsniveau te halen.

Datum 18 mei 2011 Onze referentie KO/2011/6628

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp

Pagina 2 van 2

---- --