Wageningen Universiteit en Researchcentrum Persbericht 19 mei 2011

Genenbank-expeditie naar Azië voor verzamelen wilde spinazie-soorten

Eind mei gaan medewerkers van het Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland van Wageningen UR (CGN) en van lokale onderzoekinstituten in Azerbeidzjan, Georgië en Armenië in de natuur op zoek naar zaden van wilde spinazie. Ze hebben vooral belangstelling voor Spinacia tetrandra, een wilde soort die verwant is aan onze spinazie. Waarschijnlijk heeft deze soort eigenschappen die heel waardevol zijn voor de veredeling van spinazie en het onderzoek aan deze groente. De expeditie zal ongeveer vier weken duren en zal hopelijk tientallen zaadmonsters opleveren.

Chris Kik, 'schatbewaarder' van de groentegewassen van de Nederlandse genenbank: "De Trans Kaukasus is een belangrijk oorsprongsgebied van spinazie, je vind er bijvoorbeeld de wilde soort Spinacia tetrandra die nauw verwant is aan de spinazie die wij kennen. In centraal Azië komt een andere wilde verwant van spinazie voor, namelijk Spinacia turkestanica. Beide gebieden tezamen kunnen we dan ook het 'genencentrum' noemen van spinazie. De planten van de wilde spinazie-soorten hebben waarschijnlijk hele waardevolle eigenschappen voor de spinazieveredeling. We hopen bijvoorbeeld wilde spinazie te vinden die extra weerstand heeft tegen ziekten en plagen. Daarmee kunnen we de voedselproductie hopelijk weer een stapje zekerder én duurzamer maken".

Met het verzamelen van wilde spinaziesoorten levert het CGN ook een bijdrage aan het behoud van biodiversiteit van de soorten, vooral omdat de milieus waar ze in voorkomen kwetsbaar zijn. In Centraal Azië groeit de wilde spinazie langs niet-bemeste en niet-geïrrigeerde akkers. Op het moment dat de boeren deze akkers gaan bemesten en irrigeren om hogere gewasopbrengsten te realiseren, ontstaat het risico dat de soort zal uitsterven. Wij slaan de zaden niet alleen op, we zorgen ook dat we de hoeveelheid en de kwaliteit van het zaad op peil houden. Zo kunnen we voorkomen dat de soorten en hun waardevolle eigenschappen voor goed verdwijnen".

Op dit moment zijn er wereldwijd in genenbanken slechts ongeveer 30 'herkomsten' (unieke zaadmonsters) aanwezig van de twee genoemde wilde spinaziesoorten. Dat kleine aantal is een belemmering van de ontwikkeling van nieuwe spinazierassen en het doen van innovatief onderzoek. Daarom is Kik al in 2008 in Oezbekistan and Tadzjikistan geweest om ook een andere wilde verwant van spinazie te verzamelen, namelijk Spinacia turkestanica. Kik: "Van deze wilde verwant van spinazie hebben we uiteindelijk 70 'herkomsten' verzameld. Samen met veredelingsbedrijven en instituten onderzoeken we hoe waardevol het materiaal is voor de veredeling en het onderzoek".

Voor de meeste consumenten is er maar één soort verse spinazie: de spinazie die in de winkel ligt. Bij appels zijn de verschillende rassen te herkennen, maar bij spinazie lukt dat niet zo makkelijk.

Kik: "En toch is ook bij spinazie veel variatie te vinden. De spinazie die je nu in de winkel vindt, is aangepast aan onze wensen van nu. Wensen van consumenten, handelaren en telers. De spinazie moet passen bij de smaak van nu, goed in te vriezen zijn en ga zo maar door. Die wensen veranderen continu. En dan is het maar de vraag of de veredelingsbedrijven spinazie in huis hebben die aan de nieuwe wensen voldoet. Als dat niet zo is, zullen ze nieuwe types, nieuwe rassen, moeten ontwikkelen. Dan is het heel belangrijk om ook met wilde soorten te kunnen kruisen. Dan krijg je 'nieuw bloed' en kan je spinazie ontwikkelen die andere eigenschappen heeft dan de spinazie die je nu in de winkel vindt"

De Nederlandse genenbank heeft veel zaden van groentegewassen, wereldwijd is het een van de top-genenbanken in de groentes. Van spinazie heeft de genenbank zaden van maar meer dan 400 verschillende spinazie-herkomsten: van moderne en oude rassen, van landrassen én van wilde soorten. Daarmee is de Nederlandse genenbank de grootste spinazie-genenbank van de wereld. Die zaden worden gebruikt voor veredeling en onderzoek bij bedrijven en instituten over de hele wereld. Per jaar krijgt het Centrum Genetische Bronnen, Nederland zo'n 350 verzoeken om spinazie-zaden, voor onderzoek én voor veredeling.


--------------------------