Rijksoverheid


23 mei 2011

Beantwoording vragen over mededeling evaluatie van de "Small Business Act" voor Europa (COM 2011 (78))

Geachte voorzitter,

Bijgaand zend ik u de antwoorden op de vragen over de Commissiemededeling inzake de evaluatie van de "Small Business Act" voor Europa, die door de leden van de PvdA-fractie op 8 april 2011 zijn gesteld. De leden van de fracties van CDA, VVD, SP en SGP, mede namens de leden van de fractie van de ChristenUnie hebben zich bij deze vragen aangesloten.


1 Deelt de Minister de opvatting, dat met het Haagse aanbestedingspaspoort een belangrijke bijdrage wordt verleend aan de doelstellingen van de "Small Business Act" om te komen tot lasten- en regeldrukvermindering voor het midden- en kleinbedrijf? 2 Is de Minister bereid om in het kader van de evaluatie van de "Small Business Act" het Haagse aanbestedingspaspoort onder de aandacht te brengen bij de Europese Commissie? 3 Is de Minister bereid de landelijke invoering van dit Haagse model te bevorderen en welke mogelijkheden ziet hij hiervoor? Antwoord (1, 2 en 3) Ik deel de opvatting dat met het Haagse aanbestedingspaspoort een lasten- en regeldrukvermindering voor het midden- en kleinbedrijf kan worden bereikt. Het aanbestedingspaspoort wordt door de gemeente Den Haag aan ondernemers verstrekt die regelmatig bij de gemeente Den Haag inschrijven op aanbestedingen. Om te voorkomen dat steeds dezelfde bewijsstukken moeten worden ingediend, kan in de gemeente Den Haag door de onderneme rs gedurende een bepaalde periode worden volstaan met een enkele verwijzing naar het aanbestedingspaspoort.

In het wetsvoorstel voor een nieuwe Aanbestedingswet heb ik maatregelen voorgesteld die een vergelijkbaar effect hebben als het aanbestedingspaspoort. In het wetsvoorstel wordt het gebruik van een uniforme eigen verklaring door aanbestedende diensten verplicht gesteld. Met een eigen verklaring verklaart een ondernemer dat hij voldoet aan de in de aanbestedingsstukken gevraagde uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en selectiecriteria, zodat, net als bij het aanbestedingspaspoort, niet al deze bewijsstukken hoeven te worden ingeleverd bij een aanbesteding. Alleen van een geselecteerde of winnende ondernemer mag verlangd worden dat hij bewijsstukken overlegt. Daarnaast krijgt TenderNed, het in ontwikkeling zijnde elektronische systeem voor aanbesteden, de mogelijkheid tot digitaal inschrijven (digitale kluis). Ondernemers hoeven hun bedrijfsgegevens en bewijsstukken slechts eenmaal in TenderNed op te slaan en kunnen deze gegevens en bewijsstukken ook bij andere aanbestedingen gebr uiken. Zoals ik ook in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel voor een nieuwe Aanbestedingswet heb aangegeven, kan deze functie van TenderNed tot een aanzienlijke lastenreductie leiden. Tot slot ben ik met bedrijfsleven en aanbestedende diensten in overleg om te bezien of kan worden gekomen tot een systeem waarbij bewijsstukken ook door de geselecteerde ondernemers of winnende ondernemer niet steeds opnieuw hoeven te worden overlegd. Ik ben graag bereid om de ervaringen in Nederland onder de aandacht te brengen van de Europese Commissie. In het kader van de u eerder toegezonden kabinetsreactie op het Groenboek Modernisering EU-beleid voor overheidsopdrachten, pleit het kabinet bij de Europese Commissie voor het opnemen van de verplichting voor aanbestedende diensten om met eigen verklaringen te werken. 4 Hoe beoordeelt de minister de effecten van de "Small Business Act" voor het MKB in Nederland. Antwoord Nederland onderkent het belang van ondernemerschap en het midden- e n kleinbedrijf (MKB) voor economische groei en werkgelegenheid en de steunt dan ook de integrale aanpak voor het versterken van het concurrentievermogen van het MKB. Mede op inzet van Nederland is aangegeven dat de Europese Unie zich daarbij moet richten op maatregelen die op Europees niveau toegevoegde waarde hebben. Dit geldt met name voor het verbeteren van de interne markt, het vereenvoudigingen van de administratieve lasten en het verbeteren van de toegang tot financiering. Nederland heeft van oudsher al een lange geschiedenis in MKB-vriendelijke maatregelen vanuit de overheid en veel van de voorgestelde maatregelen richten zich op deze drie actielijnen en zijn dan ook naadloos geïntegreerd in ondernemerschapbeleid van de Nederlandse overheid. Deze actielijnen zijn ook terug te vinden in de conclusies van de Raad voor Concurrentievermogen in reactie op de door de Commissie gepresenteerde mededeling "Een Small Business Act voor Europa".

Zo zijn de procedures om een bedrijf te starten vereenvoudigd, onder andere door de afschaffing van het verplichte minimumkapitaal en is het mogelijk om een bedrijf veelal binnen een termijn van 3 dagen te starten. Met de website www.antwoordvoorbedrijven.nl hebben ondernemers een ingang voor vragen op het gebied van wetgeving, subsidies en vergunningen gekregen voor de hele overheid, zowel het rijk als lokale overheden en overheidsdiensten. Voor een beter toegang tot het verkrijgen van kapitaal heeft het kabinet de Borgstellingsregeling voor het midden- en kleinbedrijf (de BMKB) verruimd, zijn microkredieten geïntroduceerd en is het investeren als `informele investeerder' aantrekkelijker gemaakt. Tot slot wil ik nog memoreren dat er flink is ingezet om tot vermindering van regeldruk voor bedrijven te komen middels een integrale probleemgestuurde aanpak gekoppeld aan meetbare doelstellingen.

(w.g.)

drs. M.J.M. Verhagen Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie