Rijksoverheid
Toespraak van minister Schultz van Haegen bij het in ontvangst nemen van de
publicatie `Infratrends' van Next Generation Infrastructures, 19 mei 2011
Toespraak | 23-05-2011
Dames en Heren,
Allereerst wil ik de auteurs van Next Generation Infrastructures
bedanken voor het eerste exemplaar van het boek `Infratrends'.
Een zeer interessant boekwerk, want deze publicatie zet op basis van
zes jaar onderzoek belangrijke trends voor de toekomst op een rijtje.
Natuurlijk, zoals de auteurs al aangeven, infrastructuursystemen
blijven complex en onvoorspelbaar. De praktijk is dat we elke dag, elke
maand, elk jaar ons flexibel moeten opstellen, alert moeten reageren op
nieuwe trends, risico's durven nemen, tegenvallers moeten incasseren,
innovaties moeten toepassen. En kennis moeten blijven delen...
Ik juich het dan ook toe dat dit boek verschijnt. Het is essentieel dat
de opgedane kennis gedeeld wordt met overheden, de markt en andere
kennisinstituten.
Het unieke aan het onderzoeksprogramma is dat zij de verbinding legt
tussen netwerken, infrastructuren en knooppunten van verschillende
aard: van energie, IT, telecom en transport. Over schuttingen heen
durven kijken staat dan ook terecht vermeld als `gouden tip' in deze
publicatie.
`Infratrends' stipt ook de toenemende `intelligentie' van
infrastructuursystemen door ICT en data innovaties aan.
Moderne knooppunten verbinden namelijk meerdere systemen en netwerken.
Zo kunnen we in de auto, op de stations en luchthavens profiteren van
actuele reisinformatie dankzij de combinatie van datanetwerken.
Ons land is een internationale hub waar veel infrastructuren bij elkaar
komen.
Tegelijkertijd spelen complexe zaken als de kwetsbaarheid van het
systeem en de privacy.
Dames en heren,
De mobiliteit zal de komende decennia fors groeien. De druk op de
stedelijke regio's rond de mainports, brainport en greenports zal
toenemen. We lopen tegen grenzen aan, fysiek maar ook door de groei van
nieuwe economische regisseurs in de wereld zoals China, India en
Brazilië. We zullen ons vragen moeten stellen. Hoe blijven we
bijvoorbeeld als Nederland een centrale hub? Blijven we fysieke stromen
accommoderen of gaan we meer regisseren? Kijk naar Aalsmeer. De
bloemenveiling regisseert handelsstromen nu deels via satellietlocaties
in de wereld. De toekomstige uitdaging ligt hierin hoe we deze nieuwe
vormen van hubs mogelijk maken, zowel fysiek als technologisch.
Binnenkort kom ik met de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Ik
leg in deze visie de nadruk op de infrastructuur en
mobiliteitsnetwerken. Deze zijn leidend voor de ruimtelijke
ontwikkelingen. We gebruiken de mobiliteitsnetwerken van water, weg,
spoor en regionaal OV om de Nederlandse economie verder te versterken.
Een selectief ruimtelijk beleid van het Rijk is daarbij essentieel. Een
rijksbeleid dat meer loslaat en overlaat aan provincies en gemeenten.
Kortom, je gaat erover of niet.
U en ik weten dat de financiële middelen de komende jaren beperkt zijn.
De rente over onze schuldenlast bedraagt net zoveel als mijn begroting.
De economische crisis en de bezuinigingsopgave waarvoor we staan,
dwingt ons tot het maken van scherpe keuzes.
Maar ik loop niet weg voor mijn verantwoordelijkheid.
Mijn inzet is gericht op een betrouwbare infrastructuur door goed
beheer en onderhoud en waar nodig te investeren in nieuwe
infrastructuur. Recente ontwikkelingen wijzen erop dat de investeringen
van de afgelopen jaren werken. Kijk naar de recente cijfers over de
filedruk, een afname van bijna 17 procent! Of kijk naar de efficiënte
afwikkeling van goederenvervoer over het spoor via de Betuweroute of de
positieve opwinding die rondom de aanleg van de Tweede Maasvlakte
hangt.
Om de groei van mobiliteit op de lange termijn te kunnen faciliteren
moet de reiziger meer centraal komen te staan. De reiziger wil zich
vlot en veilig van deur tot deur verplaatsen; en de verlader heeft een
betrouwbare logistieke keten nodig om zijn producten op tijd te kunnen
afleveren.
Voor het verbeteren van de bereikbaarheid investeert het kabinet
tientallen miljarden euro's tussen 2010 en 2028 in het verbeteren van
de infrastructuur, over de weg, rails, het water en door de lucht. Deze
investeringen doen we daar waar de knelpunten het grootst zijn en de
economische effecten maximaal zijn.
Dat betekent dat dit kabinet kiest voor investeringen in economische
centra; stedelijke gebieden rondom de mainports, brainport en
greenports, inclusief de achterlandverbindingen.
Maar daar redden we het niet alleen mee. We zullen ook de bestaande
infrastructuur - weg, water, spoor - efficiënter moeten benutten.
Bijvoorbeeld door betere reisinformatie zodat je niet overal vast staat
bij een klein ongeluk, of buiten de spits reizen aantrekkelijker maken;
kortom, niet in de spits belasten, maar buiten de spits belonen.
Een goede infrastructuur van wegen en openbaar vervoer is het fundament
onder onze economie. Door sneller te beslissen, door te bouwen en door
beter te benutten kunnen we dat fundament versterken en `shockproof'
maken tegen economische crises. Daar richt ik mij op de komende
kabinetsperiode. Samen met bestuurders, bedrijven en de `brains' van
kennisorganisaties als Next Generation Infratructures.
Dames en heren,
Ik ga afronden.
Het onderzoek van Next Generation Infrastructures geeft ons inzichten
bij vragen hoe en op welk niveau we de mobiliteit het beste kunnen
regelen. Hoe voorzien we onze samenleving bijvoorbeeld van goed op
elkaar afgestemde infrastructuren? Kunnen hubs als Schiphol en
Rotterdam nog groeien ondanks de schaarse ruimte? Hoe vinden een goede
balans tussen groei en groen? Maakt slimme infrastructuur ons extra
kwetsbaar of juist sterker?
Dit zijn ingewikkelde vragen die slimme antwoorden vragen. Ten minste,
als we willen streven naar een toekomstbestendige infrastructuur
waarbij we de economische kansen maximaal kunnen grijpen en de
leefbaarheid zo minimaal mogelijk belasten.
De publicatie van Infratrends is een belangrijk hulpmiddel voor de
wetenschap, markt en overheden in hun denken en doen in de richting van
een `next generation infrastructures'.
Natuurlijk, `Infratrends 2011' is `slechts' een tussenbalans.
Het denken over de volgende generatie infrastructuren staat nooit stil.
Maar voor nu complimenteer ik Next Generation Infrastructures met deze
nuttige en noodzakelijke publicatie. Dank u wel.