Trefwoorden: hemodialyse, vaattoegang, aanprikken
Promotie mw.drs. Magda van Loon
Faculty of Health, Medicine and Life Sciences.
Promotor: prof.dr. P.J.E.H.M. Kitslaar; Co-promotores: dr. J.H.M.
Tordoir, dr. F.M. van der Sande.
Titel: "Cannulation practice and complications in hemodialysis vascular
access"
Donderdag 26 mei 2011, 14.00 uur
Voorwaarde voor een goede hemodialyse behandeling is een goede
vaattoegang. Er zijn 2 soorten inwendige vaattoegangen namelijk de
autogene arterioveneuze fistel (AVF; verbinding tussen een slagader en
ader) en de arterioveneuze graft (AVG; een kunststof vaatprothese die
tussen een slagader en ader wordt ingebracht). In één jaar tijd wordt
de vaattoegang van een chronisch hemodialysepatiënt gemiddeld 312 keer
aangeprikt. Er zijn weinig data bekend over de schade die de vaatwand
van een vaattoegang hierbij oploopt. Deze studie toont aan dat het
misprikken van een nieuw aangelegde AVF twee maal zo vaak voorkomt dan
van een prothese vaattoegang. Onderzoek naar de twee verschillende
priktechnieken, namelijk de touw-ladder priktechniek (gehele lengte van
de vaattoegang wordt gebruikt om aan te prikken) en de button-hole
priktechniek (herhaaldelijk op dezelfde plaats prikken waardoor er een
kanaaltje van littekenweefsel ontstaat naar de vaattoegang, te
vergelijken met een oorbelgaatje), toonde aan dat, ondanks meer
misprikken onderhuidse bloeduitstortingen en aneurysmata significant
minder voorkwamen in de button-hole groep. Maar de kans op infectie is
weer groter bij de button-hole techniek.
De academische zittingen van de Universiteit Maastricht vinden plaats
in de Aula, Minderbroedersberg 4-6.
Maastricht University