AzG: Sub-Saharaanse vluchtelingen uit Libië niet veilig in Tunesië

Persbericht van Artsen Zonder Grenzen

Amsterdam, 26 mei 2011 - 4.000 vluchtelingen uit Libië, overwegend Sub-Saharaanse Afrikanen, bevinden zich nog steeds in het Shousha transitkamp. Zij kunnen niet terug naar hun vaderland en verkeren in onzekerheid over hun toekomst. Eerder deze week was er tweemaal sprake van brand in het kamp; hierbij zijn doden en gewonden gevallen. Artsen zonder Grenzen maakt zich zorgen over de situatie van deze mensen: nadat velen al eerder vervolgd en slecht behandeld zijn, hebben ze nu ook te maken met geweld.

'De afgelopen dagen hebben we het geweld zien toenemen. Er waren meerdere incidenten tussen groepen vluchtelingen van verschillende nationaliteiten,' aldus Mike Bates, hulpcoördinator voor Artsen zonder Grenzen in Tunesië. 'Ze zitten voor onbepaalde tijd vast in een kamp dat als een tijdelijke doorgangsplek is gebouwd en er niet op gericht is om mensen lange tijd te huisvesten. Het merendeel heeft het gevoel dat ze op een dood punt zijn beland, zonder zicht op de toekomst.'

Op zondag 22 mei kwamen 4 vluchtelingen om toen een brand, met onbekende herkomst, zich 's nachts door het kamp verspreidde. Meer dan 20 tenten werden verwoest. De spanning in het kamp liep op waarbij er nog meer gevechten plaatsvonden tussen vluchtelingen van verschillende afkomst. Ook plaatselijke inwoners waren hierbij betrokken. Op dinsdag 24 mei zijn tussen de 300 en 400 tenten afgebrand; minstens 2 mensen zijn omgekomen en velen raakten gewond. Mike Bates: 'De recente gebeurtenissen in het Shousha kamp geven aan dat er geen veilige uitwijkmogelijkheden zijn voor mensen die Libië ontvluchten, met name Sub-Saharaanse Afrikanen voor wie hun zoektocht naar een beter leven bestaat uit een nachtmerrie waar maar geen einde aan komt.'

In een internationaal verspreide open brief op 19 mei sprak Artsen zonder Grenzen regeringsleiders van landen die direct bij de oorlog in Libië betrokken zijn aan. We wezen op de grimmige situatie van migranten die vanwege het conflict naar Europa zijn gevlucht en bekritiseerden het tegenstrijdige beleid van Europa, dat aan de ene kant zegt oorlog te voeren om burgers te beschermen, maar tegelijkertijd de grenzen sluit voor de slachtoffers van de oorlog. De brief is te lezen via www.artsenzondergrenzen.nl/openbrieflampedusa

Sinds 17 februari, de start van het conflict in Libië, zijn er 800.000 mensen - voornamelijk niet-Libisch van oorsprong - het land ontvlucht. Het merendeel naar Egypte en Tunesië. Honderdduizenden vluchtelingen uit Libië zijn in het Shousha doorgangskamp aangekomen en hebben die inmiddels weer verlaten. Duizenden anderen hebben een gevaarlijke oversteek gemaakt over de Middellandse Zee naar Europa; meer dan 11.000 hebben het Italiaanse eiland Lampedusa weten te bereiken. Meer dan 60.000 mensen zijn in zuidelijke richting gevlucht, dwars door de woestijn naar Niger en verder.

Sinds februari verleent Artsen zonder Grenzen hulp aan de slachtoffers van het conflict in Libië. Medische teams werken in Libië (in Misrata, Benghazi en Zintan), in het grensgebied van Tunesië en Libië, waaronder in het Shousha kamp, Italië (Lampedusa) en in Niger. Elke dag staan onze hulpverleners oog in oog met de gevolgen van het conflict op de burgerbevolking.

*

Links:
http://www.artsenzondergrenzen.nl



Razende Robot Reporter