Rijksoverheid


26 mei 2011

Versterking nieuwe Europese werkwijze Eerste Kamer: verzoek tot medewerking van de regering

Zeer geachte voorzitter, Hierbij doe ik u, mede namens de minister-president, de reactie van het kabinet toekomen op uw brief met kenmerk 14809C, zoals toegezegd tijdens de Algemene Europese Beschouwingen met uw Kamer op 19 april 2011.In die brief verzoekt u om medewerking van de regering bij de nieuwe Europese werkwijze van de Eerste Kamer. Het kabinet verwelkomt de grote en groeiende belangstelling van de Eerste Kamer voor de Europese dossiers. Dit is des te belangrijker in het licht van de grotere rol die de nationale parlementen hebben gekregen met het Verdrag van Lissabon, in het bijzonder de mogelijkheid om voorstellen van de Commissie te toetsen aan het subsidiariteitsbeginsel (de zgn. gele en oranje kaart). Het kabinet wil graag op de wensen van de Eerste Kamer inspelen, met onder meer een nieuwe opzet van de Staat van de Europese Unie (verder: de Staat). Zoals aangegeven in de "aanvulbrief" bij de Staat (Kamerstuk 32502 nr. 3) staan wij positief tegenover het verzoek van uw Kamer om de Staat anders in te richten en te combineren met de kabinetsappreciatie van het jaarlijkse Werkprogramma van de Europese Commissie. Dit moet nog wel later deze maand met uw collega's in de Tweede Kamer worden besproken, maar in beginsel zijn wij graag bereid mee te gaan in dit verzoek. Volgend jaar krijgt u dan een nieuwe Staat en een nieuw debat. Praktisch zou het betekenen dat u de Staat niet meer op Prinsjesdag ontvangt, maar enkele maanden later, wanneer de Europese Commissie haar werkprogramma uitbrengt; hiermee bestrijkt de Staat nieuwe stijl dus een kalenderjaar en niet meer een parlementair jaar. Ik hoop en verwacht dat met zo'n Staat nieuwe stijl ons debat zich concreter kan toespitsen op Europees beleid in voorbereiding en de mogelijkheid biedt inhoudelijk over de prioriteiten van het kabinet en van uw Kamer van gedachten te wisselen. Ten aanzien van de specifieke aandachtspunten in uw brief graag het volgende: 1. Tijdigheid van de BNC-fiches Het kabinet he eft sinds zijn aantreden getracht bijzondere aandacht te besteden aan de tijdigheid van de fiches. Vanaf het aantreden van het kabinet op 14 oktober 2010 tot begin mei zijn negentig fiches uitgebracht, waarvan driekwart (67) binnen de zeswekentermijn (twaalf daarvan versneld), achttien met een kleine vertraging die vnl. het gevolg was van het kerstreces, maar binnen acht weken, en vijf met een grotere vertraging van drie tot vijf weken. Hoewel ik dat laatste betreur, hecht ik er toch aan erop te wijzen dat het gros van de fiches op tijd was. Uiteraard is elk fiche dat te laat is er een teveel, maar er is wel degelijk een verbeterslag gemaakt. Met de BNC-fiches trachten wij u zo goed en zorgvuldig mogelijk te informeren. Het kabinet werkt momenteel aan verdere verbetering van de informatievoorziening in de fiches: naast subsidiariteit, proportionaliteit, financiële en juridische consequenties, haalbaarheid en uitvoerbaarheid, komt er meer aandacht voor o.a. terugdringing van regeldruk ­ een kabinetsprioriteit­ en de beoordeling van voorstellen van de Commissie voor delegatie en/of comitologie. Ik zal u binnenkort nader informeren over deze aanpassingen. De informatie in de fiches is in de loop der jaren steeds verder uitgebreid. Dat heeft wel als gevolg dat enige tijd nodig is om de fiches op te stellen en interdepartementaal af te stemmen. Ik zal echter trachten ­ en mijn collega's in het kabinet daar ook op aanspreken ­ strak de hand te houden aan de deadlines. 2. Versneld (binnen drie weken) publiceren van fiches over onderwerpen die door de Eerste Kamer als prioriteit zijn aangemerkt, naar analogie met de afspraken met de Tweede Kamer De vigerende afspraak met de Tweede Kamer is dat fiches versneld (binnen drie weken) worden gestuurd voor die onderwerpen waarvoor deze Kamer een subsidiariteitstoets of een behandelvoorbehoud overweegt. De Tweede Kamer heeft naar aanleiding van het Werkprogramma van de Commissie voor 2011 een lijst opgesteld met 49 prioritaire onderwerpen. Bij tien daarvan heeft zij aangegeven een behandelvoorbehoud te overwegen. Bij één onderwerp een subsidiariteitstoets. Voor deze in totaal elf Commissievoorstellen worden ­ zo is de afspraak met Tweede Kamer ­ versnelde fiches opgesteld. De Tweede Kamer doet daarnaast soms ad hoc beroep op het kabinet om versneld een fiche te leveren vanwege de actualiteit, bijvoorbeeld als het onderwerp snel aan de orde komt op een Raad of als een algemeen overleg met de Tweede kamer is voorzien waarin men het betreffende onderwerp wil meenemen. Het kabinet probeert daar dan in te voorzien. Dat werkt in de praktijk goed, resulterend ineen beperkt aantal versnelde fiches voor de meest relevante voorstellen. Ik ben graag bereid uw Kamer op dezelfde wijze te bedienen en versneld fiches te publiceren voor die onderwerpen waarvoor de Eerste Kamer een behandelvoorbehoud of een subsidiariteitstoets wenst. Analoog aan de hiervoor geldende werkwijze in de Tweede Kamer (zie Kamerstukken 22112 nr. 1012 en 22112 nr. 1114) ontvang ik graag van u een lijst met de onderwerpen waarop dit van toepassing is, zodat hiermee rekening kan worden gehouden bij de planning van de BNC-fiches. 3. Verzoek om expliciete r apportage aan de Eerste Kamer over de wijze en het moment waarop de regering de door een Eerste Kamercommissie gewenste inzet in Raadsonderhandelingen heeft bepleit en met welk resultaat Ik begrijp uw verzoek om expliciet terugkoppeling te krijgen in het geval een Commissie van uw Kamer een uitdrukkelijk verzoek heeft gedaan aan de regering om een bepaald standpunt in te nemen in de Raadsonderhandelingen. Ik aarzel echter over een aparte brief. Immers, de Raadsverslagen zijn er juist voor bedoeld om het parlement te informeren en dergelijke terugkoppeling te geven. Ik begrijp dat de Raadsverslagen ook veel andere informatie bevatten en dat dus niet altijd voldoende snel duidelijk is welke punten zijn gemaakt n.a.v. een specifiek verzoek van uw Kamer. Het kabinet zal in het vervolg in de Raadsverslagen expliciet weergeven welke punten zijn terug te voeren op zo'n specifiek verzoek van uw Kamer of op een gedane toezegging aan uw Kamer. Een aparte brief zou dan niet nodig zijn.

Met vriendelijke groet,

Ben Knapen