SGP
Hoofdlijnennotitie Wet werken naar vermogen
De SGP ziet goede aanknopingspunten in de kabinetsvoorstellen voor
kwetsbare personen op de arbeidsmarkt. Tegelijk zijn er zorgen over de
financiering, vooral wat betreft de sociale werkplaatsen. Die zorg
betreft ook de positie van Wajongers die met meerdere maatregelen te
maken krijgen. Verder moeten meer kansen op regulier werk gecreëerd
worden.
---
Hoofdlijnennotitie Werken naar vermogen
Elbert Dijkgraaf (SGP)
25 mei 2011
De SGP heeft doorgaans bijzonder oog voor historisch gegroeide
structuren in de samenleving. Dat betekent natuurlijk niet dat we
scheefgroei moeten gedogen. Het snoeimes is soms hard nodig. Wie de
bomen op het domein van de sociale zekerheid bekijkt, moet bijvoorbeeld
moeite doen het bos nog te zien. Er is een veelvoud aan regelingen, die
elkaar bovendien vaak bestrijden. Sommige regelingen blijken succesvol,
maar hun succes wordt voor een deel geneutraliseerd door aangrenzende
regelingen. Meer eenvoud en betere afstemming is broodnodig. De SGP
steunt daarom het voorstel van het kabinet om te komen tot drie
regelingen die zowel kwetsbare personen op de arbeidsmarkt ondersteunen
en beschermen, als werken naar vermogen willen stimuleren. Het is
belangrijk dat de regelingen voor Wajong en sociale werkvoorziening
terug gaan naar de kern en dat er een stevige regeling komt voor mensen
die kans hebben op regulier werk.
De SGP vindt dat economische en sociale argumenten in dit debat vooral
niet tegenover elkaar geplaatst moeten worden. Het is duidelijk dat er
een economische noodzaak is om deze plannen door te voeren. De
prognoses bij ongewijzigd beleid zijn namelijk niet rooskleurig.
Tegelijk is het stelsel zelf ook aan hervorming toe en zijn de mensen
die het betreft gebaat bij wijzigingen. Momenteel pakken verschillende
prikkels oneerlijk uit tussen mensen en worden bepaalde groepen door de
huidige regelingen afgehouden van regulier werk. De inzet voor meer
kansen op regulier werk moet de komende tijd juist centraal staan.
Kernpunten:
1. Waarde bestuursakkoord
2. Zorgen over financiering
3. Kansen voor werknemers
4. Kwetsbare positie Wajongers
Bestuursakkoord
Voor een succesvolle uitwerking van de plannen is van groot belang dat
de gemeente en het Rijk er samen de schouders onder zetten. Overleg
tussen de overheden over deze omvangrijke klus is daarom de eerst
aangewezen stap. Voor instemming van de Kamer voor deze plannen is een
belangrijke richtingwijzer of zowel het Rijk als de gemeente hun
handtekening kunnen zetten. Inmiddels hebben we het conceptakkoord
kunnen lezen, maar bij een aanzienlijk aantal gemeenten leven
bedenkingen. De SGP wacht met belangstelling het resultaat af. De
noodzaak van voortvarendheid in het proces verdient wel nadruk. Veel
mensen leven namelijk in onzekerheid over de precieze uitwerking van de
plannen.
Zorgen over financiering
Hoe belangrijk een bestuursakkoord ook is, het is op zich natuurlijk
geen voldoende voorwaarde om steun te kunnen geven aan de voorstellen
van het kabinet. De Kamer houdt haar eigen verantwoordelijkheid. Er
blijven namelijk bedenkingen bij de financiële kaders. De SGP ziet wel
degelijk mogelijkheden om te bezuinigen op re-integratie. Ons
verkiezingsprogramma stelt namelijk ook een besparing op dit onderdeel
voor. Het kabinet zet met haar bezuinigingen echter veel hoger in. Met
name de bezuinigingen op de sociale werkvoorziening leveren voor de SGP
stevige vragen op. Het beschikbare budget is grotendeels nodig voor
nagenoeg vaste loonkosten. De SGP betwijfelt of de besparingen die het
kabinet ziet op de personele kosten met name in de periode tot 2020
reëel zijn. Zou bij de beoogde faciliteit bovendien niet de vraag
centraal moeten staan hoeveel ruimte voor besparingen concrete
bedrijven hebben gelet op hun personeelsbestand?
Kansen werknemers
Om deze omvangrijke plannen te laten slagen hangt veel af van gemeenten
en werkgevers. Zonder hun inzet gaat dit niet werken. De SGP vindt
daarom dat het kabinet zoveel mogelijk ruimte moet bieden aan gemeenten
en werkgevers om kansen op werk te creëren. Wat dat betreft is het
bijvoorbeeld positief dat er geen blauwdruk komt voor regioâs, maar dat
de kracht van bestaande samenwerkingsverbanden en initiatieven wordt
benut. Daarnaast spelen drie belangrijke punten:
- Gemeenten hebben maximale vrijheid nodig om ondersteuning in te
zetten voor werknemers die absoluut begeleiding nodig hebben.
Beperkingen aan de inzet van jobcoaches, extern dan wel intern, moet
vermeden worden. Hoe waarborgt het kabinet dit?
- De belangrijkste hobbel voor werkgevers is het aanbieden van een
dienstverband voor onbepaalde tijd. De wettelijke regel dat het vierde
tijdelijke contract een vast contract is werkt voor de kwetsbare
doelgroep nadelig. Zij worden dan aan de kant gezet, terwijl ze anders
nog langer bij het bedrijf zouden kunnen blijven. Er is dus meer
flexibiliteit nodig, bijvoorbeeld door meer dan drie tijdelijke
contracten mogelijk maken. De vrijstelling hiervoor zou gekoppeld
moeten worden aan de bepaling van de loonwaarde. Erkent het kabinet de
noodzaak van zulke oplossingen?
- Kleine werkgevers worden door het bestaande systeem van de
premiekorting niet gestimuleerd om kwetsbare werknemers aan te nemen?
Er is een motie aangenomen om dat te veranderen. Wanneer kunnen we
wijzigingen tegemoet zien?
Overigens nog een praktische vraag: houdt het kabinet zich aan de
afspraak uit het bestuursakkoord dat alleen de rechten worden
gewaarborgd van werknemers die een indicatie WSW en een
dienstbetrekking hebben?
Kwetsbare positie Wajongers
Veel Wajongers krijgen te maken met een stapeling van maatregelen. Voor
een deel betreft dat maatregelen van sociale zaken, maar ook bij andere
departementen verschuift veel. Niet in de minste plaats zorgt ons
fiscale stelsel voor een fors probleem. De SGP vindt dat deze zorg
breed moet worden bezien en in de plannen bijzondere aandacht voor deze
groep moet hebben. Deze mensen moeten dubbel gestimuleerd worden en
niet dubbel gepakt.
Concluderend ziet de SGP kansen rond de voorstellen van het kabinet,
maar hebben we ook duidelijke zorgpunten. Essentieel is dat
SW-bedrijven geen financiële molensteen rond de gemeentelijke nek
worden, dat mensen die regulier kunnen werken ook daadwerkelijk kansen
op werk hebben en dat er geen stapeling van problemen plaatsvindt voor
kwetsbare groepen.