Een ketterse arts voor de heksen. Jan Wier (1515-1588)
Datum: 06 juni 2011
Promotie: mw. V.M. Hoorens, 13.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5,
Groningen
Proefschrift: Een ketterse arts voor de heksen. Jan Wier (1515-1588)
Promotor(s): prof.dr. J.W. Renders, prof.dr. C.G. Santing
Faculteit: Letteren
Biografie van Jan Wier, niet-begrepen tegenstander heksenvervolgingen
De arts Jan Wier (1515-1588) staat bekend als vroege tegenstander van
de heksenvervolging. Vera Hoorens, hoogleraar sociale psychologie in
Leuven, toont in haar (tweede) proefschrift aan dat Wier weliswaar een
bijzonder invloedrijke tegenstander van de heksenvervolging was, maar
dat het bestrijden daarvan niet zijn hoofddoel was. Met zijn boeken
wilde hij vooral kritiek leveren op de rooms-katholieke kerk. Hij
gebruikte de heksenvervolging als middel daartoe, zoals Luther de
handel in aflaten gebruikte om kritiek te leveren op de kerk. Wier werd
volgens Hoorens echter het slachtoffer van zijn eigen succes, waardoor
de ware strekking van zijn werk verloren ging.
In zijn boeken De praestigiis daemonum (Over duivelse begoochelingen)
en De lamiis (Over de heksen) weerlegde Wier dat vrouwen een verbond
sloten met de duivel en met hun tovermacht anderen kwelden.
Heksenprocessen achtte hij onrechtmatig omdat ze niet-bestaande
misdrijven betroffen en omdat verdachten gefolterd en vernederd werden.
Anders dan veel tijdgenoten onderscheidde hij heksen van ketters, al
noemde hij de doodstraf voor beide groepen onaanvaardbaar.
Volgens Hoorens is Wier het slachtoffer geworden van zijn eigen succes.
Nadat talloze voor- en tegenstanders van de heksenvervolging zijn
argumenten overnamen of bespraken, vaak zonder bronvermelding, werden
zijn opvattingen over de heksen gemeengoed, zonder dat zijn naam daar
nadrukkelijk aan verbonden was. Bovendien is er door de plotselinge
toename van de heksenvervolging nadat hij zijn hoofdwerk gepubliceerd
had en door het feit dat ook protestantse heersers heksen gingen
vervolgen en protestantse auteurs tegen de heksen gingen schrijven, een
misverstand over de betekenis van zijn werk. Hierdoor is de
antikatholieke strekking ervan verloren gegaan.
Wier heeft tevens bijgedragen aan de hervorming van de rechtspraak, met
meer aandacht voor de geestelijke vermogens van verdachten, voor een
correcte inzet van de voorhechtenis en voor een menswaardige bejegening
van gevangenen. Hij was echter niet de kampioen avant-la-lettre van de
mensenrechten waarvoor hij wel eens is gehouden. Zo was hij niet tegen
de doodstraf, maar wilde hij alleen dat heksen die niet opgelegd
kregen. Omdat hij sommige heksen geestesziek noemde en principes
uiteenzette die in de psychopathologie nog altijd aanvaard worden
(zoals de rol van eenzaamheid en druggebruik bij geestesstoornissen, de
aanstekelijkheid van afwijkend gedrag en de notie
ontoerekeningsvatbaarheid) geldt Wier ook als een grondlegger van de
psychiatrie. Critici menen echter dat hij ten onrechte doorgaat voor
een boegbeeld van de psychiatrie. Volgens Hoorens is Wier dat dus wel
degelijk.
Prof.dr. Vera Hoorens (Wevelgem, 1963) studeerde psychologie aan de
Katholieke Universiteit Leuven. Ze verrichtte haar onderzoek als
promovenda bij het Biografie Instituut, Faculteit der Letteren .
Hoorens werkt als hoogleraar sociale psychologie aan de Katholieke
Universiteit Leuven. Een handelseditie van het proefschrift verschijnt
op 6 juni bij uitgeverij Prometheus, Amsterdam.
Laatst gewijzigd: 31 mei 2011 12:49
Rijksuniversiteit Groningen