Afscheidscollege prof.dr. J.L. Blussé van Oud Alblas
Op maandag 6 juni geeft Leonard Blussé (Geschiedenis van de
Europees-Aziatische betrekkingen) zijn afscheidscollege. "Het is een
voorrecht om de afgelopen veertig jaar persoonlijk mee te maken hoe
Japan, Taiwan en Korea, en nu ook China enorme sprongen vooruit gemaakt
hebben en ons op allerlei gebied voorbij streven. Voor ons Europeanen
een oefening in nederigheid."
* Afscheidscollege Leonard Blussé
door Britta Wielaard (student Journalistiek en Nieuwe Media)
Hoe bent u in dit vakgebied beland?
"Ik heb van 1965-1970 Chinees en Japans gestudeerd in Leiden. In de
tijd van de culturele revolutie kon je niet naar China, dus vertrok ik
naar Taiwan waar ik antropologie studeerde en me verdiepte in het
verleden van de Nederlanders in Azië. Als graduate student
Geschiedenis en later als assistent van professor Hibino Takeo was ik
drie jaar lang verbonden aan het Research Institute of Humanities van
de Kyoto Universiteit. Ik werd ingeschakeld bij het vertalen van oude
Chinese teksten over Indonesië: ik leverde Nederlands
bronnenmateriaal aan voor de voetnoten bij de teksten. Terug in
Nederland begon ik bij het nieuwe bureau Indonesische studies,
door professor Teeuw opgericht om de culturele betrekkingen met
Indonesië te herstellen. Daar heb ik met heel veel plezier gewerkt
totdat ik bij de Werkgroep voor de geschiedenis van de Europese
expansie onder leiding van Henk Wesselink terecht kwam. Dat was een
enthousiaste club historici waarin het westen en niet-westen
samenwerkten. En dat is altijd zo gebleven."
Wat zijn voor u de hoogtepunten?
"De projecten waaraan we binnen maar ook buiten de universiteit aan
gewerkt hebben, zoals het blad Iteneario (1978), dat nu na jaren lang
onafhankelijk bestaan wordt uitgegeven door Cambridge University Press.
Met Wim van den Doel heb ik de Crayenborgh honors class voor studenten
geschiedenis opgezet. We hebben achttien jaar lang voor betrekkelijk
weinig geld elk jaar de fine fleur van de internationale historici naar
Leiden kunnen halen om twaalf studenten uitstekend onderwijs te kunnen
geven.
Een ander prachtig project was in de jaren negentig het Cambridge,
Leiden, Delhi, Yogyakarta Project for Comparitive History of India and
Indonesia. De afgelopen tien jaar hebben we echter letterlijk
geschiedenis gemaakt met de TANAP en ENCOMPASS projecten waarmee we
bijna honderd Aziatische studenten hebben geleerd hoe zij Nederlands
archiefmateriaal kunnen combineren met geschiedbronnen in hun eigen
taal. Twintig TANAP promoties binnen vijf jaar tijd: dat was een hele
klus. Ik heb met veel plezier ook twee grote gedenkboeken gemaakt: een
voor Nederlands-Chinese betrekkingen in 1989, en een voor Japan in 2000
samen met Willem Remmelink en Ivo Smits. Beide boeken zijn in meerdere
talen vertaald. Ook hebben we hebben enkele series bronnenpublicaties
uitgegeven over Japan, Indonesië en Taiwan die van groot belang zijn
voor de geschiedenis van die landen. Dit zijn publicaties van
oorspronkelijke 17e en 18e eeuwse VOC etukken die we hebben vertaald
naar het Engels. Ook hebben we belangrijk Chinees materiaal uitgegeven.
Ik zeg hier trouwens weer nadrukkelijk wij. Bijna alles wat ik gedaan
heb is gebeurd in nauwe samenwerking met bevriende collegaâs. Dat was
ontzettend leuk."
Wat zou een leek over Europees-Aziatische betrekkingen moeten weten?
"De ontdekking van het Aziatisch continent en de Aziatische culturen is
van enorme invloed geweest op onze Europese cultuur. Wij zijn aan het
begin van de vijftiende eeuw begonnen als een soort van ruimtevaarders
en allengs kwam er een nieuw wereldbeeld tot stand. De Europeanen
kwamen al snel tot de ontdekking dat Azië een eigen geschiedenis
had, buiten de Bijbelse geschiedenis. Wij zijn onszelf als het ware in
Azië tegengekomen. En niemand kan er omheen dat nu in de 21ste eeuw de
eeuw van Azië is aangebroken. Het is een voorrecht om de afgelopen
veertig jaar persoonlijk mee te maken hoe Japan, Taiwan en Korea, en nu
ook China enorme sprongen vooruit gemaakt hebben en ons op allerlei
gebied voorbij streven. Voor ons Europeanen een oefening in
nederigheid."
Wat is het onderwerp van uw afscheidscollege?
"Het heet âAan de oevers van de grote rivierenâ en in de titel zou
iedereen die het liedje kent mijn Rotterdamse achtergrond kunnen
herkennen. Ik heb nog een aantal boeken waarmee ik al jaren bezig ben,
maar ik heb ook een project wat ik nog wil opzetten, ook weer een
internationaal samenwerkingsproject. Het is een vergelijkende
historische studie naar de samenlevingen van de Rijn-Maas-Schelde delta
en de Yangzi delta in China. Daarin kan ik eigenlijk al mijn hobbyâs
kwijt, geschiedenis, talen, het water, scheepvaart, stedelijke
culturen, kunst."
En na uw afscheidscollege?
(lacht) Wat denk je, als ik op mijn afscheidscollege nog zoân ambitieus
plan ga ontvouwen?...
Afscheidscollege Leonard Blussé
Vakgebied: geschiedenis van de Europees-Aziatische betrekkingen
Locatie: Academiegebouw, Rapenburg 73, 2311 GJ Leiden
geen togaprotocol
Het college zal worden gehouden op maandag 6 juni, klokke 16.00 uur in
het Groot Auditorium van het Academiegebouw, Rapenburg 73 te Leiden.
Aanmelden
Vanwege het beperkte aantal beschikbare plaatsen dienen
belangstellenden zich via een formulier aan te melden voor het
bijwonen van deze plechtigheid en de daaropvolgende receptie.Â
Meer informatieÂ
Mw. M. Wanders, e-mail, 071-527 3130Â
Universiteit Leiden