Groen!

De weg tussen Duitsland en Griekenland

door Wouter Van Besien (Groen!) op 6 juni 2011 in "Economie, fiscaliteit en werkgelegenheid"

Na elf maanden regeringsvorming woedt eindelijk het debat over de kern van de zaak. Welk sociaal en economisch model willen we? Als het aan de N-VA en Open VLD ligt, gaan we naar het Duitse model. Open VLD-voorzitter Alexander De Croo maakt er zelfs een voetbalmatch van: als we de Duitse tactiek niet volgen, spelen we binnenkort zo slecht als Griekenland. Mooi gevonden, maar heel beperkt qua analyse. Gelukkig is er een alternatief, uitgaande van vier doelstellingen: verankering, duurzame investeringen, interne koopkracht en waardige jobs en uitkeringen.

ACV-voorzitter Luc Cortebeeck maakt terecht een zeer kritische analyse van het Duitse model (DS 31 mei). De Duitse economie legt de voorbije twee jaar op de klassieke groei-indicator, het bbp, hogere cijfers voor dan de andere EU-landen. Het klopt ook dat de werkzaamheidsgraad er sterk gestegen is. Maar op een heel pak andere, vooral sociale parameters scoort Duitsland al jaren ronduit slecht. Op dit ogenblik werken 6,5 miljoen Duitsers aan netto uurlonen van 4 tot 6 euro. Het aandeel werkende armen in de arbeidsbevolking steeg tussen 2005 en 2009 van 4,8 naar 6,8procent. Vandaag dreigen 12,6 miljoen Duitsers in armoede te verzeilen. Een record.

Zuid-Korea

Duitsland opteerde voor een (neo)mercantilistisch model, waarin het alles inzette op een exporteconomie via een forse loonmatiging om competitiever te worden. Loonmatiging blijkt echter niet de voornaamste motor van het Duitse exportsucces, wel de euro. Een recente studie van de Europese Commissie toont aan dat van de 7,3procent Duitse exportgroei slechts 0,5procent voortvloeit uit loonmatiging. Het Duitse model is trouwens een behoorlijk egoïstisch model: Duitse exportgroei gaat vaak ten koste van export in andere Eurolanden. Als alle EU-lidstaten elkaar op die manier beconcurreren, belanden we samen in een gevaarlijke neerwaartse spiraal terecht.

Er is een alternatief voor de Duitse aanpak. Kernpunt daarvan is een sterke eigen markt, die een klimaat creëert waarbij kmo's kunnen floreren in een economie van de nabijheid. België is in belangrijke mate een exporteconomie en dat zal nog lang zo blijven. We kunnen tegelijk die economie van de nabijheid uitbouwen en minder afhankelijk worden van steeds duurder wordende grondstoffenimport via het verhogen van grondstoffen-efficiëntie en het sluiten van materiaalkringlopen. We moeten innovatie bij de eigen bedrijven krachtiger ondersteunen,. Dit is een economisch model dat ingrediënten bevat uit de Scandinavische economieën, die een sterke competitiviteit koppelen aan hoge sociale welvaart. Het Duitse model offerde de eigen sociale welvaart op om de export te laten groeien. Een model dat ook lessen trekt uit de successen van groeilanden als Zuid-Korea als het gaat om het boosten van duurzame economie en een aantrekkelijk ondernemersklimaat.

Om dit economische beleid te kunnen voeren, moet de volgende federale regering een besparings- én investeringsprogramma realiseren. Dit model veronderstelt ook een grondige fiscale hervorming, die een verschuiving van de lasten op arbeid naar lasten op milieuvervuiling en vermogen inhoudt. De arbeidskosten moeten verlaagd worden, niet via loonmatiging, maar wel door de lasten op arbeid drastisch te verlagen (met 1procent van het bbp), vooral voor de lage lonen. Dit kun je compenseren door de terugverdieneffecten van jobcreatie en een verschuiving naar milieufiscaliteit. Via een rechtvaardige fiscaliteit verhogen we onze competitiviteit zonder de koopkracht van onze burgers aan te tasten.

In dat model staat ook het arbeidsmarktbeleid diametraal op het Duitse. Door lagere lasten op arbeid komen er meer (witte) jobs. Er zijn innovatieve oplossingen nodig, zoals de Zweedse knowledge lift, om de schrijnende mismatch tussen arbeidsvraag en aanbod op te heffen. Werkende mensen krijgen de kans om zich gratis in te schrijven in een opleiding en krijgen ondertussen een werkloosheidsuitkering als de werkgever in de plaats een werkloze in dienst neemt. Het zorgt voor een beter geschoolde arbeidsreserve, geen financiële belasting voor de werkgever en het kost de overheid enkel de kost van de opleiding. Meer dan 10procent van de Zweedse werknemers hebben zich met succes omgeschoold.

Zo'n innovatieve maatregelen op de arbeidsmarkt vragen iets meer creativiteit dan het forse schorsingsbeleid van de N-VA en Open VLD. Werklozen die niet voldoende inspanningen doen om een job te vinden, kunnen gesanctioneerd worden, daar is iedereen het over eens. Wie daarin overdrijft, verplaatst gewoon mensen van de werkloosheidsuitkering naar het leefloon. Terwijl de tandem RVA-VDAB ideaal geplaatst is om een activeringsbeleid te voeren.

De N-VA en Open VLD mikken vooral op kant-en-klare import-arbeid, eerder dan te investeren in een ambitieus opleidingsbeleid. Arbeidsmigratie is een deel van de oplossing. Maar laat ons eerst komaf maken met allerlei misbruiken op de arbeidsmarkt (schijnzelfstandigheid, nepdetachering, gesjoemel met aansprakelijkheid van de hoofdopdrachtgever) en meer mensen en middelen inzetten in de strijd tegen sociale fraude. Wie deze systemen niet wil aanpakken, dwingt nog meer werknemers dan vandaag in minderwaardige en onleefbare jobs.

De keuzes op sociaaleconomisch vlak worden in deze formatie eindelijk op scherp gesteld. Laat ons kiezen voor een betere weg naar welvaart, met een sterke en duurzame interne markt en waardige jobs.

Contact: Wouter Van Besien -