De Nederlandse Bank

Datum 6 juni 2011
Thema Economie

Balansherstel komende jaren onontkoombaar

Door de klap van de financiële crisis is een periode van balansherstel onvermijdelijk, vooral voor banken, pensioenfondsen en overheid. Hoewel dit op korte termijn een remmend effect kan hebben op de economische groei, wegen de baten uiteindelijk op tegen de kosten.

Dat is een van de belangrijkste uitkomsten van het onlangs gehouden DNB-symposium 'Naar een nieuwe balans'. De gevolgen van de meest ernstige financiële crisis sinds 1929 zijn momenteel nog steeds niet helemaal te overzien. De ervaringen van eerdere crises suggereren echter een vrij somber beeld voor de toekomst. Uit een vergelijking van eerdere crises blijkt de BBP-groei in het decennium na een crisis aanmerkelijk lager te liggen en de werkloosheid flink hoger. In tweederde van de gevallen bleef de werkloosheid in de tien jaar volgend op een crisis aanzienlijk hoger liggen dan voor de crisis. Verder liggen de reële huizenprijzen tien jaar na een crisis gemiddeld 15 tot 20 procent lager. Tot slot blijkt de binnenlandse kredietverlening in aanloop naar een crisis doorgaans flink toe te nemen (gemiddeld 38 procentpunt BBP in tien jaar), om vervolgens na de crisis weer ongeveer evenveel af te nemen. Hierbij duurt de daling ongeveer even lang als de stijging. Op grond van deze ervaringen kan een langdurig proces van `deleveraging', ofwel balansherstel, worden verwacht. Dit zal vooral het geval zijn voor landen waar de crisis voorafgegeaan werd door een periode van schuldenopbouw die samenging met bovengemiddelde bbp-groei en sterk stijgende huizenprijzen, zoals in de VS, Spanje en Ierland. Maar ook in Nederland hebben huishoudens, bedrijven, overheid, pensioenfondsen en banken door de crisis flinke klappen opgelopen.

Vooral voor de banken, pensioenfondsen en overheid is een periode van balansherstel de komende jaren dan ook onontkoombaar. Banken hebben enorme sommen geld moeten afschrijven op Amerikaanse hypotheken en daarvan afgeleide financiële instrumenten. Daarnaast heeft het Bazels Comité naar aanleiding van de financiële crisis strengere regels opgesteld wat betreft de solvabiliteit en liquiditeit van banken. Onderzoeken wijzen overigens uit dat het negatieve effect op de economische groei erg klein is: enkele tienden van procenten gespreid over een aantal jaren. Ook pensioenfondsen hebben door de kredietcrisis en de malaise op de beurzen een deel van hun vermogen verloren, terwijl zij daarnaast te kampen hebben met de gevolgen van de lage rente en de steeds hogere levensverwachting.

Overheden zullen ook hun financiële positie de komende tijd moeten verbeteren. De overheid heeft in veel landen de grootste klap van de financiële crisis opgevangen. Door haar relatief gunstige uitgangspositie kon de Nederlandse overheid haar stabiliserende functie zonder noemenswaardige problemen vervullen. De schuldquote is wel sterk opgelopen, van 45% BBP in 2007 tot (naar verwachting) 66% BBP in 2011. Om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën ook bij een vergrijzende beroepsbevolking te kunnen garanderen is nu een periode van consolidatie aangebroken. Zodoende kunnen de overheidsfinanciën op termijn een eventuele nieuwe economische tegenslag opvangen.

Voor gezinnen en (niet-financiële)bedrijven is de directe noodzaak tot balansherstel minder evident. De werkloosheid en de huizenprijzen hebben zich in vergelijking met andere landen relatief gunstig ontwikkeld in Nederland, waardoor balansherstel voor huishoudens in Nederland minder voor de hand ligt dan in veel andere landen. Tegelijkertijd zouden waardedalingen van financieel vermogen en huizenbezit en toegenomen inkomensonzekerheid huishoudens wel tot extra sparen kunnen aanzetten. De hoge hypotheekschuld maakt Nederlandse huishoudens bovendien kwetsbaar voor een voortgaande prijscorrectie op de woningmarkt. Het spaargedrag van huishoudens wordt ook beïnvloed door de mate van balansherstel in andere sectoren. Zo zouden huishoudens extra kunnen gaan sparen (of minder lenen) als de overheid haar financiën niet op orde brengt, als pensioenuitkeringen gekort worden of als banken strengere kredietvoorwaarden hanteren. Bovendien kan onzekerheid over het overheidsbeleid met betrekking tot de huizenmarkt of de inrichting van het pensioenstelsel via vertrouwenseffecten de spaarzin stimuleren.

Ook voor Nederlandse bedrijven geldt dat de uitgangspositie relatief gunstig is, hoewel sommige bedrijven kwetsbaar zijn voor een prijscorrectie op de vastgoedmarkt. Bedrijven hebben sinds het begin van dit millennium een spaaroverschot, dat schommelt rond de 6% van het bbp. Daarnaast is hun bancaire schuld van 45% bbp zo'n 15%-punt lager in vergelijking met het eurogebied. Door hun omvangrijke kaspositie, die tot uitdrukking komt in grote tegoeden bij banken, hebben grote bedrijven daarnaast relatief minder last van de strenge kredietvoorwaarden die banken hanteren voor leningen. Het MKB kan wel last ondervinden van de strengere kredietvoorwaarden.

Het is dus aannemelijk dat de verschillende sectoren, en dan vooral banken, pensioenfondsen en overheid, in Nederland de komende jaren hun financiële positie zullen verbeteren. Bovendien zullen landen die belangrijk zijn voor onze export, zoals de VS, het VK en Spanje, er in nog sterkere mate naar streven hun balansen op orde te brengen. Dit proces van balansherstel kan de economische groei de komende jaren drukken. Daar staat tegenover dat de onzekerheid over de financiële stabiliteit hierdoor wordt verminderd. Dit is goed voor het investeringsklimaat en daarmee ook voor de economische vooruitzichten op lange termijn.

Zie C.M. Reinhart & V.R. Reinhart (2010), After the Fall. Berben, R .P., Bierut, B.K., van den End, W.A. en J.I. Kakes, 2010, Macro-effecten van hogere kapitaal- en liquiditeitstandaarden voor banken, DNB Occasional Study nr. 3.

Balansherstel komende jaren onontkoombaar

Meer over Economie

+ Invloed onrust Midden-Oosten op NL-handel gering + Nederlands overschot op de lopende rekening hangt samen met spaaroverschot bedrijven
+ Versnelde stijging van exportprijzen van China + Opkomende economieën zijn drijvende kracht achter herstel wereldhandel
+ Flexibele arbeidsmarkt beperkt gevolgen crisis

Zie het origineel