Rijksoverheid


6 juni 2011

Algemeen Overleg WRR rapport en vragen over gender

Onze Referentie DMH/EM-84/2011

Geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar het Algemeen Overleg op 17 mei jl. over de focusbrief ontwikkelingssamenwerking geef ik graag een nadere toelichting op de volgende twee vragen van het lid Hachchi:


1. Hoe is het amendement Hachchi (32500 V, nr. 17), ingediend tijdens de begrotingsbehandeling 2011, ingevuld in de praktijk? Bij de begrotingsbehandeling 2011 is het amendement Hachchi aangenomen, waarmee het budget voor Operationele Doelstelling 5.3 met 5 miljoen euro is opgehoogd. Deze middelen worden ingezet voor een optopping van het MDG3 fonds. Het MDG3-Fonds zou per 30 juni 2011 aflopen, maar dit is met inzet van dit amendement verlengd tot en met 31 december 2011. Organisaties die subsidie ontvangen uit het MDG3 fonds zijn geïnformeerd dat zij het bestaande programma budget neutraal kunnen verlengen en/of fondsen kunnen aanvragen voor financiering van extra activiteiten. Deze activiteiten moeten uiterlijk 31 december 2011 zijn afgerond. Door meevallende uitgavenramingen bij de genderactiviteiten van de posten en het verplaatsen van de slotbetaling van de subsidies naar begin 2012 is het subsidieplafond voor de optopping gesteld op 7 miljoen euro. Alle 45 organisaties hebbe n voor de deadline van 1 mei jl. gereageerd: zes organisaties vragen alleen een budget neutrale verlenging en 39 organisaties vragen om extra financiering en/of budget neutrale verlenging. In totaal is er voor 9 miljoen euro aan voorstellen ingediend, dus niet alle aanvragen kunnen worden gehonoreerd. De beoordeling van de aanvragen is in volle gang. Een besluit over de subsidietoekenning wordt uiterlijk op 1 juli genomen. Met deze ophoging en verlenging van het MDG3 fonds wordt een natuurlijke overgang gecreëerd naar het nieuwe programma Funding Leadership and Opportunities for Women (FLOW), waarvan de activiteiten vanaf 1 januari 2012 zullen starten.

2. Wat is gebeurd met de uitvoering van de motie Hachchi omtrent de uitvoering van het beleid rond vrouwen, vrede en veiligheid (VN Veiligheidsraadresolutie 1325 et al)? In reactie op de motie Ferrier (32500 V, nr. 34), de motie Hachchi/El Fassed (32500 V, nr. 38), en de motie Dikkers/Hachchi (21501-02, nr. 1038) licht ik graag toe wat er in de afgelopen periode is gedaan op het terrein van vrouwen, vrede en veiligheid en welke plannen er zijn voor de nabije toekomst. Nederland investeert fors in het ondersteunen van organisaties en individuen die zich inzetten voor het versterken van vrouwelijk leiderschap, het tegengaan van straffeloosheid van geweld tegen vrouwen en het bevorderen van een actieve rol van vrouwen in wederopbouwprocessen. Zowel vrede en veiligheidsinstrumenten (stabiliteitsfonds en wederopbouwfonds), het MDG3 fonds (vanaf 2012 FLOW) en gedelegeerde financiële middelen op posten worden hiertoe ingezet. Nationaal Actieplan 1325 Het Nederlands Nationaal Actieplan ( NAP) 1325 was uniek en is dat nog steeds. Tot op heden is Nederland het enige land waarin het NAP gezamenlijk is opgesteld en ondertekend door de overheid en het maatschappelijk middenveld. Verder wordt internationaal erkend dat de meerwaarde van het Nederlandse NAP ook ligt in de geïntegreerde (3D) benadering van diplomatie, ontwikkeling en defensie inzake vrouwen, vrede en veiligheid. Nederland deelt deze ervaringen op internationale fora (OECD, EU, VN, NAVO) en adviseert landen die bezig zijn eigen nationale actieplannen op te stellen (VS, Duitsland). In het najaar van 2011 zal een nieuw Nationaal Actieplan 1325 (2012-2015) worden gelanceerd. Dit zal een actualisering worden van NAP I (2008-2011), voortbouwend op opgedane ervaring en kennis. Doelstellingen van NAP II: · Gelijkwaardige deelname van vrouwen aan besluitvorming in vredes- en wederopbouwprocessen · Gender centraal in beleid inzake fragiele en transitie staten o.a. via eigen landenspecifieke NAPs · Efficiënte samenwe rking tussen Nederlandse NAP partners Vanzelfsprekend zal Nederland bereid blijven andere landen en organisaties desgevraagd te adviseren bij het opstellen van hun eigen actieplannen. Bilaterale inzet In Afghanistan spant de ambassade in Kaboel zich in voor een gedegen gender component in de civic-education programmering van het meerjarige strategische plan. Er wordt gezocht naar manieren om de Afghaanse vrouwenbeweging te ondersteunen en politieke participatie van vrouwen te verbeteren. Bovendien tracht Nederland processen te stimuleren waardoor meer vrouwen in leidende- en besluitvormende functies kunnen komen. Dit gebeurt onder andere door middel van trainingen en een curriculum inzake strategic planning voor ministeries die nationale strategieën willen ten behoeve van empowerment van Afghaanse vrouwen. In de DRC zet Nederland in op het integreren van issues rond seksueel geweld in de Nederlandse ondersteuning aan de Congolese veiligheidssector. Zo ondersteunt Nederland een inn ovatief project waarbij mobiele cinema's worden ingezet om de Congolese militairen van het regeringsleger te onderwijzen over seksueel geweld waarbij materiaal wordt gebruikt van de documentaire "Weapon of War", winnaar van het Gouden Kalf 2010. De ambassade in de DRC financiert het programma `Gender and Justice' in de provincie Maniema. Dit project richt zich op het bestrijden van straffeloosheid en het economisch ondersteunen van slachtoffers. Het wordt uitgevoerd door HEAL Africa in samenwerking met de American Bar Association (ABA). Het programma richt zich zowel op traditionele gemeenschapsleiders als op de hoogste rechtbank en voorziet onder andere in het opzetten van vijf klinieken die pro-bono rechtshulp aanbieden, het creëren van mobiele rechtbanken om de toegang daartoe in rurale gebieden te vergroten en het beschikbaar stellen van studiebeurzen om het aantal vrouwelijke rechtenstudenten te vergroten. Binnen het Nederlandse programma voor het hervormen van de Burundese veiligheidssector hebben zowel leger als politie gender tot een strategische prioriteit voor de periode t/m 2013 gemaakt. Met Nederlandse steun werden sensibilisation-workshops georganiseerd, werd een vrouwennetwerk binne n de Burundese politie gesteund en wordt expertise geleverd voor het verder uitwerken van het gender-beleid in de veiligheidssector. De gezamenlijke BZ/Defensie publicatie "The Dutch Do's on Women, Peace & Security ­ Diplomacy, Defence & Development in Partnership" (november 2010) beschrijft in meer detail de resultaten van de Nederlandse geïntegreerde benadering omtrent vrouwen, vrede en veiligheid" in Afghanistan, Burundi, de DRC, Soedan en Nederland.

1325 in de MENA regio Voor de Nederlandse inzet in de MENA regio wordt voortgebouwd op het gedachtengoed van VNVR 1325 waarbij gelijkwaardige politieke participatie van vrouwen in democratiseringsprocessen centraal staat. Het joint statement (on Supporting Women's Political Empowerment in Emerging Democracies) van minister Rosenthal en Secretary of State Clinton op 21 april 2011 geeft hiervoor de beleidsmatige uitgangspunten. De VS, en met name minister Clinton, benadrukt stelselmatig dat duurzame democratie zonder participatie van vrouwen niet mogelijk is. Nederland zet zich al jaren in om de positie van vrouwen en meisjes in de regio te versterken en heeft op dit terrein een uitstekende reputatie opgebouwd, die door de VS wordt erkend. De gezamenlijke verklaring van de VS en Nederland onderstreept het gemeenschappelijk belang dat beide landen aan deelname van vrouwen aan politieke en bestuurlijke besluitvormingsprocessen hechten. Als uitvloeisel van de verklaring was Nederland v ertegenwoordigd bij het bezoek van de Amerikaanse Ambassadeur for Global Women's Issues Melanne Verveer aan Tunesië (mei 2011) voor overleg met vrouwenorganisaties uit de regio. Een bezoek aan Marokko voor overleg met de autoriteiten staat eveneens op het programma. In juni zal door Nederland en de VS worden deelgenomen aan een ministeriële bijeenkomst van de Community for Democracies (Working Group on Women and Democracy Mentoring) in Vilnius. Multilaterale Inzet Onder verwijzing naar de motie Hachchi (32500 V, nr.38) over de inzet van Nederland in EU verband kan ik u melden dat Nederland een actieve speler is binnen de informele EU Taskforce 1325 en relevante EU commissies bij het operationaliseren van de "EU Comprehensive Approach on the implementation of

UN SCRs 1325 & 1820". Dit document kan worden beschouwd als het Europese Actieplan 1325. Hierbij worden ook afspraken gemaakt over een gedegen monitoring en financiële en personele inzet. Het oproepen van EU lidstaten en derden tot het opstellen van Nationale Actieplannen is een van de aandachtspunten van deze EU strategie. Verder heeft Nederland bijgedragen aan een leerproces over het toepassen van een gender- en mensenrechtenbenadering in EU GVDB missies. Voorts werkt Nederland mee aan het vergroten van gendercapaciteit in GVDB missies via de inzet van genderadviseurs middels de korte missiepool. Mede dankzij de Nederlandse pleitbezorging voor het inzetten van EU financieringskanalen worden de stabiliteits- en mensenrechteninstrumenten nu meer ingezet ten behoeve van lokale activiteiten in (post)conflictlanden ter bevordering van vrouwenparticipatie, bescherming van vrouwen tegen (seksueel) geweld en het opstellen van Nationale Actieplannen. In VN-kader financiert Nederland een DPKO/UNIFEM/UN Action initiatief omtrent training aan landen die troepen leveren aan VN missies over preventie van seksueel geweld en bescherming van de lokale bevolking en het opstellen van een Women, Peace & Security Institute in het Kofi Annan Training Centre in Ghana. Ook binnen de NAVO heeft Nederland een belangrijke inbreng gehad in het verbeteren van het genderbeleid binnen NAVO vredesoperaties, o.a. door het beschikbaar stellen van Nederlandse gender adviseurs bij het Hoofdkwartier (Strategic/Operational Command) van de International Security Assistance Force in Afghanistan (ISAF) sinds 2009. Op dit moment verleent Nederland (Buitenlandse Zaken en Defensie) actieve assistentie bij het opstellen van een NAVO Actieplan 1325. Capaciteitsopbouw betreffende Operaties en Missies Van 14-18 juni 2011 vindt in het CESEDEN (Centre for National Defence Studies) in Madrid een unieke Spaans/Nederlandse training "A Comprehensive Approach to Gender in Operations" plaats. Deze eerste pil ottraining in Madrid is gecertificeerd door het European Security and Defence College (ESDC). De tweede training zal plaatsvinden van 28 november tot 3 december in het IDL in Rijswijk. De training heeft als doel bij te dragen aan de effectiviteit van vredesmissies en crisisbeheersing middels een op de praktijk gerichte training voor middenkader diplomaten en militairen op het gebied van gender en mensenrechten. Met deze cursus kan de Nederlandse niche op het gebied van civiel-militaire samenwerking in operaties en de Nederlandse kennis en ervaring inzake de geïntegreerde benadering omtrent vrouwen, vrede en veiligheid internationaal worden uitgedragen en uitgebouwd. De training is opengesteld voor EU lidstaten en andere geïnteresseerden. Er zullen 45 deelnemers uit 12 landen participeren, waaronder de aanstaande Rule of Law adviseur voor de Nederlandse politiemissie in Kunduz.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

Ben Knapen