GroenLinks


Voor de bezuinigingen eerst een visie op de krijgsmacht

Minister Hillen van Defensie verbaast zich over het gebrek aan maatschappelijk debat over de bezuinigingen op de krijgsmacht. Blijkbaar is daar een breed draagvlak voor. Wat echter stuitend is, is de visieloze manier waarop het kabinet daar invulling aan geeft, schrijft Tweede Kamerlid Arjan El Fassed in de Volkskrant. Voordat het kabinet structureel gaat bezuinigingen op de krijgsmacht, moet er eerst een visie komen op de toekomst van de Nederlandse defensie.

Het ministerie van Defensie dat nu al ingrijpend moet bezuinigen, krijgt waarschijnlijk te maken met extra bezuinigingen. Over dat laatste zal pas meer duidelijk worden op Prinsjesdag. De minister van Defensie verbaasde zich over het gebrek aan maatschappelijk debat over de bezuinigingen, blijkbaar is daar een breed draagvlak voor. Wat echter stuitend is, is de visieloze manier waarop het kabinet daar invulling aan geeft.

Wanneer de omstandigheden ertoe leiden dat er fors gesneden moet worden in een begroting zijn er ruwweg twee mogelijkheden. Aan de ene kant de wijze van het kabinet: sprokkelen en shoppen uit heroverwegingsrapporten om met allerlei kleine en grote ingrepen een miljard bij elkaar te sprokkelen. En aan de andere kant: het maken van fundamentele keuzes gebaseerd op een visie op de toekomst van defensie.

Tijdens de hoorzitting over de bezuinigingen werd glashelder dat iedereen met gezond verstand de illusie van een veelzijdig inzetbare krijgsmacht heeft losgelaten. Desondanks houdt het kabinet vast aan zijn onuitvoerbare droom. In het uitgebreide rapport `Verkenningen' over de toekomst van de krijgsmacht komen verschillende varianten naar voren.

Visie

Een veelzijdige inzetbaarheid is daar één van, met de grote kanttekening dat dit scenario niet haalbaar is bij forse bezuinigingen. Met zoveel eenduidige analyses kan het kabinet het niet volhouden om vast te houden aan oude standpunten. Het moet een andere keuze maken waaruit een visie spreekt op de toekomst. Daarbij zou het kabinet moeten kiezen voor specialisatie, Europese samenwerking en een verstandig inkoopbeleid.

Nederland heeft strepen verdiend door eigenzinnige bijdragen aan stabilisatiemissies. Dit zijn langdurige, gezamenlijke operaties in fragiele staten, om stabiliteit te brengen en burgers te beschermen. Daarbij is Defensie niet het enige instrument dat wordt ingezet. Ook diplomatie en Ontwikkelingssamenwerking zijn daarbij belangrijke instrumenten. En juist in die combinatie van middelen heeft Nederland ervaring opgebouwd. Uit de defensieverkenningen blijkt dat toekomstige conflicten vaker in bevolkt gebied zullen plaatsvinden.

Dat betekent een keuze niet alleen voor burgerbescherming, het helpen opbouwen van veiligheidsinfrastructuren in pre- en postconflictlanden, maar ook een keuze voor luchttransport waar internationaal grote behoefte aan is. Veertien van de zeventien Cougar-transporthelikopters blijven aan de grond. Dat betekent een vergroting van het tekort aan transportcapaciteit.

Specialisatie leidt tot de noodzaak van samenwerking in Europees verband. Door gebrek aan middelen sprak de minister van Defensie daartoe gedwongen de afgelopen tijd met zijn Duitse, Britse en Belgische ambtgenoten over mogelijkheden voor meer militaire samenwerking. Maar zonder visie en zonder duidelijke keuzes hebben deze gesprekken weinig zin. Het taboe op het overdragen van bevoegdheden ligt als een zware deken over het denken bij Defensie maar in een snel veranderende wereld kunnen we het ons niet permitteren om daardoor afgeleid te raken.

Blind

Het roer moet om en daarvoor dient ook het nadenken over samenwerking handen en voeten te worden gegeven. Gezamenlijke logistiek en inkoop horen daarbij. Materieel kopen, waarbij niet elk land zijn eigen configuratie toepast maar waarbij systemen met elkaar communiceren, zodat men gezamenlijk kan oefenen en op elkaar is ingespeeld in een internationale omgeving. Dat betekent ook dat we moeten stoppen met blind investeren in omvangrijke fiasco's zoals de JSF. Dubieuze industriepolitieke overwegingen, niet gestaafd door enig bewijs, zijn daarbij gebruikt om de aankoop van een gevechtsvliegtuig af te dwingen, waardoor de ruimte om te onderhandelen over aankoopprijs, uitrusting en onderhoudscontracten sterk is ingeperkt.

Hervormen bij Defensie betekent de Nederlandse krijgsmacht klaarstomen voor verdere Europese samenwerking. Het is nog niet te laat maar dat vereist wel daadkracht. Dit moeten we met onze buren delen. Een gezamenlijke visie, zodat bondgenoten niet hetzelfde wegbezuinigen maar elkaars meerwaarde erkennen, is daarbij vereist. Angst voor het overdragen van bevoegdheden kost energie.

Wil Defensie echt klaar zijn voor de toekomst dan moet voordat er over diepgaande bezuinigingen wordt gesproken, eerst duidelijkheid komen over de ambitie van de Nederlandse krijgsmacht. Daarom is het niet voldoende om te sprokkelen naar middelen om maar vast te houden aan het oude idee van een veelzijdig inzetbare krijgsmacht, maar is het noodzaak een helder besluit te nemen over hoe onze krijgsmacht eruit moet gaan zien in de toekomst.