Algemene Onderwijsbond

07-06-2011

Premier heeft cijfers zorgleerlingen niet op een rijtje

Terwijl Onderwijsminister Marja Van Bijsterveldt enkele weken geleden nog moest toegeven dat haar ministerie zich grondig had vergist bij de groei van het aantal zorgleerlingen, heeft ook premier Mark Rutte de cijfers niet op een rijtje. Dat bleek vandaag tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer.

Naar aanleiding van het gisteren gepresenteerde CPB-rapport, riep D66-voorman Alexander Pechtold de premier naar de Kamer om opheldering te vragen over de bezuinigingen in het onderwijs. De opmerking van de premier dat het geld wordt weggehaald op plaatsen waar het `niet functioneel' wordt besteed, schoot kamerlid Manja Smits (SP) in het verkeerde keelgat. Op haar vraag of de salarissen van docenten en het passend onderwijs niet functioneel waren, antwoordde Rutte dat er terecht een paar miljard werd omgebogen. Leerlingen die enigszins mee kunnen komen, horen namelijk in het regulier onderwijs. Bovendien wordt er veel te snel een stempel op zorgleerlingen geplakt, aldus de premier.

AOb-bestuurlid Liesbeth Verheggen: `De premier weet duidelijk niet waar hij het over heeft. We hebben al eerder het ministerie van OCW voorgerekend dat de cijfers niet kloppen. Nu moeten we het kennelijk ook nog afzonderlijk aan de premier vertellen. Uit de meest recente cijfers blijkt vandaag opnieuw dat het aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs daalt en in het gewone onderwijs wordt opgevangen. Dat betekent dus dat deze kinderen geen stempel hebben gekregen.'

Het aantal leerlingen dat naar scholen voor speciaal basisonderwijs gaat, is voor het vierde achtereenvolgende jaar gedaald. Afgelopen jaar waren het er ruim 400 minder. Sinds 2006 gaat het om een daling van tegen de 3.400. Dat blijkt uit de voorlopige leerlingtelling van de dienst DUO/CFi van het ministerie van OCW.

De enige categorie die hard blijft groeien is de zeer moeilijk opvoedbare kinderen (cluster 4). Dit zijn kinderen die ook echt niet op te vangen zijn in het reguliere onderwijs. Verheggen: "Deze kinderen zijn echt beter af in de kleine groepen van het speciaal onderwijs. Dat is voor henzelf beter en het ontlast de leerlingen en leerkrachten in het regulier onderwijs."

Deze groep steeg sinds vorig jaar met 1.500 leerlingen, tweederde daarvan kwam terecht in het voortgezet onderwijs. Het voortgezet speciaal onderwijs kwam daardoor uit op 34.621 leerlingen. Ook hier zet de trend van de afgelopen jaren door.

Het vso is meer dan achtduizend leerlingen gegroeid in die periode. Voor het eerst daalde ook het aantal leerlingen op praktijkscholen en in het lwoo. Dat ging ongeveer tweeduizend omlaag en kwam uit op 111.700. Zo daalt in beide onderwijssectoren het aantal leerlingen met lichte zorg, maar neemt dat met zware zorg in cluster 4 nog steeds toe.

type

leerlingen 2010

groei?

sbo

42.876


-448

so

34.373

+163

vso

34.621

+1.252

so

vso

totaal

cluster 1


-7

+1


-6

cluster 2


-14

+42

+28

cluster 3


-242

+153


-89

cluster 4

+426

+1.056

+1.482