Rijksoverheid


9 juni 2011

Kamervragen PVV-leden De Mos, Gerbrands en Bontes over de kwaliteit van het Limburgs grondwater

Geachte Voorzitter, Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de antwoorden op de vragen van de leden De Mos, Gerbrands en Bontes (allen PVV) over het artikel `Limburgs grondwater nog decennia vuil' (ingezonden 19 april 2011). Vraag 1 Bent u bekend met het artikel "Limburgs grondwater nog decennia vuil"? Antwoord Ja. Vraag 2 Deelt u de mening dat Nederland, in het belang van de vele hardwerkende boeren in Limburg, niet gelijk de mestregels moet gaan aanscherpen om maar de streefdatum van 2015 uit de Europese Kaderrichtlijn Water te halen? Zo nee, waarom niet? Antwoord Het artikel is gebaseerd op een door Arcadis uitgevoerd onderzoek naar de ontwikkeling van de nitraatconcentratie in het bovenste grondwater in het Limburgse Heuvelland. Volgens dit artikel werpen het gevoerde mestbeleid en de inspanningen van vele betrokkenen hun vruchten af: de nitraatconcentratie daalt. Voortzetting van de inspanningen is noodzakelijk en redel ijk om de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater verder te verbeteren. Dat betekent niet per definitie dat op basis van dat recente onderzoek op korte termijn de mestregels zullen worden aangescherpt, om maar de streefdatum van 2015 uit de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. Aanvulling of wijziging van beleid geschiedt op zorgvuldige wijze, op basis van onderzoeken, rekening houdend met landbouwkundige, milieukundige en financiële aspecten van de aanvulling of wijziging.

Vraag 3. Bent u van mening, in vervolg op vraag 2, dat het dan ook wijs is om eerst extra onderzoek te doen voordat er ook maar wordt gesproken over het aanscherpen van de mestregels en dat eventueel vragen van uitstel tot 2027 een reële optie is? Zo nee, waarom niet? Antwoord De ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu laten het onderzoek uitvoeren dat nodig is voor een zorgvuldig, afgewogen mestbeleid. Extra onderzoek is nu niet aan de orde. Zowel milieueffecten van maatregelen als (economische) neveneffecten daarvan hebben daarbij de volle aandacht. Reeds eerder heb ik, evenals mijn ambtsvoorgangers, uitgesproken dat, voorzover nodig, verlenging van een termijn in een stroomgebiedsbeheerplan wordt overwogen tot 2021 of zelfs tot 2027.

Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Joop Atsma