Rijksoverheid
16 juni 2011
Beantwoording vragen van het lid Thieme over het bevorderen van de
consumptie van dierlijke eiwitten in Azië
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u, mede namens de minister-president, minister van
Algemene Zaken en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, antwoorden
op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over het bevorderen van de consumptie
van dierlijke eiwitten in Azië.
1
Kent u de berichten "Maxima moet Vietnam aan de melk krijgen" 1) en
"Samenwerking Safety Guard kalfsvlees China"? 2)
Ja.
2
Is het waar dat tijdens de handelsmissie aan Vietnam leden van het Koninklijk
Huis zijn ingezet voor de promotie van de zuivel- en vleessector? Zo nee, op welk
misverstand kan dit bericht berusten?
Nee, de economische missie naar Vietnam vond plaats onder mijn leiding. Het
prinselijk paar bracht tegelijkertijd een officieel bezoek aan Vietnam. Tijdens de
handelsmissie hebben prinses Máxima en ik, een groot deel van het meereizende
bedrijfsleven een bezoek gebracht aan een modelboerderij van Friesland Campina
waar Vietnamese melkveehouders trainingen en informatie ontvangen over onder
meer diergezondheid, diervoeder, voedselveiligheid en stalinrichting. Daarnaast is
de delegatie geïnformeerd over het MVO-programma van Friesland Campina in
Vietnam. De bezoeken hadden tot doel inzicht te geven in enkele activiteiten van
het Nederlandse bedrijfsleven in Vietnam.
3
Deelt u de mening dat het bevorderen van de handelsbelangen en afzet van de
Nederlandse varkenssector en zuivelsector in het buitenland haaks staat op het
Nederlandse beleid om een transitie tot stand te brengen van productie en
consumptie van dierlijke eiwitten naar meer plantaardige eiwitten zoals vastgelegd
in de beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen 3) waarin wordt aangegeven dat
een verschuiving nodig is in de consumptie van dierlijke eiwitten naar duurzamer
geproduceerde dierlijke en plantaardige eiwitten?
De relevante passage uit de betreffende beleidsagenda die loopt tot medio 2011
luidt: "Vooral in ontwikkelende economieën zoals China en India, zien we een
consumptieverschuiving van plantaardige eiwitten naar vlees, zuivel en vis. Op
zich is dit een goede ontwikkeling, die er bijvoorbeeld toe leidt dat ondervoeding
(eiwittekorten) wordt opgelost."
Het is een algemene tendens dat inkomenstoename in landen als Vietnam en
China gepaard gaat met een toename in consumptie van dierlijke eiwitten. Het is
een illusie dat Nederland die ontwikkeling (positief of negatief) kan beïnvloeden.
Nederland kan er wel toe bijdragen dat de toenemende productie van dierlijke
eiwitten bijvoorbeeld in Vietnam zo duurzaam mogelijk gebeurt. Ook stimuleert de
overheid het Nederlandse bedrijfsleven tot duurzame eiwitinnovaties met
internationaal marktperspectief. Ons bedrijfsleven heeft wat dat betreft veel te
bieden.
4
Is het waar dat het zuivelmerk Dutch Baby dat sinds 1954 gevoerd werd door
Friesland, in 1984 werd omgevormd in Dutch Lady na klachten over het feit dat
moeders van pasgeborenen ten onrechte de indruk kregen dat koemelk beter zou
kunnen zijn voor hun baby dan moedermelk?
Dit is mij niet bekend.
5
Is het waar dat in Aziatische landen een verhoogde mate van lactose-intolerantie
heerst en dat daarin de oorzaak gezocht moet worden voor het feit dat in landen
als China en Vietnam enkele decennia geleden nog nauwelijks koemelk gedronken
werd? Zo nee, welke reden ziet u dan voor het feit dat zuivel nauwelijks genuttigd
werd in Aziatische landen?
In veel Aziatische landen komt lactose-intolerantie onder volwassenen veel meer
voor dan in bijvoorbeeld Nederland. Bij lactose-intolerantie is het vermogen om
lactose te verteren na de kinderjaren verminderd waardoor er darmklachten
kunnen ontstaan. Dit betekent echter niet dat deze groep mensen geen
melk(producten) kunnen gebruiken. In het algemeen kunnen mensen met lactoseintolerantie
kaas, yoghurt of een glas melk (200 ml bevat ongeveer 12 gram
lactose) goed verteren.
De hoofdredenen waarom er tot enkele decennia geleden nauwelijks zuivel
genuttigd werd in Aziatische landen heeft te maken met de beschikbaarheid van
zuivel in die landen en de economische omstandigheden. Sinds de welvaart is
gestegen, is men nu wel in staat, maar zeker niet elke dag, relatief dure zuivelproducten
te kopen voornamelijk voor de kinderen.
In Vietnam wordt tegenwoordig per persoon 5 à 6 liter melk(producten) per jaar
geconsumeerd. In landen zoals Thailand of Maleisië is de consumptie 15 à 16 liter
per persoon per jaar. Ter vergelijking: in Nederland is de consumptie ongeveer 90
liter per persoon per jaar.
Lactose-intolerantie lijkt dus niet de oorzaak van het feit dat er nauwelijks zuivel
wordt genuttigd in Aziatische landen. Beschikbaarheid en economische omstandigheden
zijn hierin veel bepalender.
6
Kunt u aangeven of in heden of verleden op enigerlei wijze Nederlandse
overheidssteun is gegeven aan de bevordering van melkafzet in Aziatische landen
zoals China en Vietnam, bijvoorbeeld voor de proef/modelboerderijen in Binh Hoa
of Siddair? 4) Kunt u specifiek zijn in bestede middelen en doelen?
SIDDAIR (Sino Dutch Dairy Demonstration Centre) was tot maart 2004 één van
drie door Nederland ondersteunde centra voor training en technologie-overdracht
op landbouwkundig gebied in China. De steun voor de drie centra samen heeft
ongeveer ¤ 10 miljoen bedragen. In maart 2004 is het centrum overgedragen aan
de Chinese partijen.
In 2005 is een PSOM-project 'Dairy development in Vietnam' toegekend aan
Campina i.s.m. de locale partner Vinamilk. Het project is uitgevoerd in Don Duong
District, Lam Dong province. Het doel van het project was om de kwaliteit en de
kwantiteit van de melkproductie in Vietnam te verbeteren door aan lokale
melkveehouders het concept van modern management van melkveehouderij te
demonstreren en hen te helpen bij de toepassing van dit concept in hun bedrijf.
Dit project is in 2007 afgesloten. Het totale budget bedroeg ¤ 1.260.000, waarvan
de overheidsbijdrage ¤ 630.000 bedroeg.
7
Kent u het bericht 'Melkveehouderij haalt milieudoelen niet'? 5)
Ja.
8
Kunt u aangeven of de sterk stijgende melkconsumptie in Vietnam of de oproep
van de Chinese premier om schoolkinderen dagelijks een halve liter melk te laten
consumeren door Nederland wordt toegejuicht en/of zou moeten worden
bevorderd vanuit de milieuproblemen die samenhangen met de productie van
melk? Zo nee, waarom niet?
Vietnam en China zijn soevereine landen en ik heb geen mening over de oproep
van de Chinese premier. Ik zie wel een rol en kansen voor onze private sector en
kennisinstellingen om in overleg met de betreffende autoriteiten te streven naar
de ontwikkeling van een duurzame keten. Overigens spelen hier naast
milieuaspecten ook voedingskundige en gezondheidsaspecten een rol.
9
Kent u het bericht van de World Health Organization (WHO) "Estimating the
cardiovascular mortality burden attributable to the European Common Agricultural
Policy on dietary saturated fats" 6) waarin gesteld wordt dat het bevorderen van
de consumptie van verzadigde dierlijke vetten ernstige negatieve gevolgen voor
de volksgezondheid heeft en dringend moet worden herzien? Hoe beoordeelt u
deze conclusie in relatie tot het van overheidswege bevorderen van de afzet van
dierlijke eiwitten in Vietnam en China?
Ja, dit artikel heeft echter betrekking op consumptie in Europa. Verder verwijs ik u
naar mijn antwoord op de vraag 8.
10
Is het nog steeds het standpunt van het Nederlandse kabinet dat vlees het meest
milieubelastende onderdeel is van ons voedselpakket? 7) Zo nee, wanneer is dit
standpunt gewijzigd en hoe luidt het nu? Zo ja, acht u het in dat geval
verantwoord om de consumptie van vlees van kabinetswege te promoten in
ontwikkelingslanden en opkomende economieën?
Mij zijn geen nieuwe wetenschappelijke inzichten bekend hierover. Nederland doet
niet aan promotie van de consumptie van vlees in ontwikkelingslanden en
opkomende economieën.
11
Kunt u aangeven hoe u de specifieke rol van prinses Máxima,
prins Willem-Alexander, staatssecretaris Bleker, staatssecretaris Atsma en vicepremier
Verhagen ziet bij de promotie van producten die volgens de WHO en het
Nederlandse kabinet tot schade aan de volksgezondheid en aan het milieu kunnen
leiden?
Uit de antwoorden op de voorgaande vragen kunt u concluderen dat die rol voor
geen van genoemde personen bestaat.
12
Kunt u aangeven of het de geloofwaardigheid van leden van ons koningshuis
schaadt wanneer prins Willem-Alexander tijdens de duurzaamheidsconferentie van
de Verenigde Naties (VN) in New York in 2009 pleitte voor vermindering van de
vleesconsumptie, maar in 2011 met prinses Máxima een handelsmissie leidt die de
afzet van Nederlands varkensvlees en Nederlandse zuivel in Vietnam moet
bevorderen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u de aantasting van
deze geloofwaardigheid van leden van het Koninklijk Huis in de toekomst
beschermen?
Er zijn grote verschillen tussen consumptie in Nederland en de ontwikkelingen in
opkomende economieën. Over de ontwikkeling van de consumptie in landen als
Vietnam en China verwijs ik u naar het antwoord onder vraag 3.
De economische missie vond plaats onder mijn verantwoordelijkheid.
Niet de afzet van melk- en vleesproducten stond centraal maar de verduurzaming
van de ketens. De Vietnamese regering heeft de ambitie om de veehouderij in
Vietnam te reorganiseren en te komen tot een geïntegreerde ketenbenadering.
Daarbij gaat de aandacht uit naar dierziektebestrijding, voedselveiligheid, milieu
en armoedebestrijding. Dit is vastgelegd in de 'Livestock development strategy to
2020'.
13
Kunt u aangeven of u de mening deelt dat het Nederlandse beleid ten aanzien van
klimaatbescherming en de transitie naar een meer plantaardig voedingspatroon
ook zou moeten doorklinken in buitenlandse handelsmissies en buitenlands beleid?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u dit voor de toekomst
vormgeven?
Ik zie een rol en kansen voor onze private sector om innovatieve kennis te
vermarkten. Daarmee kan juist een bijdrage worden geleverd aan verkleining van
de CO2-footprint. Dit betreft zowel de plantaardige- als de dierlijke ketens.
14
Deelt u de mening dat strekking en inhoud van achterhaalde campagnes 8? Uit het
verleden om de consumptie van vlees en zuivel te bevorderen, niet tot het
Nederlandse handels- en buitenlandbeleid zouden mogen behoren? Zo nee,
waarom niet?
Strekking noch inhoud van achterhaalde campagnes behoren tot het Nederlandse
beleid.
15
Kunt u aangeven of en in hoeverre de bevordering van de consumptie van
plantaardige eiwitten onderdeel is geweest van de handelsmissies naar Vietnam
en China? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de verhouding aangeven ten
opzichte van de aandacht voor dierlijke eiwitten, dit met het oog van de door het
kabinet voorgestane eiwittransitie?
Inzet van Nederlands beleid is de bevordering van duurzame investeringen in
Vietnam en China, niet de bevordering van consumptie. Voor deelname van
bedrijven aan de missie naar Vietnam is een uitnodiging uitgestuurd gericht op
5 sectoren waaronder de agrarische sector in de breedste zin. Daarnaast zijn de
sectoren water, transport & logistiek, maritiem en olie & gas uitgenodigd. De
deelnemende bedrijven uit de agrarische sector houden zich voornamelijk bezig
met de toelevering aan en advisering van de veehouderij. Deelname was een
keuze van bedrijven en niet van de Nederlandse overheid.
dr. Henk Bleker
Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
1 ) http://gpdhome.typepad.com/patrick_royalblognl/2011/03/m%C3%A1xima-moet-vietnam-aan-demelk-
krijgen.html
2) http://www.vandriegroup.nl/voorlichting/nieuws/artikel/samenwerkingsverkaring-tussen-china-ennederlands-
kalfsvlees/?tx_ttnews%5BbackPid%5D=70&cHash=4e14e17bd3
3) Kamerstuk 31 532, nr. 17
4) http://www.rnw.nl/nederlands/article/tussen-de-friese-koeien-china
5) http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=126513
6) http://www.who.int/bulletin/volumes/86/7/08-053728/en/
7) Aanhangsel van de Handelingen 2004-2005, nr. 122
8) http://www.youtube.com/watch?v=gaXI5jMnla4