Rijksoverheid


16 juni 2011

Beantwoording vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Dikkers (PvdA), Van Bommel (SP) en Peters (GroenLinks) over de bewering dat in Afghanistan producten met kinder- en slavenarbeid worden gebruikt in NAVO-projecten.

Geachte Voorzitter,

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Voordewind (ChristenUnie), Dikkers (PvdA), Van Bommel (SP) en Peters (GroenLinks) over de bewering dat in Afghanistan producten met kinderen slavenarbeid worden gebruikt in NAVO-projecten. Deze vragen werden ingezonden op 16 mei 2011 met kenmerk 2011Z09954.
De Minister van Buitenlandse Zaken, De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal Dr. B. Knapen

Antwoorden van Dr. U. Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken en Dr. B. Knapen, Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Dikkers (PvdA), Van Bommel (SP) en Peters (GroenLinks) over de bewering dat in Afghanistan producten met kinder- en slavenarbeid worden gebruikt in NAVO-projecten.

Vraag 1
Kent u de uitspraak van de auteur van het artikel 'In Afghan Kilns, a Cycle of Debt and Servitude' in de New York Times in een door hem gemaakt filmpje: 'According to kiln owners and contractors one of their top customers is NATO forces. Through local contractors NATO has purchased hundreds of thousands of bricks for construction projects'? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Houdt uw beantwoording dat de NAVO met redelijke zekerheid kan aangeven dat de uitvoerders geen kinderen in dienst hebben 2), ook in dat deze uitvoerders van NAVO/ISAF projecten bakstenen inkopen die zonder kinder- en slavenarbeid zijn geproduceerd? Zo ja, kunt u de Kamer laten weten welke baksteenfabrieken vrij zijn van kinder- en slavenarbeid of daartoe zichtbare stappen ondernemen? Zo nee, hoe gaat u de NAVO/ISAF aanspreken op de ketenverantwoordelijkheid die zij in deze belangrijke kwestie heeft?
Vraag 3
Kunt u nadere informatie geven over slavenarbeid in steenfabrieken die, via uitvoerders/contractors, aan de NAVO/ISAF, leveren? Kunt u informatie geven over de inspanningen van de NAVO/ISAF om de al jaren bestaande slavenarbeid in Afghaanse steenbakkerijen 3) te bestrijden?
Vraag 4
Wat is de uitkomst geweest van het gesprek met de civiele vertegenwoordiger van de NAVO in Kabul? Heeft de civiele vertegenwoordiger hierover inmiddels ook een gesprek met de Afghaanse regering gehad? Zo ja, wat is het resultaat daarvan? Gaat de Afghaanse regering dit probleem aanpakken? Is in dit gesprek ook afgesproken dat de NAVO/ISAF zich gaat inzetten, mogelijk samen met VNorganisaties als Unicef en de ILO, om kinder- en slavenarbeid in de baksteenfabrieken uit te bannen? Zo nee, waarom niet? Antwoord
Kinderarbeid en exploitatie zijn belangrijke criteria die NAVO/ISAF hanteert bij de beoordeling van uitvoerders en onderaannemers in het kader van de contracterings- en aanschafprocedures. Ook verzekert NAVO/ISAF zijn uiterste best te doen om de aanvoerlijnen van onderaannemers in kaart te brengen. Daarin zoekt de NAVO/ISAF actief de steun van internationale en VN organisaties zoals ILO, UNDP en UNHCR.
Met redelijke zekerheid kan worden aangegeven dat directe contractanten van de NAVO geen kinderen of slaven in dienst hebben. Harde garanties zijn gezien de veiligheidssituatie en de daardoor beschikbare mogelijkheden tot controle echter niet te geven.

Afghanistan heeft alle relevante ILO Conventies tegen kinderarbeid ondertekend. Daarnaast verbiedt de Afghaanse arbeidswetgeving van 2007 gedwongen en slavenarbeid.
De NAVO neemt de berichtgeving over slavenarbeid serieus en vindt het van belang dat zoveel mogelijk informatie beschikbaar komt over slavenarbeid, zodat gerichte actie kan worden ondernomen. Mede naar aanleiding van de recente media aandacht voor dit onderwerp is de ILO van plan een studie uit te voeren naar slavenarbeid in steenfabrieken in de Nangrahar provincie in Afghanistan. Het doel van de studie is om data te verzamelen om deze vorm van slavernij in kaart te brengen. De studie zal dienen als de basis voor het identificeren van beleidsinterventies om deze praktijk te stoppen.
De NAVO/ISAF heeft een terechte principiële keuze gemaakt om zoveel mogelijk Afghaanse producten in te kopen. Hierdoor wordt de ontwikkeling van de zeer fragiele en nog in opbouw zijnde Afghaanse economie gestimuleerd. Door in te zetten op internationale normen en standaarden bij de contractering en aanschaf van producten geeft de NAVO een positieve prikkel aan de economie. Nederland zal samen met andere lidstaten in de NAVO het grote belang van de strijd tegen kinder- en slavenarbeid ook in Afghanistan blijven benadrukken. Ook de Afghaanse regering zal regelmatig op haar verantwoordelijkheid worden aangesproken om kinder- en slavenarbeid te bestrijden, ook op het hoogste niveau. De bestrijding van kinder- en slavenarbeid is immers in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de Afghaanse regering. Zo heeft de NAVO Civiele Vertegenwoordiger de problematiek van kinder- en slavenarbeid onlangs opgebracht bij de recent opgerichte 'Anti-Corruption Monitoring and Evaluation Committee', een hoog evaluatie-comité dat is gemandateerd om corruptiebestrijding in Afghanistan te overzien en rechtstreeks aan President en parlement te adviseren inzake de effectiviteit van corruptiebestrijdingsmaatregelen.

Bent u van mening dat om kinder- en slavenarbeid te voorkomen of te bestrijden bij producten die aan de Nederlandse missie in Kunduz worden geleverd, het genoeg is om in de contracten met de uitvoerders een clausule op te nemen over kinderarbeid? Zo ja, waarop baseert u deze opvatting? Zo nee, welke andere maatregelen, waaronder inspectie, betere arbeidsvoorwaarden en rehabilitatie van de kinderen, zijn volgens u nodig om kinder- en slavenarbeid te bestrijden bij de vervaardiging van door Nederland ingekochte producten en diensten? Antwoord
Uit de geactualiseerde mensenrechtenstrategie "Verantwoordelijk voor vrijheid: mensenrechten in het buitenlands beleid" die de Kamer op 5 april jl. is toegestuurd, blijkt de actieve inzet van de regering voor de naleving van fundamentele arbeidsnormen, zoals het verbod op kinderarbeid en het verbod op dwangarbeid.
Het opnemen van een clausule over kinderarbeid in de contracten met uitvoerders in Kunduz is slechts één concreet onderdeel van de inzet van de regering wereldwijd om kinderen uit het arbeidsproces en in de schoolbanken te krijgen. Deze clausule maakt het mogelijk lokale uitvoerders aan te spreken op kinderarbeid en, indien nodig, in te grijpen zodra blijkt dat ingekochte producten of diensten vervaardigd zijn met kinderarbeid. Met de opname van deze clausule

beoogt Nederland een bijdrage te leveren aan het tegengaan van uitbuiting van kinderen in Afghanistan. Daarnaast zet Nederland zich in door ondersteuning te geven aan lokale NGO's die kinderarbeid en gedwongen arbeid bestrijden. Deze organisaties zorgen er bijvoorbeeld concreet voor dat kinderen uit het arbeidsproces worden gehaald en naar school gaan.


1) Zie: http://mediavoicesforchildren.org/?p=8280
2) antwoorden op Kamervragen van het lid Voordewind (2011ZO5851), ontvangen 3 mei 2011

3) Zie bijvoorbeeld. http://www.irinnews.org/Report.aspx?ReportId=77662 en http://www.pajhwok.com/en/2010/11/09/thousands-afghan-children-lose-theiryouth- brick-kilns