Provincie Overijssel

Zwolle Kampen Netwerkstad verkent ontwikkelingsrichting

16 juni 2011

Schaalsprong in de IJsseldelta

Zwolle Kampen Netwerkstad staat aan de vooravond van een schaalsprong. De regio zal de komende twintig jaar flink groeien. Daarom hebben de gemeenten Zwolle en Kampen en de provincie samen met maatschappelijke organisaties verkend hoe die ruimtelijke ontwikkeling vorm moet krijgen. Daarbij is duidelijk geworden dat Zwolle Kampen Netwerkstad moet inspelen op de ligging in een knooppunt van landelijke wegen- en spoorwegen (onder meer A28, N50 en Hanzelijn) én dat we rekening moeten houden met de opgaven op het gebied van waterveiligheid en klimaatverandering.

Deze twee randvoorwaarden zijn benoemd in de Schaalsprong in de IJsseldelta - Tussenresultaat van de strategische verkenning Zwolle Kampen Netwerkstad 2040. Dit document is onlangs door de colleges van B en W van Zwolle en Kampen en het college van GS van Overijssel vastgesteld als basis voor verdere dialoog met bewoners en maatschappelijke organisaties over de ruimtelijke ontwikkeling van de regio. Wethouders Lidi Kievit (Kampen), Gerrit Piek (Zwolle) en Overijssels gedeputeerde Bert Boerman hebben de stand van zaken op 17 juni toegelicht.

Drie scenario's

Rekening houdend met de knooppuntfunctie en de klimaatopgave zijn er drie mogelijke scenario's denkbaar. De scenario's schetsen mogelijke toekomstperspectieven voor Zwolle Kampen Netwerkstad en moeten niet al te letterlijk gezien worden, ze geven eerder de uiterste hoeken van het speelveld aan.

In het scenario Randstadcorridor is Zwolle Kampen Netwerkstad onderdeel van een regio met een sterkere oriëntatie op de Noordvleugel, Noord- en Oost Nederland als achterland en met de Hanzelijn als belangrijkste ontwikkelas. Het perspectief Regionale Ster gaat uit van een sterke regio-op-eigen-kracht in Noordoost-Nederland met Zwolle als epicentrum. Het perspectief Deltanetwerk beweegt mee met de wateropgaven in de IJsseldelta en Zwolle Kampen Netwerkstad profileert zich primair als een duurzame, groenblauwe regio.

Rode draden

De drie perspectieven lopen uiteen, maar ze hebben ook overeenkomsten. In alle scenario's is de corridorfunctie via spoor en weg essentieel voor de positie van Zwolle Kampen Netwerkstad, en daarbinnen de knooppuntfunctie van Zwolle voor de regio. Behoud van bereikbaarheid is dan ook van groot belang en vraagt om verdere ontwikkeling en instandhouding van infrastructuur.

Een goede bereikbaarheid is ook nodig om Zwolle Kampen Netwerkstad nog beter op de kaart te zetten als economische en culturele motor voor een grotere regio in Noordoost Nederland, met aantrekkelijke binnensteden, innovatieve maakindustrie, goed onderwijs (met name HBO) en topklinische zorg, in een fraaie landschappelijke omgeving.

Ook de wateropgave komt in alle drie de perspectieven terug. Zwolle Kampen Netwerkstad moet zich hoe dan ook voorbereiden op meer water in de IJssel en het IJsselmeer, maar het Deltaprogramma biedt ook kansen.

Het vervolg

De strategische verkenning wordt uitgevoerd als onderdeel van de programmalijn Sterke Steden.

Zwolle Kampen Netwerkstad wil ook in het vervolg van de verkenning blijven optrekken met maatschappelijke partners uit de regio. Er zijn al twee dialoogsessies met stakeholders geweest. In de volgende dialoogsessie wordt de maatschappelijke agenda verder uitgewerkt.

Belangrijke punten daarbij zijn:

1. creëer ruimtelijke en infrastructurele randvoorwaarden, bijvoorbeeld via investeringen in de ontwikkeling van Spoorzone Zwolle en de ontwikkeling naar een A 50;

2. werk aan het aantrekken en binden van jong talent en jonge gezinnen door te investeren in vestigingsklimaat en passende woonmilieus;
3. Blijf de diversiteit koesteren waarmee de regio groot is geworden, maar breng ook focus aan op enkele kansrijke sectoren als cultuur, toerisme en health & care.

De komende tijd worden 21 programma's en projecten beoordeeld op hun bijdrage aan de drie toekomstperspectieven. Dat moet uitmonden in het najaar van 2011 uitmonden in een uitvoeringsprogramma. Daarna kunnen in samenwerking met het Rijk en andere partners de eerste klimaatbestendige pilotprojecten opgestart worden.