Rijksoverheid

Eigen verantwoordelijkheid en sociaal leenstelsel bij inburgering

Persbericht | 17-06-2011

Iedereen die moet inburgeren in Nederland is daar voortaan zelf verantwoordelijk voor. Dat geldt ook voor het betalen van een eventuele cursus.

Wie daar niet meteen geld voor heeft, kan gebruik maken van een sociaal leenstelsel. Het niet voldoen aan de inburgeringsplicht binnen drie jaar kan leiden tot intrekking van de verblijfsvergunning. De ministerraad heeft op voorstel van minister Donner van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens ministers Leers van Immigratie en Asiel, ingestemd met wijziging van de Wet inburgering en de Vreemdelingenwet. Het kabinet geeft hiermee uitvoering aan de afspraken uit het regeerakkoord.

Burgerschap begint met actieve deelname van iedere burger aan de samenleving. Daarom mag worden verwacht dat iedereen zelfredzaam is en de nodige eigen kennis en vaardigheden verwerft. Inburgering is een eerste stap in het integratieproces. Het spreken van de Nederlandse taal is daarbij een essentiële voorwaarde. Het kabinet benadrukt het wenselijk te vinden dat mensen een zo hoog mogelijk taalniveau behalen. Zij kunnen het inburgeringsexamen doen, maar ook kiezen voor een hoger opleidingsniveau, zoals het staatsexamen Nederlands als tweede taal of een MBO diploma om daarmee te voldoen aan de inburgeringsplicht.

In het wetsvoorstel zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
* Inburgeraars gaan zelf de kosten betalen voor de inburgering.
* De mogelijkheid gebruik te maken van een sociaal leenstelsel voor mensen die de inburgering nog niet direct zelf kunnen betalen.
* Het behalen van het examen binnen drie jaar.
* Het niet voldoen aan de inburgeringsplicht leidt - met uitzondering van bijzondere omstandigheden - tot intrekking van de verblijfsvergunning.

* De intrekking geldt niet voor vreemdelingen zolang zij recht hebben op asiel. Wel is een boete mogelijk als zij niet inburgeren.
* Verhoging van de boete bij niet nakomen van de inburgeringsplicht.

Het te behalen taalniveau van het examen blijft, net zoals nu, minimaal A2. Ook blijft de eis van kennis van de Nederlandse samenleving bestaan. Wel komt er één centraal examen.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.